22 april 2019 - 4 min. lezen 5 reacties

Afgelopen vijftig jaar is het in de Benelux steeds zonniger geworden. Het is een trend die zich nog steeds voortzet: er gaat bijna geen maand meer voorbij waarin de hoeveelheid zonuren onder de klimatologische norm ligt. Het overgrote deel van de maanden kent (forse) afwijkingen naar boven. De vraag is: hoe kan dit?

Aerosolen

Het antwoord op die vraag zit hem in de hoeveelheid stofdeeltjes die zich in de lucht bevindt. In vooral de onderste helft van de atmosfeer dwarrelen allerlei van dit soort stofdeeltjes rond. Sommige ontstaan door toedoen van natuurlijke processen (zandstormen, opspattend zeezout, pollen, vulkaanuitbarstingen), andere ontstaan door menselijk ingrijpen (roet door verbranding, houtkap, industrie en verkeer).

Ze zijn piepklein, zo’n 0,2 tot 200 micrometer, waardoor ze als afzonderlijk deeltje niet zichtbaar zijn met het blote oog. Wel kunnen ze de lucht soms wazig, nevelig en gelig van kleur maken. Dit gebeurt vooral als ze in grote getale in de lucht voorkomen. We hebben het hier over de zogenaamde aerosolen.

zandstorm
Tot de natuurlijke aerosolen behoort onder andere woestijnzand dat in de atmosfeer terecht komt tijdens zandstormen.
smog
Aerosolen zijn, wanneer in grote hoeveelheid aanwezig, herkenbaar aan een wazige gloed in de lucht. In het meest extreme geval kan een ophoping van menselijke aerosolen leiden tot smog, zoals hier in Kuala Lumpur (Maleisië).

Condensatiekern

Aerosolen vormen een condensatiekern voor water. Zonder aerosolen zou waterdamp niet kunnen condenseren en zouden wolken en mist theoretisch niet mogelijk zijn. Hoe minder aerosolen in de lucht, des te zonniger. Op die manier zijn ze dus essentieel voor het klimaat en het leven op aarde.

mist
Water heeft condensatiekernen nodig om bewolking en mist te kunnen vormen. Aerosolen vormen deze benodigde condensatiekernen.

We hebben zojuist vastgesteld dat aerosolen op twee manieren kunnen ontstaan: uit natuurlijke bronnen en door menselijk ingrijpen. Na de industriële revolutie is de hoeveelheid aerosolen door een menselijke oorzaak sterk toegenomen. Hierdoor is het klimaat in de 19e en 20e eeuw somberder geworden: wolken en mist werden hardnekkiger dan ervoor. Ook smog werd in veel Europese steden een groot probleem, vooral ‘s winters bij windstille condities met een inversie op enige hoogte.

Het bekendste voorbeeld hiervan is de Grote Smog in Londen van 1952. Begin december van dat jaar zorgde een omvangrijk hogedrukgebied boven de Noordzee voor hele rustige condities. Maar door de ophoping van fijn stof (als gevolg van de verbranding van kolen) ontstond in de rustige atmosfeer een dikke laag mist. Men kon dagenlang geen hand voor ogen zien in de Britse hoofdstad, ook de ziekenhuizen lagen overvol met mensen die kampten met infecties aan de luchtwegen met dikwijls de dood tot gevolg.

Trendbreuk naar zonniger klimaat

Vanaf eind jaren ’70 van de 20e eeuw veranderde er echter het een en ander op dat vlak. Er kwam namelijk meer aandacht voor de negatieve gevolgen van luchtvervuiling in het algemeen en fijn stof in het bijzonder. Daarop besloten veel overheden en fabrikanten in de westerse wereld om maatregelen te treffen. Zo kwamen er steeds meer restricties ten aanzien van industriële productieprocessen, nam het gebruik van roetfilters toe en werden voertuigen steeds minder vervuilend gemaakt.

Door al deze maatregelen is de hoeveelheid aerosolen in de lucht sterk afgenomen in de meeste westerse landen, waaronder ook de Benelux. Zodoende zijn er minder condensatiekernen voor water, waardoor er minder gemakkelijk wolken en mist ontstaan. Vandaar dat het steeds zonniger wordt.

Sinds jaren ’80 opwaartse lijn

We kunnen dit ook heel goed zien aan de jaarlijkse hoeveelheid zonuren in de Benelux. Nemen we voor het gemak de gegevens van het KNMI-hoofdstation De Bilt erbij, dan zien we een sterk opwaartse trend vanaf de jaren ’80. Tot op dit moment ligt de gemiddelde trendlijn steeds vrijwel rond de 1.500 zonuren per jaar, met een kleine piek begin jaren ’40. Maar vanaf 1980 gaat de trendlijn flink omhoog en wordt het steeds zonniger.

zonniger
Het aantal zonuren per jaar in De Bilt, met de bijbehorende vijfdegraads-polynoom als trendlijn.

Komende dagen zonnig

Dat sluit dan weer perfect aan op het weer van dit moment, want het is een uitermate zonnige aprilmaand. De kans is zeer groot dat april 2019 in de top 10 van zonnigste aprilmaanden ooit terecht zal komen. Vooral in de periode tot en met dinsdag schijnt de zon vrijwel ongehinderd. De UV-index bedraagt de komende dagen 4 of 5, dit is behoorlijk krachtig. Let dus goed op hoe lang je in de zon verblijft!

Bekijk hier de uitgebreide weersverwachting voor de Paasperiode.

Gastblog

Door Gastblog

Expert in weer en klimaat of een ander boeiende niche in de wetenschap? Geregeld worden wetenschappers aan het woord gelaten via een gastblog.


Verder lezen

Alles bekijken