15 oktober 2020 - 13 min. lezen
9 reacties 9

De klimaatverandering is alomtegenwoordig. Hitterecords, droogterecords, het smelten van de gletsjers en de ijskappen,… ze komen allemaal geregeld aan bod in de media en we ondervinden er zelf ook de gevolgen van. Toch bestaat er bij een deel van de bevolking nog steeds een sceptische houding tegenover klimaatverandering. In deze blog proberen we daarom de meest gebruikelijke misconcepties te beantwoorden. Dit artikel is een verzameling van feiten, theorieën en modeluitkomsten die het plaatsvinden van de klimaatverandering proberen te ondersteunen en te staven, om zo ook de meest sceptische lezer te overtuigen.

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Argument 1: Het sneeuwt en vriest nog tijdens de winter en af en toe sneuvelen zelfs nog kouderecords.

Het verschil tussen weer en klimaat

Beginnen doen we met bovenstaande stelling. En we zijn daarmee ook akkoord. Ook in het huidige klimaat worden in onze regio, en bij uitbreiding over de hele wereld, nog steeds te koude temperaturen en zelfs kouderecords geregistreerd. Maar er is echter een belangrijk verschil: dat tussen weer en klimaat.

Het weer is een momentopname, en verwijst naar korte termijngebeurtenissen. Het weer is dus wat je op een bepaalde dag buiten ziet en is heel variabel. Het kan bijvoorbeeld 30°C graden en zonnig zijn, of het kan 0°C zijn met zware sneeuwval. Het klimaat is het gemiddelde van dat weer, genomen gedurende een periode van minstens 30 jaar. We hebben die langere reeksen nodig om klimaattrends af te kunnen leiden. Denk er zo over na: het klimaat is wat je verwacht, het weer is wat je krijgt. In klimaat wordt de variabiliteit er dus uitgefilterd.

Het verschil tussen weer en klimaat (https://www.globalweatherclimatecenter.com/).

Niet alles kan toegewezen worden aan de klimaatverandering

Een enkele (extreme) gebeurtenis, bijvoorbeeld een sneeuwbui in mei of een zomerse dag in oktober, kan niet zomaar gelinkt worden aan klimaatverandering. Daarvoor hebben we data nodig op langere termijn.

Via klimaatreeksen weten we bijvoorbeeld dat de gemiddelde maximumtemperatuur in juli 23°C is en dat dit de warmste maand van het jaar is in Ukkel (België). Dit wil echter niet zeggen dat het elke dag in juli 23 graden moet zijn en dat deze altijd de warmste maand van het jaar is. Het is ook niet zo dat één enkele extreem hete of koude dag in juli gelinkt kan worden aan de klimaatverandering.

Enkel indien er een trend zichtbaar is op lange termijn, waarbij de stijging wordt bevestigd, kan men die conclusie trekken. Deze redenering laat ons hieruit afleiden dat er wel degelijk een klimaatopwarming aan te gang is.

In de Benelux was december 2010 de koudste decembermaand sinds de jaren 1950 (data Ukkel). Betekent dit dan dat er geen klimaatopwarming is? Nee, want de trend (rode lijn, ongeveer 0.08 graden per jaar) op langere termijn laat een duidelijk stijgend verloop zien.

Argument 2: Het weer voor volgende week kan nog niet eens voorspeld worden, laat staan de situatie in de toekomst.

Het verschil tussen weersvoorspellingen en klimaatprojecties

Zoals hierboven reeds uitgelegd, zijn weer en klimaat heel verschillende dingen. Ook is er een duidelijk verschil tussen een weersverwachting (schaal van enkele dagen) en een klimaatprojectie (schaal van decennia of millennia). Weersverwachtingen en klimaatprojecties gebruiken bovendien verschillende input data.

Bij een weersverwachting gaat het over numerieke modellen met als input geobserveerde weerdata en basisvergelijkingen met betrekking tot dynamica en thermodynamica. Bij klimaatprojecties is die input anders. Het betreft hier processen op grotere ruimtelijke en temporele schaal, zoals de invloed van de ijskappen en het aantal broeikasgassen in de atmosfeer. Dit maakt klimaatmodellen vaak heel complex.

Welke processen worden meegenomen in klimaatmodellen? (CarbonBrief).

