Wat is het Azorenhoog?
Vaak horen we in de weerberichten de term “het Azorenhoog”. Het is dan ook een veelgebruikte vakterm die wij als weermannen en klimatologen regelmatig in de mond nemen. We verwijzen dan naar een belangrijk hogedrukgebied dat zich vestigt in de buurt van de Azoren en zich uitstrekt over verschillende honderden kilometers. Op die manier kan dit het weer over een groot gebied van onze planeet beïnvloeden. Maar wat is het Azorenhoog nu precies? Waarom bevindt het zich daar? En wat is de invloed van dit hogedrukgebied op het weer bij ons?
- Volg de weerupdates op de voet via Facebook en Twitter
- Bekijk het weerbericht voor de komende dagen
Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.
Wat is het Azorenhoog?
Waar bevinden zich de Azoren?
Het Azorenhoog is een krachtig hogedrukgebied dat zich met haar kern boven de Azoren bevindt. Dit is een eilandengroep in de Atlantische Oceaan die tot Portugal behoort. Het opmerkelijke kenmerk van dit hogedrukgebied is dat haar positie vrij stationair (“semi-permanent”) is. Meestal vinden we het dan ook in de buurt van de Azoren terug. Omwille van die reden kreeg het daarom de naam “Azorenhoog”.
Het Azorenhoog en het IJslandlaag
Meer noordelijk zien we echter vaak een lagedrukgebied in de buurt van IJsland: het “IJslandlaag”. Ook dit is een semi-permanent drukgebied, maar daar dan in de vorm van lage druk. Net als het Azorenhoog vinden we het dan ook vaak in die buurt terug. Op de scheiding van beide drukgebieden bevindt zich meestal de straalstroom.
Een typisch voorbeeld van zulke luchtdrukconfiguratie met het “Azorenhoog” en het “IJslandlaag” is in de volgende weerkaart hieronder weergeven. We zien tevens ook de tegenstelling tussen koude lucht in het noorden en warme lucht in het zuiden, met daartussen de west-oost geörienteerde straalstroom.
Dit is een typisch plaatje voor een positieve AO/NAO index (deze is positief indien er een hoog ligt bij de Azoren en een laag bij IJsland).
Azorenhoog met semi-permanent karakter
Dat de positie van beide drukgebieden quasi stationair is, blijkt ook uit de gemiddelde luchtdrukverdeling boven Europa. Hieronder wordt deze weergegeven voor de periode 1981-2010. We zien de hoge druk nabij de Azoren en de lage druk nabij IJsland duidelijk terug. Deze luchtdrukconfiguratie is dan ook de dominante en overheersende setting in onze contreien.
De omvang van het Azorenhoog is, net als die van het IJslandlaag, vaak uitgestrekt over verschillende honderden kilometers. Het beïnvloedt dan ook het weer over een vrij grote oppervlakte, zelfs tot in de Benelux (zie later). In de kern is de gemiddelde luchtdruk zo’n 1022 hPa, terwijl dat bij het IJslandlaag beneden 1005 hPa zakt.
Bovenstaande wil echter niet zeggen dat er altijd een Azorenhoog aanwezig is. Er bestaan namelijk ook verschillende situaties waarin dit hogedrukgebied verdwijnt of opschuift, denk maar aan een typische setting voor een negatieve AO/NAO index (deze is negatief indien er een laag ligt rond de Azoren en een hoog nabij IJsland).
Tijdens het winterseizoen zorgt dit bij ons dan meestal voor een stevige koude-inval. Deze gevallen komen echter statistisch gezien minder vaak voor en gaan gepaard met een significante verstoring van de luchtcirculaties op onze planeet.
Hoe ontstaat het Azorenhoog?
Grootschalige luchtcirculaties op Aarde
Hoe ontstaat het Azorenhoog nu precies? Wel, om te beginnen leggen we even uit wat een hogedrukgebied nu precies is. De luchtcirculatie in zo’n gebied gaat namelijk gepaard met dalende verticale luchtbewegingen (we noemen dit “subsidentie“) en door die dalende bewegingen wordt lucht naar de oppervlakte toe gedrukt. Hierdoor ontstaat er een hogere druk, vandaar de naam “hogedrukgebied”.
Bijgevolg kan de lucht opwarmen (we noemen dat een “inversie“, waar de temperatuur stijgt met de hoogte) en uitdrogen. Door de inversies en drogere lucht kunnen er zich moeilijker wolken vormen. Een hogedrukgebied zorgt dus vaak voor mooi weer via “subsidentie-inversies”.
Nu wordt de luchtcirculatie op Aarde, te verstaan als de opeenvolging van dalende en stijgende luchtbewegingen, gedomineerd door verschillende cellen die altijd aanwezig zijn op elk halfrond. Men noemt deze de “Hadley cel”, “Ferell cel” en de “Polaire cel”. De belangrijkste in ons verhaal zijn de Hadley en de Ferell cel.
