Opnieuw wisselvallig weer op komst
Een kleinschalig lagedrukgebied dat afzakte richting de Benelux zorgde afgelopen weekend voor wisselvallig en vrij koud weer voor de tijd van het jaar. Komend weekend wordt het opnieuw wisselvallig, maar nu ontstaat er een glijbaan van polaire lucht. Iets wat we in de lente wel vaker zien, maar minder in de winter. De oorzaak ligt vooral aan de straalstroom die in de lenteperiode meer meandert dan in de winter door het verdwijnen van de polar vortex in het voorjaar.
- Volg ons ook via Facebook op NoodweerBenelux.
- Op zoek naar mooie weerfoto’s? We zijn ook actief op Instagram.
- Bekijk het online weerbericht via het Youtubekanaal
Lenteweer komt moeilijk op gang
Vandaag (woensdag) lijkt wel nog een mooie dag te worden. De mist en lage wolken lossen op in de loop van de dag, behalve in de kustgebieden waar deze hardnekkig kunnen blijven. Echter, de komende dagen gaan de temperaturen opnieuw bergaf. Vanaf donderdag komen de temperaturen met moeite nog boven 15 graden en in het weekend zelfs maar net 10 graden. Hoe komt dit toch?
NAO index
De negatieve NAO index is de komende tijd een boosdoener om eventueel lenteweer tot hier te krijgen. Deze was de afgelopen tijd negatief en daar lijkt de komende tijd weinig aan te veranderen. Deze negatieve NAO index duwt de straalstroom wat zuidelijker, waardoor de Benelux te maken krijgt met wisselvalliger weer de komende dagen, voorafgegaan aan een polaire stroming aan de oostflank van een rug op de oceaan.
De vergelijking met vorig jaar is dan ook snel gemaakt. Waarom hadden we vorig jaar dan wel mooi weer? We zien dat de NAO index toen de hele periode positief was. Een positieve NAO index geeft dan voorkeur aan een steeds wederkerende uitbreiding van een Azorenhoog richting onze streken, vandaar ook die zachtere temperaturen vorig jaar.
Fris weekend
Komend weekend zien we op de weerkaarten een diepe noordelijke stroming tot stand komen. In de winter levert deze situatie vaak leuke (sneeuw)buien op, nu zien we echter gewoon regenbuien met wat korrelhagel en in de Ardennen kans op een natte sneeuwvlok. Met deze noordelijke stroming zal het natuurlijk ook niet warm worden. Temperaturen zullen schommelen rond 10 graden, wat 6 à 7 graden te fris is voor de tijd van het jaar. Op en top wisselvallig weer dus!
Kijken we even meer in detail naar zaterdag en zondag, dan zien we in de loop van de zaterdagochtend een koufront overtrekken. Dit front brengt vooral op hoogte koudere lucht mee en in combinatie met weinig wind kan dit winterse neerslag opleveren ten zuiden van Samber en Maas. Vooral zaterdag krijgen we dan op de passage van de hoogtetrog (temperatuur op 5.5 km daalt naar -37 graden) enkele pittige buien, met kans op korrelhagel. Zondag warmen de bovenluchten alweer op en vermindert de intensiteit en het aantal buien, maar enkele buienlijnen die overtrekken zullen er toch nog voor zorgen dat de paraplu niet vergeten kan worden!
De totale hoeveelheid neerslag blijft wel aan de magere kant volgens ECMWF, maar alle beetjes helpen om de natuur van voldoende water te voorzien.
Droogte
In deze paragraaf ga ik even wat verduidelijken wat betreft “droogte“. De afgelopen tijd is er daar vaak sprake van geweest, zowel in de media als op verschillende weersites. Om te beginnen kan je droogte bekijken op twee verschillende niveaus.
Het eerste niveau is de bodem. Dit is de bovenste 1.5 meter van de grond. Actueel zijn er hier nog geen problemen. Dat is ook duidelijk op de onderstaande droogtekaart. Dit niveau is echter wel onderhevig aan sterke schommelingen. Zo heb je in deze laag immers de transpiratie (opname van water en verdamping door de planten bij het fotosyntheseproces), maar ook de evaporatie (rechtstreekse verdamping uit de bodem), samen ook wel evapotranspiratie genoemd.
Dit proces zou zorgen voor een waterverlies van 5 à 6 miljoen liter water per hectare per jaar. Echter moet er ook rekening gehouden worden met de samenstelling van de bodem (zand, leem of klei) want ook die heeft een impact op hoe snel de bodem uitdroogt en hoe snel het water percoleert.
Het tweede niveau bevindt zich iets dieper in de grond, dat is de grondwatertafel. Dit is een laag in de grond waar er continu een verzadiging aanwezig is. Deze laag is minder onderhevig aan schommelingen, al treden er wel een verschillen per seizoen op. Zo zien we deze in de winter stijgen en in de zomer vaak dalen.
De reden hiervoor is niet ver te zoeken. In de winter wordt er door de planten amper aan fotosynthese gedaan. Ook als mens wordt er in de winter minder water verbruikt dan in de zomer. Hierdoor is er dus ook weinig nood aan water. In de lente en zomer wordt er massaal aan fotosynthese gedaan en is er dus veel vocht nodig. In eerste instantie van de bodem, in tweede instantie wordt ook deze grondwatertafel aangesproken.
De problematiek op vlak van droogte speelt zich vooral af op het tweede niveau. Afgelopen winter is er niet genoeg neerslag gevallen zodat de tekorten van afgelopen zomer niet aangevuld konden worden. We zitten als het ware dus met een achterstand wat betreft de grondwatertafel. Het zal veel mogen regenen om deze op peil te krijgen, want er moet rekening worden gehouden dat niet al het regenwater rechtstreeks naar deze grondwatertafel zakt, maar deels in de riolering, in de rivieren, in zee… terechtkomt en dus niet in de grond dringt! Het probleem is niet alleen in België, maar ook in Nederland aanwezig! Voorlopig hoeft er wel nog niet gedacht te worden aan doemscenario’s…het is nog niet zo ver!
Neerslag afgelopen kwartaal
Een kwartaal is zonet gepasseerd (januari-februari-maart-april). Als we de neerslag vergelijken met deze van vorig jaar, zien we eigenlijk weinig verschillen. Lokaal viel meer neerslag, op andere plaatsen dan weer minder. Ook dit is nefast geweest voor de aanvulling van het grondwater.
Op dit moment is het onmogelijk om te voorspellen of komende zomer droog en warm wordt, of net wisselvallig en wat frisser. De meeste voorspellingen van de modellen komen uit bij optie 1, maar dit is heel onbetrouwbaar.
Weer op de lange termijn?
Volgende week liggen de opties nog open. Enkele modellen (UKMO) opteren op een stabilisatie van het weer door een opkomend Azorenhoog. ECMWF en GFS moeten hier minder van weten en laten het wisselvallig weer wat langer aanhouden door die zuidelijke straalstroom. Ook de temperaturen blijven hierdoor wat achter. Naar het einde van de periode lijken de temperaturen wel terug te keren naar de normale waardes voor de tijd van het jaar.