22 november 2021 - 11 min. lezen
0 reacties 0

Iedereen wil het weten, krijgen we een koude of een warme winter? De belangen zijn groot. Voor de ene is een herhaling van de winter uit 1963 de ultieme droom, voor de andere is een zachte winter met lagere stookkosten optimaal. In deze winterverwachting bekijken we de laatste prognoses van de seizoensmodellen en bekijken we de randvoorwaarden in detail. Wat doet La Niña? Wat doet de MJO? Is er een invloed van de QBO? Is er een invloed van de zonnecyclus? Heeft een westcirculatie meer of minder kans? Veel leesplezier met deze winterverwachting.

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Kleine lettertjes van een winterverwachting

Seizoensmodellen zijn iets anders dan weermodellen. Bij deze berekeningen gaat het er niet om een zo nauwkeurig mogelijke weersverwachting te geven. Seizoensmodellen zijn bedoeld om een kansverdeling te geven, een indicatie. Is de kans op kouder weer groter dan de kans op zachter weer? Wordt er meer of minder neerslag verwacht dan normaal? Seizoensmodellen kijken naar globale patronen. De zogenaamde randvoorwaarden van het weer (hieronder besproken).

U kan zich misschien afvragen waarom NoodweerBenelux nu pas met een overzicht komt van de winterverwachting en niet zoals andere organisaties al in oktober (en zelfs september!). Dat is omdat we weinig geloof hechten aan uitspraken 3-4-5 maanden vooruit, ook met de seizoensmodellen. Het is beter om (iets) langer te verwachten, en dan met meer vertrouwen een analyse te kunnen maken.

Dat gezegd zijnde, is het nog het belangrijk te vermelden dat we geen “eigen wintervoorspelling” hebben. NoodweerBenelux heeft geen glazen bol, geen eigen model. We bespreken de resultaten van weermodellen die beschikbaar zijn op het internet en kijken naar consistenties. Als 5 weermodellen dezelfde configuratie tonen, dan is de kans dat die configuratie uitkomt groter. Ontdek wat ze in petto hebben voor december – januari – februari.

Randvoorwaarden in 2021-2022

Randvoorwaarden zijn cruciaal voor seizoensmodellen. In feite zijn het de triggers waarop de seizoensmodellen hun prognose baseren. Met de plusjes achter belang wordt aangeduid in welke mate deze voorwaarden meespelen op het weer. Zo heeft u ten alle tijden een goed beeld van welke factor er best gunstig blijft.

La Niña (belang +++++)

We hebben deze winter opnieuw (in 2020-2021 ook) te maken met een La Niña van matige kracht. Dit zal wellicht een van de grootste invloedrijke randvoorwaarden zijn voor komende winter. La Niña zou duren tot de lente van 2022 en dus de hele winter mee beïnvloeden. Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat de effecten van La Niña afnemen met de afstand tot het epicentrum van de anomalie. In Europa zijn de effecten dus een pak kleiner dan in Australië, Amerika, …

Concreet verwachten we bij een La Niña een sterke hogedruk op de Noord-Pacifische Oceaan en een duikende straalstroom over Alaska. Voor Europa heeft La Niña meestal een grotere kans op een meanderende straalstroom met meer blokkades. Een La Niña is echter geen garantie op een koudere noch zachtere winter…

MJO (belang ++++)

Ook de MJO is van belang voor het weer in Europa ondanks dat dit fenomeen zich rond de evenaar afspeelt. Door eerdere zelfde fases van de MJO ter vergelijken met elkaar en daar een gemiddelde van te nemen, kan er een afwijking gecreëerd worden op de normaal. Dit zijn de zogenoemde regressiekaarten. Als de MJO in de winter in een fase 6/7/8 terechtkomt, dan levert dit vaak HLB (high latitude blocking) of noordelijke blokkades op. Dit geeft vooral indicaties en er is niet altijd een één op één relatie

Regressiekaart voor fase 6 in december. We zien hogedruk in het noorden met een noordoostelijke wind (Albany University)

Veel hangt af of de amplitude van de MJO voldoende is. Een hogere amplitude, zorgt immers voor een hogere kans op deze kaarten. Bij een La Niña situatie zit de MJO vaak in fase 3/4/5 (of dus convectie boven Indonesië), of in een neutrale fase. Nu, wanneer die convectie tijdelijk wat opschuift en intensiveert, kunnen we naar fase 6/7 gaan en dat gebeurt op dit moment in de weermodellen (met dus grotere kansen op HLB). Of het zo een vaart loopt, is onzeker en hoe de MJO komende winter zal verlopen, is evenzeer onzeker.

