21 september 2019 - 7 min. lezen 59 reacties

Na een heerlijke zonnige en nazomerse zaterdag wordt het in de loop van zondag opnieuw wisselvalliger. Initieel kan het nog zomers warm worden. Later trekt een storing over onze regio en is er kans op onweersbuien. Dit is vooral boven België en het Zuidwest-Nederland. Na de passage van het koufront luiden we een wisselvallige en herfstachtige periode in vanaf aanstaande maandag.

Configuratie op de weerkaarten

Een hogedrukgebied boven het zuidoosten van Europa dat ons de voorbije dagen erg zonnig weer gaf, trekt stilaan verder weg en maakt plaats voor een depressie. Deze depressie wordt vanuit het westen aangevoerd onder invloed van een naderende hoogtetrog (dit is een bel met koude lucht op hoogte die onder invloed van de straalstroom zuidwaarts trekt).

Desondanks wordt bij ons aan de oppervlakte eerst nog warme, maar vrij vochtige lucht naar onze streken gevoerd. Een koufront behorende bij dit oprukkend lagedrukgebied, bereikt ons echter morgen in de loop van de dag. Dit zorgt voor een afkoeling met kans op onweersbuien. Voor het koufront uit, is er ook nog een zwak warmtefrontje aanwezig.

Op de weerkaarten zien we een wegtrekkend hogedrukgebied dat ons eerst nog vrij warme lucht bezorgt (rode pijl), maar ook een oprukkende depressie vanuit het westen, waarachter koude lucht zit (blauwe pijl). Een verzwakt warmtefrontje trekt voor het koufront al in de ochtend het westen van België binnen en zorgt tijdelijk voor meer (sluier)bewolking. Op de Atlantische Oceaan zien we restanten van ex-orkaan Humberto.

Morgenochtend bereikt dit verzwakte warmtefront al het westen van de Benelux, met dan vooral hoge en middelhoge bewolking. Op een aantal plaatsen zal de hemel daardoor tijdelijk eerder gesluierd of grijsachtig lijken (een verdwaald regendruppeltje is niet geheel uitgesloten), al komt een (water)zonnetje er zeker nog geregeld aan te pas, zeker wanneer dit frontje later doortrekt richting het noordoosten.

De temperaturen lopen dan nog vrij hoog op, tot 23-26 graden in het grootste deel van Nederland, tot 24-27 graden in België en het zuiden van Nederland en tot zo’n 20-24 graden in de Ardennen en de kustregio’s. In de loop van de middag wordt daarmee ook de convectietemperatuur (de temperatuur aan de oppervlakte die nodig is om stapelwolkjes te laten ontstaan) bereikt en ontstaat er stapelbewolking.

Later op de dag kans op onweer

Door de combinatie van de aanvoer van warme en vochtige lucht aan de grond en de naderende hoogtetrog met koudere bovenluchten loopt de CAPE (een maat voor de onstabiliteit van de atmosfeer) in de loop van de dag op tot zo’n 700-1000 J/kg. Windschering (de verandering van de windsnelheid en -richting met de hoogte) in de onderste 6 km is eerder zwak en blijft grotendeels beneden 20 kts. de onweersbuien zullen dus voornamelijk ‘single cells’ zijn (in de classificatie van onweersbuien behoren deze tot de zwakste vorm) en dus lijken zware toestanden hierdoor niet echt aan de orde, al is het bij onweersbuien altijd opletten natuurlijk.

Op zondag wordt het op vele plaatsen nog zomers warm, tot 27 graden in België. (GFS van wetterzentrale)

Tegen de late namiddag bereikt echter de eerste neerslag het westen van België. Een koufront trekt vervolgens doorheen de Benelux. Mogelijke onweersbuien kunnen daarbij initieel nog vanaf de grond ontstaan net voor het koufront uit (CIN of ‘het dekseltje dat de groei van onweersbuien tegengaat’, is klein of afwezig en ook de convectietemperatuur wordt op sommige plaatsen bereikt), maar worden later ook geholpen door de windsprong behorende bij het koufront (convergentie of m.a.w. samenkomende lucht die wordt gedwongen om te stijgen) en mechanische lifting door het koufront zelf (de lucht wordt als het ware omhoog gestuwd door het koufront). Vooral boven België en ZW Nederland lijkt de kans op onweersbuien het grootst.

