9 december 2020 - 4 min. lezen
1 reacties 1

Het uitermate actieve orkaanseizoen van 2020 is op 30 november afgelopen. Tegelijkertijd hebben we momenteel te maken met een La Niña op de Grote Oceaan. We weten al dat El Niño en La Niña wereldwijd gevolgen hebben op het weer. Maar zorgt de huidige La Niña voor meer orkanen?

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Effect op windschering

Voor het Atlantische bassin blijkt uit onderzoek dat La Niña veel effect heeft op de vorming van tropische stormen en orkanen. Het is namelijk zo dat ten tijde van La Niña condities de westelijke circulatie op hoogte zwakker is. Dat betekent dat er een groter veld kan ontstaan met relatief weinig windschering.

Tropische stormen ontstaan op de Atlantische Oceaan vaak vanuit een ‘tropische golf’ die vanaf Afrika naar het westen trekt. Daarbij zijn ze voor hun ontwikkeling naast de zeewatertemperatuur ook afhankelijk van de hoeveelheid windschering. Als die namelijk groot is, betekent dit dat de windrichting en -snelheid veel verschilt op verschillende hoogtes.

La Niña zorgt voor een zwakkere wind op hoogte. Als gevolg daarvan is er minder windschering op de Atlantische Oceaan. (NOAA)

Tropische stormen en orkanen moeten zich ontwikkelen in de hoogte. Als de windschering dan te hoog is, wordt groei in de hoogte onmogelijk gemaakt. La Niña zorgt er dus voor dat een ‘tropische golf’ zich vaker zal ontwikkelen tot tropische storm of orkaan. Daarnaast worden ze krachtiger, omdat hun groei minder geremd wordt.

Stormen geraken zuidelijker tijdens La Niña

Een ander effect van La Niña is dat deze talrijke tropische stormen vaker een zuidelijke route kiezen. In 2020 zagen we dit terug in de routes van onder andere orkaan Nana en de zware orkanen Eta en Iota die in Midden-Amerika aan land gingen.

Tegenstrijdigheid

Hoewel we rond een “La Niña event” duidelijk meer tropische stormactiviteit zien, komt de piek juist voor in de neutrale fase van ENSO (El Niño/Southern Oscillation, een verzamelnaam voor het fenomeen).

De recordseizoenen van 2005 en 2020 vielen namelijk net in de neutrale ENSO fase. In beide jaren was er in de daaropvolgende wintermaanden pas sprake van een La Niña.

Gevolgen van La Niña voor vorming van orkanen in andere gebieden

Ook in andere gebieden komen tropische cyclonen voor. De effecten van La Niña zijn in deze gebieden wel minder merkbaar dan op de Atlantische Oceaan.

Op de Grote Oceaan is het belangrijkste effect van La Niña terug te vinden in de positie van de subtropische hogedrukgebieden. Dat is een soort ‘band’ van hogedrukgebieden rond 30° noorderbreedte. Deze hogedrukgebieden liggen tijdens La Niña westelijker dan normaal. Dat zorgt ervoor dat tropische cyclonen zich over het algemeen meer naar het westen manifesteren. Dit heeft als gevolg dat ze vaker voor overlast zorgen in China en Vietnam.

Op het zuidelijk halfrond komen tropische cyclonen jaarlijks voor op de Indische Oceaan en op de Pacifische Oceaan. Voor beide regio’s blijkt uit onderzoek dat er meer tropische cyclonen actief zijn als er een La Niña is. De oorzaak hiervan is nog niet duidelijk geworden.

De effecten op Europa

Er zijn geen grote bewezen invloeden van La Niña op het weer in Europa. Er is in elk geval geen verband te vinden tussen het aantal (sub)tropische stormen die hier voorbij trekken en La Niña.

Tegelijkertijd moeten we de verbanden met een korreltje zout nemen. Hoewel er uitvoerig onderzoek is gedaan, blijkt dat er mogelijk grote verschillen zitten tussen de types La Niña. Er is dus zeker meer onderzoek nodig voordat we met 100% zekerheid kunnen zeggen dat La Niña meer orkanen veroorzaakt!

Pim

Door Pim

Student Bodem, Water, Atmosfeer aan de Wageningen Universiteit (Nederland). Van jongs af aan ben ik al gepassioneerd door het weer! Mijn focus ligt op het schrijven van artikels rond tropische stormen.


Verder lezen

Alles bekijken