MJO voor de komende 14 dagen (tot en met 4 december 2021)

QBO (belang ++++)

De QBO-index (Quasi Biennial Oscillation) is momenteel in een negatieve / oostelijke fase wat de amplitude van de Rossby-Waves vergroot. Dit verlaagt de kracht van de polar vortex en van de straalstroom. De toename in meandering laat meer uitbraken van koude lucht toe op lagere breedtegraden (<-> een sterke straalstroom met een grotere kans op een westcirculatie). Voor komende maanden blijft de QBO negatief en dus is de kans op een zwakkere straalstroom groter dan normaal. De meest gunstige invloed van de QBO voor de winter is echter de significante verhoging van de kans op een Sudden Stratospheric Warming (SSW).

Zonne-cyclus (belang +)

Op basis van voorgaand onderzoek hebben de jaren in en na een minimum in zonne-activiteit een grotere kans op een zwakkere stratosferische polar vortex en een verhoogde kans op blokkades (minder sterke straalstroom). Momenteel veren we net op uit het dal van zonne-activiteit en gezien de beperkte toename in kracht zal de zonne-activiteit gering zijn. Dit is sterk gelijkend op 2010-2011 toen we ook uit een dal van de zonne-cylcus kwamen.

Sneeuwbedekking (belang +++)

Sneeuwbedekking in Siberië en Eurazië is momenteel meer uitgestrekt dan normaal. Dit was ook de vorige jaren het geval. Het wordt geassocieerd met klimaatverandering waarbij er meer neerslag valt in de koudere gebieden. Dit verhoogt de kans op hogedruk in het (hoge) noorden wat de straalstroom naar het zuiden duwt en meer koude lucht naar het zuiden kan doen uitstromen. Daarnaast zien we dit jaar een grotere omvang van het zee-ijs in de Kara Zee. Ook dit bevordert de vorming van hogedrukgebieden in het hoge noorden.

Zeewater Atlantische Oceaan (belang +++)

De AMO-index (Atlantic Multidecadal Oscillation) is momenteel in een warme (positieve fase). Dit bevordert hoge zeewatertemperaturen in de Atlantische Oceaan. We zien momenteel zeer hoge zeewatertemperaturen in de Noord-Atlantische Oceaan. Dit verhoogt de kans op een opwarming van de lucht, geadvecteerd van over de Oceaan (maritieme lucht), wat hogere temperaturen oplevert dan normaal. In tegenstelling tot 2009-2010 en 2010-2011 zien we geen “tripool” patroon (koud – warm – koud), wat een indicatie kan zijn voor een meer positieve +NAO index.

Afwijking zeewatertemperaturen t.o.v. normaal. (Climate Reanalyzer)

Op de kaarten valt ook op dat de temperaturen in de centrale en westelijke Atlantische Oceaan warmer zijn dan normaal. Dit verhoogt meestal de depressie-activiteit zodra koude-uitbraken over de warme oceaan schuiven.

Sudden Stratospheric Warming (belang +++++)

Een Sudden Stratospheric Warming (SSW) leidt vaak tot hogedrukgebieden in het hoge noorden. Deze duwen de straalstroom en koude lucht verder naar het zuiden, waardoor de kans op koud winterweer enorm toeneemt.

Winters met een La Niña en een negatieve QBO hebben een duidelijk grotere kans op een SSW. Meer nog, in winters waarin een La Niña voorkwam in combinatie met een negatieve QBO kwam er gemiddeld meer dan 1 SSW voor. We kunnen dus stellen dat de kans op een koude-uitbraak door een SSW komende winter groter is dan normaal.

Voorlopige conclusie

Op basis van alle randvoorwaarden kunnen we stellen dat de kans op een koudere/normale winter dit jaar groter is. De meeste parameters zitten mee. Enkel de huidige zeewatertemperaturen van de Atlantische Oceaan wringen (sterk) tegen.

Wat tonen de seizoensmodellen?

Laten we nu starten met een blik op de resultaten van de seizoensmodellen van de supercomputers voor december – januari – februari. Zijn ze consistent? Wat tonen ze? We beginnen met de C3S multi-system benadering. Die toont een gewogen gemiddelde van ECMWF, MetOffice, Météo-France, CMCC, DWD, NCEP, JMA en ECCC.

  • Mooie wolk gespot maar ken je de naam niet? Dit helpt!

De resultaten tonen een zeer sterke positieve anomalie voor de westkust van Noord-Amerika die volledig is toe te schrijven aan La Niña. In het noorden van Amerika en over Groenland is de anomalie negatief, duidend op lagere druk dan normaal. Op de zuidelijke Atlantische Oceaan en gedeeltelijk boven Europa hangt een gele anomalie, duidend op hogere luchtdruk. Dit is een situatie met een grotere kans op een +NAO – index en dus meer aanvoer van over de Atlantische Oceaan, zachter weer. Wel is het duidelijk dat de anomalieën niet bijster groot zijn. Een indicatie voor een eerder lage betrouwbaarheid / consistentie.