Onzekerheid dient mee genomen te worden

Projecties van klimaatverandering zijn door deze complexiteit erg onzeker en wetenschappers weten dit ook. Dit komt omdat:

  • Ze zijn voornamelijk afhankelijk van scenario’s van toekomstige processen, zoals economische ontwikkeling en uitstoot van broeikasgassen, die onzeker zijn.
  • Ze steunen vaak op onvoldoende begrepen en/of onnauwkeurige parametrisaties van het klimaatsysteem.
  • Er is ook het bestaan van interne klimaatvariabiliteit, die tot in grote mate onvoorspelbaar is.

De term “klimaatprojectie” impliceert dan ook het in rekening brengen van deze onzekerheden en afhankelijkheden. Daarom wordt in deze modellen vaak gebruik gemaakt van bepaalde scenario’s.

De zogenaamde ‘RCP scenarios’ kwantificeren bijvoorbeeld een verschillende evolutie van de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer. Wetenschappers proberen op deze manier een reeks van verschillende mogelijke ‘pathways’ te overkoepelen, met elk hun mogelijke uitkomsten.

Ondanks de verschillen tussen de scenario’s, laten ze allemaal wel een verdere (al dan niet tijdelijke) stijging van de temperatuur zien voor de komende decennia.

Klimaatmodellen maken gebruik van verschillende scenario’s (RCP scenarios), die verschillende aannames hebben over de mate van toekomstige uitstoot van broeikasgassen (CMIP5).

Ja, klimaatmodellen zijn dus complex en onzeker. Maar wetenschappers nemen deze onzekerheid ook mee door het aannemen van verschillende scenario’s. Al deze scenario’s laten een stijgende temperatuur zien en dus kunnen ze ons wel degelijk belangrijke informatie geven over wat ons mogelijk te wachten staat.

Argument 3: Onze meetreeksen zijn niet lang genoeg om conclusies te trekken. Vroeger was het op Aarde nog veel warmer dan nu en er waren meerdere klimaatveranderingen. Wat is de rol van de mens?

Instrumentele datareeksen

Onze instrumentele datareeksen gaan slechts enkele honderden jaren terug in de tijd. Dit is een feit waar we aan vastzitten. Vanwege deze limiet is het dan ook niet helemaal correct om vandaag bij een hitterecord te spreken over de “warmste dag ooit”, maar wel over de “warmste dag sinds het begin van de metingen in …”.

Toch is een periode van slechts 30 jaar voldoende om trends te kunnen afleiden uit klimaatreeksen (zie argument 1 hierboven). Wanneer we de globaal gemiddelde temperaturen bekijken, die beginnen sinds 1880, is die trend dan ook duidelijk te zien.

De globaal gemiddelde temperatuur sinds 1880 laat een duidelijk stijgende trend zien (NOAA).

Paleoklimatologische inzichten

Het is echter mogelijk om indirect informatie over het vroegere klimaat op Aarde te bekomen. Hierbij gaat men op zoek naar “proxies“, of elementen die ons onrechtstreeks kunnen vertellen hoe het klimaat op Aarde vroeger was.

Hiervoor gebruiken wetenschappers boomringen, oceaansediment, koraalgroei, lagen in stalagmieten, boringen in ijslagen, fossielen, enzovoort. Deze studie noemt men paleoklimatologie. Hierdoor werd het klimaat op tijdschalen van miljoenen jaren afgeleid (zie afbeelding onder).

Wereldwijde jaarlijkse gemiddelde temperatuurvariatie van de aarde door de tijd (afgelopen 400 miljoen jaar) uit Haywood et al. (2019).

Wat blijkt nu? Als de reconstructie correct is, is het nu warmer dan eender wanneer gedurende de afgelopen 100.000 jaar. We moeten dus een hele poos terug gaan in het verleden om warmere temperaturen dan nu te vinden. Ter vergelijking: de moderne mens verspreidde zich over alle continenten en grotere eilanden van de wereld in een periode die ongeveer 150.000 jaar geleden begon.

Mate van stijging is ook belangrijk

Het klopt dus inderdaad: vroeger is het al warmer geweest op Aarde. Voor echt duidelijk warmere temperaturen moeten we echter zeer ver in de tijd teruggaan. We spreken hier dan over een periode waarin de huidige ondersoort van de mens nog niet eens ontwikkeld was.

Bovendien is de mate (snelheid) van stijging van de temperatuur (in graden per jaar, decade of eeuw) buiten proportie wanneer gekeken wordt naar de laatste duizenden jaren. Dit soort plotselinge verandering is in de geologische geschiedenis zeldzaam.

