16 juni 2018 - 6 min. lezen 6 reacties

De laatste decade van de voorbije maand mei verliep uiterst onstabiel, met elke dag opnieuw een reeks onweersbuien die over de Benelux trokken. Op verschillende plaatsen haalden deze onweders fel uit met veel bliksemontladingen, overvloedige neerslag en wateroverlast en zelfs modderstromen tot gevolg. Dat was niet alleen bij ons het geval, maar ook in onze buurlanden.

Een vraag die velen zich stellen is uiteraard waarom het zo onstabiel was en of we dit extreem weer moeten linken aan de klimaatopwarming. In dit artikel trachten we op beide vragen een (genuanceerd) antwoord te geven.

Aanhouden extreem onweer in mei

Onstabiele lucht

Tijdens de derde decade van de maand mei hadden we te maken met een sterk geblokkeerd weerpatroon, gedetermineerd door twee grote druksystemen. Er lag enerzijds een hogedrukgebied boven Scandinavië en anderzijds een quasi stationair lagedrukgebied in de buurt van het Iberisch Schiereiland.

De Benelux kwam daarbij te liggen in een overgangsgebied met aanvoer van vrij warme en vochtige, maar onstabiele maritiem tropische lucht vanuit het zuidoosten. Dit zorgde voor relatief hoge temperaturen (meestal meer dan 25°C), maar door de onstabiele opbouw van de vochtige atmosfeer konden er ook gemakkelijk onweersbuien ontstaan.

aanhoudend extreem onweer in mei
Het geblokkeerde stromingspatroon boven de Benelux. Hogedruk boven Scandinavië en lagedruk boven het Iberisch Schiereiland.

Weinig stroming

Onder invloed van sterke zonne-instraling in combinatie met de aanwezigheid van vochtige lucht, liepen de CAPE-waardes boven de Benelux zeer hoog op (tot ruim boven 1000 J/kg). Significante windschering ontbrak echter, omdat er op alle levels zeer weinig stroming zat. Hierdoor waren de onweersbuien die ontstonden veelal van het type “Pulse storm”. Dit zijn zeer intense, maar lokale, onweersbuien die veel neerslag op korte tijd genereren (en soms ook hagel) met ook gevaar voor wateroverlast, omdat ze ter plaatse uitregenen. Door de hoge energetische lading van de atmosfeer kamen er ook veel bliksemontladingen voor, vooral dan in Nederland. Daar was er lokaal zelfs ook sprake van grote hagel (bv. nabij Utrecht), als gevolg van de extreme onstabiliteit.

CAPE
De CAPE was zeer hoog over de Benelux.

Gevolgen extreem weer

De onweerachtige episode ging niet ongezien voorbij. Wel dagelijks was er sprake van wateroverlast door wolkbreuken en in de heuvelachtige gebieden had men ook vaak te kampen met modderstromen. Deze werden veroorzaakt door erosie van de bodem afkomstig van de akkers, waarop de gewassen nog zeer laag staan deze tijd van het jaar en dus weinig of geen bescherming bieden tegen het erosieve effect van de hevige regenval. Mede door een gebrek aan efficiënte erosiemaatregelen op de velden kon het water dan ook makkelijk afstromen en zo veel vruchtbare bodem afspoelen van de akkers, met modderoverlast in de dalen tot gevolg.

Klimaatverandering?

Mensen vragen zich nu af of dit aanhouden extreem onweer, zoals het zich de voorbije maand voordeed, toe te schrijven valt aan de klimaatverandering. Het antwoord hierop is tweezijdig en zal ik hieronder kort toelichten.

Klimaat vs. weer

Deze eenmalige langdurige extreme onweerachtige periode mogen we niet zomaar wijten aan de klimaatverandering. Dit is gedetermineerd door het toevallige aspect van het weer dat ervoor zorgde dat we eind mei een geblokkeerd stromingspatroon kregen. Het weer is namelijk elke dag anders en de weerpatronen zijn ook niet elk jaar hetzelfde…

Om deze variabiliteit uit te middelen worden klimaatstatistieken bekeken voor langere periodes van vele jaren achter elkaar. Een klimaatperiode wordt meestal gedefinieerd over 30 jaar. Als je een verandering waarneemt van een bepaalde weer parameter (bv. extreme neerslag) over deze 30-jarige klimatologische periode, kan je pas spreken over “klimaatverandering”.

Toekomstige trends in extreem weer

Voor België en Nederland is door middel van lange tijdsreeksen reeds aangetoond dat het aantal dagen met extreme neerslag is toegenomen en zelfs verdubbeld sinds midden vorige eeuw. Toekomstige klimaatprojecties voor onze contreien laten ook een verdere toename zien in de intensiteit en frequentie van extreme events, zoals extreme neerslag. Daarbij zullen ook de episodes met blokkades toenemen. We krijgen dus ook langere periodes met hetzelfde (al dan niet extreem) weer.

Verzwakking straalstroom

Dat we meer blokkades mogen verwachten in de toekomst hangt samen met een verzwakking van de straalstroom. Doordat als gevolg van de opwarming van de aarde het temperatuurcontrast tussen de evenaar en de polen zal afnemen, zal ook de straalstroom “minder actief” worden. De straalstroom wordt immers gevoed door dit temperatuurverschil. Door de afname van de meridionale temperatuurgradiënt zal de straalstroom enerzijds trager voortbewegen en anderzijds ook feller meanderen (kronkelen). Als gevolg hiervan zullen de hoge- en lagedrukgebieden, gestuurd door de straalstroom, ook langer op dezelfde plaats blijven liggen, waardoor er dus meer blokkades zullen zijn.

straalstroom
Als gevolg van de klimaatverandering zal de straalstroom ‘luier’ worden. Hij zal trager bewegen (pijlen) en ook sterker meanderen. (Francis et al. 2012: Evidence linking Arctic amplification to extreme weather in mid-latitudes)

Meer vocht in de atmosfeer

Een logisch gevolg van de opwarming van de aarde is een toename van de temperatuur op aarde. Deze opwarming heeft echter nog een bijkomend effect en dat is een vochtigere atmosfeer. Warme lucht kan immers meer waterdamp bevatten dan koudere lucht. Dit zal er dan ook voor zorgen dat (extreme) neerslag events potentieel meer voeding zullen krijgen in de toekomst en ze dus ook intenser kunnen uitpakken. Doordat waterdamp eveneens een broeikasgas is, werkt een vochtigere atmosfeer het broeikaseffect dus nog meer in de hand! Dit noemen we in de klimatologie ook wel een “positieve feedback”.

Conclusie?

De episode met aanhoudend extreem onweer in mei werd veroorzaakt door een geblokkeerd stromingspatroon in de atmosfeer. Deze eenmalige episode mogen we echter niet rechtstreeks linken met de klimaatverandering. Toekomstige klimaatprojecties zien echter een toename in de intensiteit en frequentie van extreme neerslag, met ook een toename van het aantal blokkades in het weerpatroon. In die zin liggen de toekomstige projecties dus wel in lijn met wat we de afgelopen maand hebben meegemaakt!

Samuel

Door Samuel

Afgestudeerd fysisch geograaf aan de KU Leuven in de specialisatie weer- en klimaat. Ik ben professioneel omgevings- en klimaatexpert en ben actief geweest als klimaatwetenschapper aan de KU Leuven. Al van kinds been af ben ik bijzonder gepassioneerd door weer en klimaat. Binnen NoodweerBenelux ben ik vooral actief als weeranalist en schrijf ik artikels over weer en klimaat.


Verder lezen

Alles bekijken