Zeewater en haar invloed op ons klimaat in de Benelux
De Benelux kent een zogenaamd gematigd zeeklimaat. De nabijheid van de Noordzee zorgt ervoor dat extreme schommelingen in het weerbeeld meestal uitblijven. De temperatuur van het zeewater is daarbij van grote invloed. Maar wat zijn nu precies de effecten van dit zeewater op ons klimaat? Zijn er binnen ons overkoepelende zeeklimaat verschillen merkbaar per regio? We zoeken het uit.
Water
Laten we eens kijken naar de belangrijkste substantie op onze aardbol: water oftewel H2O. Ongeveer 70% van onze planeet bestaat uit H2O. Water heeft als belangrijkste eigenschap dat het bij een wisseling van temperaturen, in vergelijking met andere stoffen, maar heel geleidelijk verandert. Opwarming vindt dus heel langzaam plaats, afkoeling ook.
Het gevolg is dat water bij eenzelfde hoeveelheid zonnewarmte minder goed kan opwarmen óf afkoelen dan landoppervlak. Hierdoor is zeewater ‘s winters warmer dan het land en ‘s zomers koeler dan het land. En dit heeft zijn weerslag op de temperaturen in ons zeeklimaat.
Westenwind
Aangezien de wind in ons deel van Europa vaak uit het westen of zuidwesten (vanaf zee) komt, neemt de aangevoerde lucht ook eigenschappen aan van het zeewater waar de lucht overheen strijkt. Dat betekent het hele jaar door relatief gematigde temperaturen: ‘s zomers is het vrij koel en ‘s winters vrij zacht. Vergelijk dit eens met Siberië, een gebied waarvan het meest zuidelijke deel op dezelfde breedtegraad ligt als de Benelux. De winters zijn daar extreem koud en de zomers warm tot heet. Dit voorbeeld geeft mooi het verschil tussen land- en zeeklimaat aan.
Temperatuurverschillen
Uiteraard zijn er zelfs binnen het overkoepelende zeeklimaat van de Benelux grote verschillen. En ook die verschillen zijn goed te verklaren. In het algemeen geldt: hoe dichter bij zee, hoe gematigder de temperaturen. In de Belgische en Nederlandse kuststrook is het ‘s winters dan ook circa 2 °C zachter dan landinwaarts.
Het verschil met de Ardennen is ‘s winters nog een paar graden meer, al speelt de hoogte daar een grote rol in het koude klimaat. In de zomer is het daarentegen aan de kust 1,5 tot 2°C koeler dan meer landinwaarts gelegen gebieden zoals de Kempen en Limburg.
- Bekijk de actuele temperatuurverdeling in de Benelux
- Voor het weer in jouw woonplaats, bekijk dan weer op locatie.
Neerslagverschillen
Niet alleen heeft de nabijheid van het zeewater zijn invloed op de temperatuur, maar ook op de neerslagverdeling in de Benelux. In de lente en zomer is het landoppervlak warmer dan het zeewater voor de kust. Hierdoor vinden er weinig verticale luchtbewegingen plaats boven het koele zeewater, terwijl het warme land voor flinke stijgbewegingen kan zorgen.
Uitgezonderd fronten ontstaan de buien in het zomerhalfjaar dan ook voornamelijk boven land. Dit zie je terug in de neerslagverdeling: de kuststrook is vooral in het voorjaar en het eerste deel van de zomer droger dan het binnenland.
In de herfst en winter is het water voor de kust warmer dan het continent én de luchttemperatuur vlak boven het zeewater zelf. Boven zee vinden nu bij voorkeur de stijgbewegingen plaats. Het gevolg is dat de buien zich concentreren boven de Noordzee en het boven land meestal helder is.
Zeker wanneer er ook nog een bel koude lucht op hoogte (zichtbaar op weerkaarten van de atmosfeer op 1500 meter en 5500 meter) overtrekt, kan dit resulteren in flinke opleving van buien in de kustgebieden. Ook dit is allemaal zichtbaar in het neerslagpatroon: de kuststrook is met name vanaf september tot februari natter dan het binnenland.
Windrichting
De windrichting is van groot belang bij het karakter van de luchtsoort. Bij winden uit een westelijke of noordelijke richting is de invloed van het zeewater groot: in de winter relatief zacht en in de zomer koel. Komt de wind echter uit het zuiden of oosten, dan is de continentale invloed meer aanwezig: in de winter koud en in de zomer warm. In de lente en de herfst heeft de windrichting een minder uitgesproken effect op de temperatuur.
Zeewater reageert traag op zonnestand
Daarnaast is er nog een opmerkelijk feit: op het noordelijk halfrond staat de zon op 21 december het verst van ons vandaan. De dagen zijn het kortst en de zon staat het laagst aan de horizon. Ze geeft hierdoor weinig warmte. Op 21 juni daarentegen staat de zon het hoogst aan de hemel en zijn de dagen het langst. Op deze dag is de opwarming maximaal.
Naar aanleiding van bovenstaande feiten zou je dus normaliter mogen verwachten dat 21 december de koudste dag van het jaar is en 21 juni de warmste. Dit is echter niet het geval. Sterker nog, de koudste periode van het jaar valt in de Benelux klimatologisch gezien eind januari en de warmste periode vindt traditioneel eind juli plaats.
Beide ruim een maand ná het zonneminimum/-maximum. Dat komt doordat zeewater ‘de tijd nodig heeft’ om op te warmen of af te koelen. Zo gebeurt het dus dat de oppervlaktetemperatuur van de Noordzee eind februari (ruim 2 maanden na de laagste zonnestand) op zijn laagst is en eind augustus (ruim 2 maanden na de hoogste zonnestand) op zijn hoogst.
Conclusie
Het moge duidelijk zijn dat de nabijheid van de Noordzee een grote invloed heeft op ons weer. In vergelijking met andere gebieden hebben wij relatief gematigde temperaturen het hele jaar door. Het zeewater creëert bovendien temperatuurverschillen en neerslagverschillen binnen de Benelux zelf. De windrichting bepaalt in grote mate in hoeverre het zeewater zijn invloed kan uitoefenen over de Benelux.