De mate van temperatuurstijging (in graden per decade) over de laatste 1000 jaar (Smith et al., 2015).

Verschillende oorzaken

Echter waren oorzaak en de context tijdens vroegere klimaatveranderingen heel verschillend. De vroegere temperatuurvariaties werden beïnvloed door natuurlijke processen: de continenten lagen anders, het zeeniveau was verschillend, de klimaatsensitiviteit van de Aarde was anders en de orbitale parameters weken af tegenover de hedendaagse waarden, waardoor deze ook niet geprojecteerd kunnen worden op de huidige toestand. Zonder de hulp van de mens zou de temperatuur trouwens nu zo’n 0.5 graden lager liggen dan dat we die nu waarnemen.

Gemiddelde temperatuur op de Aarde met (rood) en zonder (blauw) de invloed van de mens (IPCC).

Is de huidige opwarming dan ongewoon? Dat hangt af van hoe je ernaar kijkt. Op kortere tijdschalen (duizenden jaren), qua oorzaak (de mens) en wanneer we kijken naar de mate (snelheid) van de temperatuur- en CO2-stijging, is de huidige toestand ongezien.

Kijken we naar tijdschalen op langere termijn en naar absolute temperatuurwaarden, leiden we af dit het vroeger nog warmer dan vandaag moet geweest zijn. We spreken dan wel over meer dan 100.000 jaar geleden en bovendien werd dit veroorzaakt door natuurlijke processen.

Invloed van de mens?

Hoe weten we nu precies dat de toename van de broeikasgasconcentraties gelinkt is aan menselijke activiteit? Allereest kan men natuurlijk de grafiek van de evolutie van de CO2-concentraties in de atmosfeer naast deze van de menselijke activiteiten en de technologische evolutie leggen. Net wanneer de mens meer en meer fossiele brandstoffen begint te gebruiken tijdens de industriële revolutie, zien we de curve van de CO2 en andere broeikasgassen mee beginnen stijgen.

Bovendien gebeurt die stijging met een snelheid die we tenminste in de laatste 800.000 jaar niet hebben meegemaakt, iets wat dus vrij moeilijk aan natuurlijke processen gelinkt kan worden worden.

Figuur 3_Globale Co2-concentratie en temperatuurverloop
Globale CO2-concentratie en temperatuurverloop (IPCC).

Wetenschappers hebben echter nog meer bewijzen ontdekt wanneer ze de samenstelling van de CO2-moleculen onder de loep namen. Koolstofdeeltjes bevatten namelijk verschillende isotopen, die verschillen naargelang de bron van de deeltjes (vulkanen, bosbranden, fossiele brandstoffen, enz.). Met behulp van boomringen, koralen, ijsboringen en andere proxies heeft men vastgesteld dat de hoeveelheid 13C (één van de koolstofisotopen) nu relatief gezien minder prominent aanwezig is in de atmosfeer dan voordien.

Dit is net iets wat we zouden verwachten als de CO2 afkomstig is van het verbranden van oude planten en micro-organismen, in sé dus de fossiele brandstoffen. Bovendien zien we ook dat, hoewel CO2 stijgt, de zuurstof (O2) in onze atmosfeer daalt. Ook dit past in het plaatje: verbrandingsprocessen, zoals die massaal plaatsvinden bij het gebruik van fossiele brandstoffen, hebben namelijk zuurstof nodig, die wordt onttrokken uit de atmosfeer. Aan de hand van de chemische signatuur van de CO2-moleculen kunnen we dus met een vrij grote zekerheid zeggen dat het verbranden van fossiele brandstoffen hierbij de grootste bron is.

Argument 4: Is klimaatopwarming dan zo erg? Ik heb daar geen last van. Warmere temperaturen zijn toch net positief?

Waar merken we de gevolgen reeds op?

Voor veel mensen lijkt de klimaatverandering een ver-van-hun-bedshow. Men heeft er geen last van, integendeel, het warmere weer is aangenaam en het kost minder aan verwarming tijdens de koude wintermaanden. Echter, op verschillende plaatsen op Aarde worden de gevolgen van de klimaatverandering reeds duidelijk:

Effecten van klimaatverandering (Clinateurope).

Ja, maar eerder in het artikel zagen we reeds dat het in het verleden ook al warmer is geweest dan nu. Dus de planeet heeft al eerder soortgelijke dingen meegemaakt, dat klinkt geruststellend, toch?