Verticale doorsnede van de atmosfeer boven centraal België op zondagmiddag, waarbij buien relatief makkelijk vanaf de grond kunnen ontstaan. Zolang de paars gestippelde lijn (de temperatuur van een stijgend luchtpakketje of ‘T parcel’) rechts van de rode curve (de temperatuur van de omgevingslucht of ‘T air’) zit, kan de bui blijven doorgroeien. Zoals te zien aan de blauwe horizontale lijn (het equilibrium niveau of ‘EL’) kunnen buien hier relatief makkelijk doorgroeien tot ca. 9 km hoogte. CAPE voor deze sounding bedraagt 600 J/kg.

Het koufront zal dan als lijnvormige structuur verder over onze regio trekken, maar tijdens deze doortocht richting het noordoosten, geraken de onweersbuien ingebed in het koufront zelf en lijken deze dan wel te verzwakken. Dit komt omdat het koufront de voeding van warme lucht vanaf de grond afsnijdt en de buien dus vanop hoogte zullen moeten gevoed worden.

De onstabiliteit is dan echter veel minder uitgesproken (een pakketje lucht dat vertrekt op 950 hPa heeft dan nog een CAPE van 100-200 J/kg). Vooral ten zuiden van de lijn Den Haag-Eindhoven-Roermond lijkt de kans op onweersbuien dan ook het grootst. Ten noorden van deze lijn zijn enkele donderklappen niet uitgesloten, maar de kans lijkt hier toch kleiner doordat de ingebedde buien vanaf hoogte moeten gevoed worden tegen dat ze daar aankomen.

Verticale doorsnede van de atmosfeer boven het midden van Nederland later op zondagmiddag, waarbij buien moeilijk vanaf de grond kunnen ontstaan. De paars gestippelde lijn (de temperatuur van een stijgend luchtpakketje of ‘T parcel’) ligt nergens rechts van de rode curve (de temperatuur van de omgevingslucht of ‘T air’), de bui kan dus niet groeien vanaf de grond. Een pakketje dat vanaf ca. 900 hPa vertrekt (roze gestippelde lijn) bevat wel wat onstabiliteit, maar deze is duidelijk minder dan wanneer de buien vanaf de grond zouden gevoed worden. Hier zijn de onweerskansen dan ook veel minder hoog.

Het koufront trekt relatief snel over de regio waardoor de meeste weermodellen momenteel uitgaan van zo’n 10-20 mm neerslag tot maandagochtend, misschien plaatselijk nog iets meer. Windstoten zijn mogelijk tot 60-70 km/h, al laat een enkel model deze wel pieken tot 80-90 km/h tijdens de buien boven België en ZW Nederland. Hagelkansen zijn daarbij eerder klein.

Vooral boven België en het zuidwesten van Nederland zijn de onweerskansen het hoogst. Naarmate de storing verder trekt richting het noordoosten, verzwakken de buien en daalt de onweerskans. (GFS van wetter3.de).

Conclusie

Tot een stuk in de namiddag verwachten we nog aangenaam warm weer, al kan het tijdelijk wel even wat meer bewolkt lijken door de doortocht van het verzwakt warmtefrontje. De hoogste maximumtemperaturen (tot ca. 27 graden) verwachten we nog boven België, maar ook in grote delen van Nederland kan het nog zomers warm worden. Een koufront bereikt in de loop van de namiddag het westen van België en trekt als een lijnvormige structuur over de Benelux.

Initieel zijn er daarbij vooral in België en ZW Nederland kans op onweersbuien. Naarmate de storing verder trekt richting het noordoosten raken de buien ingebed en verzwakken ze omdat ze niet meer vanaf de grond gevoed kunnen worden. Grofweg: ten noorden van de lijn Den Haag-Eindhoven-Roermond zal de neerslag dan ook vooral gewone regen zijn, met eventueel nog enkele donderklappen.

Uiteindelijk verwachten we daarbij geen al te zware toestanden: hagelkansen zijn eerder klein en het koufront trekt vrij snel door, zodat op de meeste plaatsen de neerslaghoeveelheden beneden 20 mm blijven. De meeste modellen houden de mogelijke windstoten op maximaal 60-70 km/h. Toch is het bij onweersbuien steeds opletten en kan het met momenten even stevig doorregenen. Na de passage van het koufront luiden we een eerder wisselvallige en frissere periode in vanaf aanstaande maandag. Genieten dus…nu het nog kan!

Yoni

Door Yoni

Afgestudeerd geograaf aan de KULeuven en doctorandus binnen klimatologie/glaciologie aan de VUBrussel. Binnen NoodweerBenelux ben ik vooral bezig met het schrijven van artikels en het programmeren van tools om bepaalde weerelementen te voorspellen.


Verder lezen

Alles bekijken