Azorenhoog ontstaat op grens van 2 circulatiecellen
Door de kromming van de Aarde en de positie tegenover de zon is het rond de evenaar namelijk zo goed als het hele jaar door warm. Hierdoor kan deze warme lucht stijgen (men noemt deze regio de “ITCZ” of “Intertropical Convergence Zone”) tot dat deze op een bepaalde hoogte (de tropopauze) tegengehouden wordt en zich horizontaal uitspreidt richting het noorden en het zuiden.
Ondertussen wordt die lucht wel kouder en zwaarder, waardoor deze kan beginnen dalen. We noemen dit proces met een opeenvolging van stijgende en dalende luchtbewegingen ook wel “convectie“. Op de grens tussen de Hadley en de Ferell cel (rond 30-35° noord of zuid) daalt de lucht daarom en ontstaat er dus hoge druk.
Op het Noordelijk Halfrond resulteert dit in het “Azorenhoog”. Doordat deze processen veelal gedreven worden door de zon, de vorm van de Aarde en bijbehorende convectieve processen, neemt de positionering van deze dalende luchtbewegingen dan ook een semi-permanent karakter aan.
Positie van het hogedrukgebied veelal boven de oceaan
Waarom zien we nu de kern van het Azorenhoog in de buurt van de Azoren? Waarom vinden we niet over de gehele planeet hogedrukgebieden terug rond 30-35 graden noord?
Dat komt door de grote oceaanmassa rondom de Azoren. De grote landmassa’s in de subtropen zijn in de zomer namelijk onderhevig aan sterke opwarming door de zon. De Intertropische Convergentiezone (ITCZ) schuift noordwaarts op en de zonne-instraling over dit gebied neemt sterk toe door de kanteling van de Aarde met de seizoenen, waardoor boven de landmassa sneller lagedrukgebieden ontstaan. De oceaan warmt echter trager op met minder convectie vanaf de oppervlakte en als gevolg hiervan komen aanhoudende hogedrukcellen, zoals deze van de Azoren, vaker boven de oceanen voor.
In de winter zal men zien dat ook boven de Noord-Afrikaanse landen en bijvoorbeeld Noord-Amerika gemiddeld hogere druk overheerst doordat de ITCZ terug zuidwaarts opschuift. Daardoor kan het Azorenhoog verspreid over een grotere longitude rondom 30-35 graden noord aanwezig zijn. Boven de oceaan zijn de omstandigheden zowel in de zomer als winter gunstig voor het in stand houden van dit hogedrukgebied, waardoor het hier consistenter aanwezig kan blijven.
Wat is de invloed op ons weer?
Verschillende krachten bepalen wind
Het Azorenhoog en het IJslandlaag zijn dus dominant aanwezig op onze weerkaarten en strekken zich uit over verschillende honderden kilometers. Maar hoe beïnvloeden ze het weer bij ons dan?
De winden op Aarde waaien onder invloed van verschillende krachten. Belangrijk hierbij zijn de gradiëntkracht, de Corioliskracht, de centrifugale kracht en de oppervlaktewrijving. Zonder hierbij meer in detail te treden, komt het erop neer dat het samenspel van deze krachten bepaalt hoe de winden waaien.
Kort gezegd waait de wind rondom het Azorenhoog met de klok mee en in het IJslandlaag tegen de klok in en wijkt de richting een beetje af van de isobaren (lijnen van gelijke druk).
Azorenhoog zorgt voor typisch wisselvallige weertype
Het samenspel tussen beide drukgebieden resulteert in dominant zuidwestelijke (maritiem subtropische) winden in de Benelux. Dit levert dus het typische Belgische en Hollandse weer op: een afwisseling van wolken en zon met geregeld buiige of frontale neerslag. De straalstroom tussen beide drukgebieden stuurt dan ook vaak lagedrukgebieden naar onze regio met wisselvallig weer.
Conclusie
Het Azorenhoog is een semi-permanent hogedrukgebied dat zich met haar kern boven de Azoren bevindt. Het ontstaat op de grens tussen 2 grote luchtcirculatiecellen, die worden gedreven door het samenspel tussen de zon, de vorm/kanteling van de Aarde en bijbehorende convectieve processen.
De positie boven de oceaan is vooral te verklaren door het minder snel optreden van oppervlakteconvectie en bijbehorende lagedrukgebieden vergeleken met de landmassa’s over dezelfde breedtegraad.
Samen met het IJslandlaag zorgt dit voor dominant zuidwestelijke winden in de Benelux, wat ons het typische Belgische en Hollandse weerbeeld oplevert. Het vormt dus een belangrijke component van het weer en klimaat in onze contreien en is daarom dan ook erg belangrijk om het reilen en zeilen van ons typische gematigde zeeklimaat beter te kunnen begrijpen.