Afwijking luchtdruk voor de gehele winter op basis van een multi-systeem analyse. (Climate Data Store)

Kijken we naar 3 afzonderlijke weermodellen, dan zijn de kaarten wel vrij consistent. De rug over de Noord Pacifische Oceaan is bij alle drie aanwezig. Ook bij alle drie is een lagere luchtdruk boven Noord-Amerika. Voor Groenland/Hoge Noorden is het ECMWF model is anders met meer kans op blokkades (gele kleur). Algemeen tonen alle 3 de weermodellen geen gunstig signaal voor een koude winter (in zijn geheel!).

Temperaturen

Het gewogen gemiddelde op basis van alle weermodellen tonen voor de 3 maanden een duidelijke positieve afwijking over Eurazië. In de Benelux zou de afwijking liggen tussen +0.5 en +1°C. Dat is zachter dan gemiddeld, maar als we rekening houden met klimaatverandering, is dit een eerder normale winter.

Afwijking temperaturen voor de 3 wintermaanden volgens het gewogen gemiddelde. (Climate Data Store)

Kijken we opnieuw naar 3 individuele modellen, dan tonen 2/3 een (zeer) zachte winter in zijn geheel (MetOffice/NCEP) en toont het ECWMF een normale winter. Consistent is wel de koude regio in en rond Alaska, volledig toe te schrijven aan La Niña.

Qua neerslag tonen alle weermodellen een vrij normale hoeveelheid voor de winter in zijn geheel. Daar focussen we hier dus niet meteen op.

December en januari koud, daarna zacht?

Wat we tot nu toe weten is dat de seizoensmodellen een normale tot zachte gehele winter tonen. Het Europese weermodel laat een meer optimistisch scenario zien, de andere tonen de zachte opties van La Niña die heel sterk doorweegt.

Kijkend naar de individuele maanden bij ECMWF zien we in november en december veel hogedruk op de Atlantische Oceaan en in januari veel hogedruk in het hoge noorden. Voor deze maanden toont het model eerder gunstige signalen voor polaire lucht (november NW, december NNO, januari O). In februari wordt een westcirculatie bevordert. Het lijkt er dus op dat de winter dit jaar vooral in de eerste helft meer kans heeft op slagen.

Analogen met voorgaande winters

Wat we ook kunnen doen is kijken naar voorgaande winters. Met welke toont de huidige winter een gelijkaardige aanloop? We zoeken naar winters met:

  • La Niña
  • Negatieve QBO
  • Lage zonne-activiteit

We vinden een sterke overeenkomst met 2020-2021 (die van vorig jaar), 1995-1996, 1964-1965 en 1954-1955. Gebaseerd op (alle) analoge jaren staan hieronder de anomalieën:

In december is er een duidelijk signaal voor een hogedrukblokkade op de Atlantische Oceaan. In januari en februari is er meer hogedruk in het hoge noorden en meer lagedruk over Europa. Zeker december en januari zijn vrij consistent met wat ECMWF toont.

Conclusie winterverwachting?

De meeste seizoensmodellen tonen een zachtere winterperiode (gemiddelde december – januari – februari). La Niña weegt daarbij zeer sterk door. Kijkend in detail en naar de randvoorwaarden zien we vooral dat in het begin van de winter (december en januari) de kansen wel positiever zijn voor winterweer. In februari lijkt de kans op een actieve straalstroom groter te worden met daardoor een grote(re) kans op zachter weer. Wat ook opvalt, is dat de kans op een SSW deze winter groter is dan normaal.

Mensen willen graag exacte prognoses. “Het wordt een koude winter.” of “Het wordt een zachte winter.” maar zo simpel is het dus duidelijk niet. La Niña lijkt aan te sturen op een zachtere winter in zijn geheel terwijl de randvoorwaarden best bevorderlijk zijn voor een koudere winter. Vorig jaar zagen we een gelijkaardige aanloop met een zeer sterke invloed van La Niña op de seizoenmodellen, maar eigenlijk kwam die er niet echt. Nu dus maar zien of het wel doorslaggevend zal zijn. Hou de updates onderaan dit artikel in de gaten!

Sommige linkjes bevatten affiliate

Lander

Door Lander

Postdoc glaciologie/klimatologie aan de ETH Zürich en VUB. Ik woon deeltijds in Zwitserland/België. Afgestudeerd fysisch geograaf aan de KU Leuven / VUB in de specialisatie weer- en klimaat. Sinds jongs af aan gepassioneerd door weer en klimaat focus ik mij binnen het team op het schrijven van weerberichten, blogs en het ontwikkelen van onze weerkaarten.


Verder lezen

Alles bekijken
2

Onweerskansen 30 april 2024

13 uur geleden - 5 min. lezen

Downwelling na de SSW brengt weersomslag

2 dagen geleden - 6 min. lezen