Soorten supercells
Bij hevig onweer en de juiste ingrediënten (hoge onstabiliteit en windschering) kunnen supercells ontstaan. Dat zijn de buien waar stormjagers jaarlijks honderden tot duizenden kilometers voor afleggen. Het gaat hier dan ook niet om gewone buien, maar om de “koning der buien”. Ze worden onderverdeeld in drie categorieën. Dit zijn classic, high precipitation (HP) en low precipitation (LP). Daarnaast zijn er in de Benelux ook soms low-topped supercells mogelijk. Deze kunnen ook windhozen veroorzaken.
- Volg de weerupdates op de voet via Facebook en Twitter
- Volgen jullie al de weerberichten op Youtube?
- Bekijk het weerbericht voor de komende dagen
Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.
Classic supercell
Zoals eerder gezegd, supercells onderscheiden zich van andere buien. Meestal ontstaan ze in de warme sector van een lagedruksysteem. Ze hebben de mogelijkheid om af te wijken van de gemiddelde windrichting. Ze kunnen naar links (left-movers) of naar rechts (right-movers) afbuigen. Supercells komen in verschillende soorten en maten voor. Ze variëren in breedte en in hoogte. Ze produceren meestal overvloedige hoeveelheden regen, hagel, felle windstoten en downbursts. Ook windhozen (hetzelfde als een tornado) behoren tot de mogelijkheden, alhoewel dit bij de minderheid van de supercells voorkomt.
Vochtige lucht stroomt vanaf de zijkant van de neerslagvrije basis de wolk in. Door convectie beweegt deze lucht omhoog. Als er voldoende verticale shear (windschering) is, ontstaat er een grote gradiënt in windsnelheid en -richting tussen de bovenkant en onderkant van de wolk. Dit veroorzaakt horizontale draaiing (vorticiteit) die door de stijgstroom verticaal wordt. Deze rotatie noemt men ook wel een mesocycloon. Als gevolg hiervan neemt de hoogte van de wolk toe, tot wel 21 kilometer.
In de mesocycloon wordt koude, droge lucht gemixt met aangevoerde warme, vochtige lucht. Daardoor ontstaat aan het oppervlak vak een wall cloud. Hier kan in extreme gevallen ook een tornado uit ontstaan.
Een classic supercell is voorzien van de volgende kenmerken:
- Een doorschietende top boven een aambeeld. Deze top kan soms tot in de stratosfeer reiken
- Neerslagvrije basis
- Wall cloud
- Mammatus
- Forward Flank Downdraft (FFD). Hier valt de zwaarste neerslag, meestal ook in combinatie met een shelf cloud. Bij een classic supercell bevindt de FFD zich voor de neerslagvrije basis
- Rear Flank Downdraft (RFD). Bevindt zich achter de neerslagvrije basis, maar wetenschappers kennen nog niet alle kenmerken. In de RFD zouden de hoogste windsnelheden plaatsvinden.
Op de radar is een supercell te herkennen aan:
- Hook echo. Hier ontstaat mogelijk een tornado.
- Inflow notch. Op de radar een lage reflectiviteit, wat de instroom van de bui aangeeft
- V-notch. Heeft een V-vorm op de radar. Geeft de sterkste stijgstroom aan
High Precipitation supercell
Een high precipitation (HP) supercell heeft veel dezelfde karakteristieken als de klassieke variant. Er zijn echter een aantal belangrijke verschillen. HP’s vormen zich vaak in omgevingen met veel vocht in de atmosfeer. De windsnelheid in de bovenste luchtlaag mag niet meer dan 65 km/uur bedragen. HP supercells brengen daardoor enorme hoeveelheden regen met zich mee.
De gehele mesocyclone kan zware regenval bevatten. Dit maakt het voor stormchasers extreem gevaarlijk. Belangrijke kenmerken zoals wall clouds en tornado’s kunnen onzichtbaar zijn voor het blote oog als gevolg van de hevige regenval. Daardoor kan iemand zomaar oog in oog staan met een dodelijke tornado.
Low precipitation supercell
Een low precipitation supercell kan optreden als de windsnelheid in de bovenste luchtlaag meer dan 110 km/uur is. Ze vormen zich in een omgeving met een weinig vocht in de atmosfeer.
Door de sterke wind wordt de neerslag over een groter gebied verspreid. Er blijft dus weinig neerslag over om uit de basis van de storm te vallen. LP supercells produceren meestal niet veel neerslag, maar de neerslag die ze produceren is meestal in de vorm van zeer grote hagel. Tornado’s komen zelden voor bij een LP supercell.
Low-topped supercell
Naast de drie verschillende soorten supercells, behandelen we nog een vierde. Dit is de low-topped supercell (LT). Deze hebben kleinere dimensies in zowel de breedte als de hoogte.
Maar deze kleinere supercell heeft vaak dezelfde karakteristieken op de radar. Soms kunnen deze karakteristieken echter wat moeilijker zichtbaar zijn. We praten dan bijvoorbeeld opnieuw over hook echo’s.
In feite zijn deze stormen miniatuurversies van de klassieke variant en bevatten ze lagere echotoppen. Een echotop geeft de intensiteit van een bui aan. Hoe hoger de echotop, hoe hoger de updraft.
Doordat deze mini-supercell dus lagere echotoppen heeft, worden ze ‘mini supercells’ of ‘low-topped supercells’ genoemd. Op de radar kunnen LT-supercells geïsoleerd (net als met de klassieke variant) of in een squal line (vergelijkbaar met HP-stormen) voorkomen.
Handig voor de mensen die weerfoto’s nemen van imposante buien