28 april 2024 - 6 min. lezen
0 reacties 0

Na de bijzonder zachte eerste helft van april volgde een koude, soms winters aandoende tweede helft. Alleen de laatste dagen zullen wat milder verlopen, twintigers zijn weer mogelijk. Hoe kunnen we deze maand april verklaren? Het antwoord kan gevonden worden in downwelling na de SSW van maart. Aan het slot wagen we een voorzichtige blik op wat mei ons gaat brengen.

Radicale weersomslag in april

De eerste helft van deze maand kende een gemiddelde van maar liefst 13,0 °C (De Bilt), recordzacht en gemiddeld goed voor een meimaand. De temperatuur kwam meerdere keren boven de twintig graden uit, bij dat alles bleef het niet bepaald droog en ook de zonneschijn hield niet over.

Precies halverwege vond er een weersomslag plaats, koude noordelijke winden en behalve regen ook hagel- en lokaal natte sneeuw buien. Hogerop in de Ardennen werd het tijdelijk wit op 16 en ook 21 april. Matige vorst sommige nachten in de Ardennen, de kou decimeerde het peloton van de Waalse Pijl (17 april).

Sneeuwval in de Ardennen, een witte wereld op 16 april 2024. Regio Baraque Michel, 7 cm verse sneeuw.

Twee gezichten van april

De tweede afbeelding toont de stromingspatronen die hierbij horen. Een zuidelijke jet gestuurd door een hogedrukgebied boven Noordoost-Canada bracht eerst de milde maar regelmatig ook wisselvallige condities.

Daarna de omslag met een hogedrukblokkade op de oceaan, de deur stond ineens wagenwijd open voor koude arctische uitbraken. 16-25 april kent met 6,6 °C een gemiddelde dat maar liefst anderhalve graad lager ligt dan de (recordzachte) februari van dit jaar.

Zelfs het gemiddelde over de hele tweede helft van deze maand wijkt met naar schatting 8,2 °C nauwelijks af van die februari. Een dergelijke terugval van circa 4,8 graden binnen de maand april is net geen record, in 1991 bedroeg het verschil 5,2 °C (De Bilt).

Geopotentiaalanomalie eerste en tweede helft van april
De anomalie van de geopotentiaal van de eerste helft van april (links) tegenover de tweede helft (16-25 april, rechts). De druksystemen in de Atlantische regio hebben stuivertje gewisseld.

Naweeën van een SSW

Na deze korte introductie is het tijd om ons te concentreren op de achtergrondsignalen, in dit geval de stratosfeer. Even ter herinnering het plaatje van de stratosferische zonale wind van het afgelopen winterhalfjaar (zie hieronder). Rood is de zonale wind (positief is westelijk) van dit jaar, blauw die van vorig jaar.

In één opzicht lijken beide winters wel op elkaar: beiden brachten een late SSW, eind februari begin maart. Die van dit jaar – de tweede, maar de eerste versterkte slechts het anti-winterse weer – was een fractie later maar behoorlijk wat sterker. De final warming van de stratosfeer zal denkelijk eind deze maand plaatsvinden, anders halverwege mei.

Zonale wind 10 hPa, winter 2024
De zonale wind op 10 hPa sinds juli vorig jaar. Een SSW treedt op bij een negatieve zonale wind. Eerst een in januari (1), daarna in maart (2). Eind april een final warming (3), mogelijk pas later in mei. Vorige winter een SSW eind februari/begin maart (4).

Vertraagde afkoeling na SSW

Vorig jaar veroorzaakte de SSW een koude periode in maart, gevolgd door veel onstandvastig weer tot ver in mei. Als achtergrondsignaal hadden we toen een La Niña, dit jaar precies het tegenovergestelde: een El Niño en een behoorlijk krachtige nog wel. Winters aandoende lentegrillen bleven als gevolg hiervan lang uit, pas halverwege april ging het roer eindelijk om.