Niet echt. Als je eenmaal kijkt naar de impact die soortgelijke veranderingen destijds hadden op de biodiversiteit, ziet het er niet zo goed uit. Snelle klimaatverandering is namelijk hoofdverdachte nummer 1 bij de meeste massale uitstervingsfasen van de Aarde, waaronder de ‘Big Extinction’ zo’n 250 miljoen jaar geleden, waarbij 90% van al het leven uitstierf.

Effecten van klimaatverandering uiten zich traag

Niet iedereen merkt echter die gevolgen nu al. Sommige systemen laten de effecten van klimaatverandering snel zien, terwijl andere dit langzamer doen. Mechanismen zoals de inertie van de oceanen, het smelten van de ijskappen en andere feedbackmechanismen zorgen voor een late respons van het klimaatsysteem. Het stijgen van de zeespiegel gebeurt namelijk bijzonder traag, en een stijging van enkele millimeters heeft niet zo’n groot effect.

De trage progressie maakt dat vele mensen nog steeds niet met de feiten op de neus gedrukt worden. Toch krijgt op termijn de hele planeet, en zeker de volgende generaties, te maken met de effecten van de beslissingen die wij nu nemen. En het aantal negatieve gevolgen overstijgt daarbij duidelijk het voordeel van een warmere zomerdag.

Voorspelde stijging van het zeeniveau (IPCC, 2019).
Bij een zeespiegelstijging van 5 meter wordt een behoorlijk gedeelte van onze kust bedreigd (Rowley et al., 2007).

Klimaatverandering is een globaal probleem

Klimaatverandering is een mondiaal, complex probleem met met economische, sociale, politieke en morele gevolgen, en de oplossing vereist zowel een wereldwijd gecoördineerde respons (zoals internationaal beleid en overeenkomsten tussen landen, een streven naar schonere vormen van energie) als een lokale aanpak, zoals inspanningen op stads- en regionaal niveau (bijvoorbeeld promoten van het openbaar vervoer, verbeteringen van de energie-efficiëntie, duurzame stadsplanning, enz.).

Op termijn krijgt de hele planeet hier mee te maken en zal iedereen inspanningen moeten doen.

Argument 5: Het is toch te laat om iets te doen aan klimaatverandering. Bovendien kost het mij alleen maar geld.

Trage respons op emissievermindering

Dan naar het laatste sceptische argument. Het is zo dat, zelfs als we vandaag zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, de opwarming van de aarde nog minstens enkele decennia, zo niet eeuwen, zou aanhouden. Dat komt omdat het even duurt voordat de planeet (bijvoorbeeld de oceanen) reageert, en omdat koolstofdioxide (het overheersende gas dat warmte vasthoudt) honderden jaren in de atmosfeer blijft hangen.

Er zit dus een tijdsverloop tussen wat we doen en wanneer we het voelen. Sommige experts maken zich echter zorgen over het feit dat de Aarde een of meer “kantelpunten” passeert (abrupte, misschien onomkeerbare veranderingen) die ons klimaat naar een niet te herstellen staat doen kantelen.

Niet betalen, wel investeren

Dit wil echter niet zeggen dat het te laat is om enkele van de ergste gevolgen van klimaatverandering te vermijden of te beperken. Hoewel het zeker is dat de temperatuur nog even blijft stijgen, ondanks dat we stoppen met de uitstoot van broeikasgassen, wil dit niet zeggen dat we niet erger kunnen voorkomen.

Is het dan te laat om klimaatopwarming te stoppen? Deels ja en deels nee. De stijging van de komende decennia valt niet meer te stoppen, maar we kunnen erger voorkomen. Gaat dit geld kosten? Ja, waarschijnlijk wel. Maar het andere alternatief (een planeet waarin de sociale, economische en klimatologische omstandigheden het steeds moeilijker voor ons maken), is veel erger en zal veel meer geld kosten.

We mogen het dus niet zien als “betalen voor klimaatverandering” maar “investeren”!

Yoni

Door Yoni

Afgestudeerd geograaf aan de KULeuven en doctorandus binnen klimatologie/glaciologie aan de VUBrussel. Binnen NoodweerBenelux ben ik vooral bezig met het schrijven van artikels en het programmeren van tools om bepaalde weerelementen te voorspellen.


Verder lezen

Alles bekijken