10 februari 2024 - 4 min. lezen
1 reacties 1

De winter 2023-2024 loopt tegen zijn eind, tijd om conclusies te trekken en voorzichtig vooruit te blikken op de lente. De winter verliep nat en zacht, volgt de lente dit spoor of zijn er signalen die een andere richting op wijzen?

Een zachte winter

De conclusie mag nu al gesteld worden dat het opnieuw een zachte winter is geweest. December ondanks een koude start bleef in het vervolg zacht, januari was gemiddeld vrijwel normaal maar februari is opnieuw zacht tot zeer zacht. Eventueel (wat) kouder weer aan het eind van de maand zal het hele beeld van de winter niet meer kunnen veranderen. Ondanks hogedruk boven Canada bleef ons weer overwegend zacht, tussen hogedruk boven het Iberisch Schiereiland en lagedruk boven Scandinavië.

Hogedruk boven Canada maar ook hogedruk boven Zuidwest-Europa en lagedruk boven Scandinavië brachten vooral zacht weer in de Benelux.

Winterverwachting houdt stand

Reinout van den Born met zijn winterverwachting bij de Wintermeeting heeft het wat dat aangaat uiteindelijk toch bij het rechte eind gehad. Dat ondanks dat het er even naar uitzag dat het kouder zou worden tegen de helft van februari.

Kern van zijn betoog eind november voor een zachte winter was de hoge IOD (Indian Ocean Dipole), de temperatuurverdeling in de Indische Oceaan die in 2019/2020 eveneens voor een bijzonder zachte (en natte) winter zorgde.

Verder beleven we dit jaar een (sterke) El Nino, de combinatie van beiden was in het verleden overwegend aanleiding voor zachte winters. Krachtige El Nino’s hebben sowieso een verzachtende invloed vanwege de ermee gepaard gaande algehele opwarming van de aarde. 1983 en meer nog 1998 en 2016 zijn goede voorbeelden daarvan. Voor de zoveelste keer heeft de globale opwarming een boost gekregen.

De gemiddelde luchtdrukafwijking bij winters met zowel een El Nino als een positieve Indian Ocean Dipole (IOD). Overwegend zacht weer hogedruk boven Zuidwest- en Midden-Europa.

Toch een winterse episode in januari

Dat we desondanks in januari toch nog wat kou hebben gezien, hebben we te danken aan een tijdelijke verzwakking van de IOD in combinatie met de afzwakking van de stratosferische poolwervel. Dat gaf in de loop van december aanleiding voor een Canadian Warming in januari gevolgd door een minor warming.

Mede dankzij de oostelijke QBO is het dan toch nog een beetje winter geweest; helaas maakte de reflecterende Major SSW van half januari maakte hier weer radicaal een einde aan.

19 januari 2024. Zonsopkomst na een sneeuwbui (Odijk)

Een winters vervolg?

Begin februari blies het verloop van de MJO de hoop op nieuw winterweer nieuw leven in, en de lange termijn weerkaarten, met name die van de EC46, bevestigden dat beeld, maar de praktijk blijkt een heel stuk weerbarstiger. Opnieuw speelt de IOD op, waarmee alle hoop op substantiële kou verdwenen lijkt.

De Indian Ocean Dipole speelt opnieuw op, hij wordt aanvang halverwege februari opnieuw sterk positief. Afbeelding met dank aan Reinout van den Born.

Een tweede SSW

Daarmee is het winterverhaal echter nog niet definitief uit verteld. De MJO in fases 6 en 7 heeft een nieuwe major SSW kansrijk gemaakt, zo rond 20 februari. We zullen denkelijk alsnog te maken krijgen met noordelijke blokkades, maar hoe die uit zullen werken op ons weer blijft voorlopig  ongewis.

Verwachting van EC46 voor wat betreft de stratosfeer. Een mogelijke SSW rond 20 februari, dat zou dan de tweede SSW worden deze winter.

Weer tijdens de lente 2024?

Voor de lente echter lijkt het signaal inmiddels wel duidelijk. Die verloopt naar alle waarschijnlijkheid nat; dat is een statistisch feit na een winter met een El Nino. Dat signaal wordt ook nog eens versterkt door de late SSW, die maanden destabiliserend door kan werken op het lenteweer. Voorbeelden daarvan zijn de lentes van 2010, 2013, 2021 en 2023. 2018 als uitzondering op de regel bracht bittere kou eind februari en in maart, maar verder een prachtige lente. Dat jaar echter hadden we een La Nina.

De lange termijn verwachting van het ECMWF voor maart-mei bevestigt dat beeld. Onstabiel maar niet al te koud lenteweer met meer dan normale neerslag. De trend van nat weer die vorig jaar ingezet is, is niet zomaar doorbroken.

De 500 hPa anomalie voor de lente (maart-mei). Een zuidelijke straalstroom met verhoogde depressieactiviteit. Temperaturen rond of iets boven normaal.

Paul Verheij

Door Paul Verheij

Na een klein jaar op de klimatologische Dienst van het KNMI gewerkt te hebben, heb ik fysische geografie gestudeerd, bijvak meteorologie. Sinds 1977 ben ik met een onderbreking actief voor de Vereniging voor Weer en Klimaat, ik schrijf voor hun blad Weerspiegel regelmatig artikelen over weerhistorie of de stratosfeer. Met Sebastiaan Cobelens ben ik medeorganisator van de Wintermeeting.


Verder lezen

Alles bekijken