We kunnen deze vertraging ook stratosferisch duiden door te kijken naar de positie van het stratosferische hogedrukgebied in april. De kern ligt boven Noord-Rusland, waardoor voor West-Europa de weg open blijft voor een zachte zuidweststroming.

30 hPa anomalie van de geopotentiaal boven het Noordelijk Halfrond, van 1-15 april. Een krachtig hoog, resultante van de SSW van maart, heeft zich boven Noord-Rusland genesteld.

Downwelling in de Noord-Atlantische regio

Het hing lange tijd al in de lucht en eerlijk gezegd had ik het wel een fractie eerder verwacht, maar half april was het dan eindelijk zo ver dat de noordelijke stromingen het stokje overnamen. Dat wordt treffend uitgebeeld in de jongste plot van Judah Cohen (via twitter). Sinds eind maart zien we bij voortduring hogedruk in de lage stratosfeer, periodiek omlaag sijpelend naar de hoge troposfeer en half april tot een omslag leidend.

De luchtdruk in de onderste lagen van de stratosfeer blijft voorlopig hoog, dat houdt ons weer permanent gevoelig voor een ‘verkoudheid’. Desondanks zien we de komende week een omslag naar mild tot (plaatselijk) warm weer.

De waargenomen en verwachte gestandaardiseerde luchtdrukafwijkingen boven de Noordpool, berekening op basis van het ensemble van het GFS 00Z 17 april. De hogedruk (rood) in de stratosfeer samenhangend met de SSW van maart, breidt zich langzaam naar de troposfeer uit. Op half april een discontinuïteit als de troposferische poolwervel breekt. De zwarte pijl toont de doorwerking van de SSW van maart, tot ver in mei.

Vanwaar de verzachting?

Op de weerkaart van 25 april zien we een uitstroom van arctische kou naar het zuidwesten van Ierland, ter compensatie wordt in de dagen erna warmte opgestuwd boven Midden-Europa. Deze sterk tegendraadse reactie van de noordelijke blokkade is een karakteristieke evolutie bij sterk geblokkeerde stromingen. Een aanzienlijk deel van de krachtige noordelijke blokkades komt op deze manier aan zijn eind. Voor onze omgeving betekent dit een radicale en welkome omslag naar aangenaam lenteweer.

De prognose weerkaart van 25 april, 06Z voor 18Z. Zuidwestwaartse uitstroom van arctische kou richting de Azoren. Compensatie later door opstuwing vanuit de Middellandse Zee, warmer weer voor De Lage Landen in de laatste week van april.

In mei meer van hetzelfde?

Zo koud als in april kan het in mei niet meer worden, maar noordelijke hogedruk kan altijd nog een keer op gaan spelen (zie onderstaande afbeelding). Niet uit te vlakken factor blijft daarentegen ook nog steeds de na-ijlende El Niño, versterkt door het abnormaal warme zeewater noordelijk van de Evenaar.

Langdurig stabiel lenteweer lijkt onwaarschijnlijk gezien deze contrasterende mix. Ook mei doet wat hij wil, maar de scherpste kantjes van de kou zijn er in de nieuwe maand wel van af.

De anomalie van de luchtdruk voor 6-13 mei 2024, berekend 26 april 2024, volgens het ECMWF (EC46). De terugkeer van de hogedruk boven de Noordelijke Atlantische Oceaan en Zuid-Groenland begin mei lijkt een reeële optie.

Paul Verheij

Door Paul Verheij

Na een klein jaar op de klimatologische Dienst van het KNMI gewerkt te hebben, heb ik fysische geografie gestudeerd, bijvak meteorologie. Sinds 1977 ben ik met een onderbreking actief voor de Vereniging voor Weer en Klimaat, ik schrijf voor hun blad Weerspiegel regelmatig artikelen over weerhistorie of de stratosfeer. Met Sebastiaan Cobelens ben ik medeorganisator van de Wintermeeting.


Verder lezen

Alles bekijken