13

Hogedrukgebieden en lagedrukgebieden maken het weerbeeld in de Benelux. Ze bepalen windrichting, of neerslagzones tot in onze landen geraken en zorgen voor het grootste deel voor de temperaturen. Vanaf oktober-november schuimen de winterliefhebbers de weermodellen af op zoek naar winterkaarten. Dat zijn weerkaarten met een winters potentieel. Maar wat is nu een echte winterkaart? En hoe kan je deze het beste analyseren? 

  • Volg ons ook via Facebook op NoodweerBenelux.
  • Op zoek naar mooie weerfoto’s? We zijn ook actief op Instagram.
  • Bekijk onze videoweerberichten via Youtube!

Hoe analyseer ik winterkaarten?

Wind waait van hoge druk naar lage druk, net als het principe van communicerende vaten. Echter, door de draaiing van de aarde gebeurt dit niet rechtstreeks, maar wordt de lucht afgebogen. Zo ontstaan de typische patronen van hoge druk en lage druk. De exacte positie van deze drukgebieden is allesbepalend voor het weer in de Benelux. Een kleine verschuiving in de positie van een hogedrukgebied kan bepalen of we +15°C krijgen of 5°C en 50 km verschil in de positie van een lagedrukgebied kan bepalen of we regen of sneeuw krijgen.

Winterlandschap
Een perfect voorbeeld van een winterlandschap.

Nu de winter stilaan dichterbij sluipt, is het het ideale moment om alle theorie van de (winter)weerkaart nog eens op te frissen en te kijken naar algemene patronen tijdens de winter. Wat is die zogenaamde Russische Beer? En waarvoor zorgt een Scandihoog?

Hoge- en lagedrukgebieden

Hogedrukgebieden en lagedrukgebieden zijn twee tegengestelden op de weerkaart. Hoge druk wordt gedefinieerd als druk die groter is dan 1013 hPa (H), terwijl lage druk overeenkomt met druk lager dan 1013 hPa (L). Omwille van het feit dat lucht van hoge druk naar lage druk stroomt en de aarde tegen de wijzers indraait (althans voor ons halfrond), wordt de lucht zo afgebogen dat deze rond een hogedrukgebied met de wijzers mee draait op het noordelijk halfrond. Voor een lagedrukgebied is dit het tegenovergestelde en draait de wind dus tegen de wijzers in. Bij het analyseren van de weerkaarten zoeken we dus in eerste instantie naar de grote (en later de kleinere) drukgebieden en bepalen we de richting van de grote luchtstroming.

Wind rond de drukgebieden
Rond een hogedrukgebied draait de wind met de wijzers mee. Rond een lagedrukgebied tegen de wijzers in, althans op het noordelijk halfrond.

Concreet gaat dat in zijn werk om op bijvoorbeeld Meteociel of Wetterzentrale te zoeken naar de kernen van hoge druk (de hoogste waarde in het midden van de cirkelvormige isobaren) en kernen van lage druk. Nadat die kernen gevonden zijn, is het een kwestie van isobaren te volgen in de juiste richting rond het drukgebied. Zo kan je de aanvoerrichting van de lucht bepalen.

Twee voorbeelden:

De situatie van morgen – hogedrukgebied over Centraal-Europa (Eurohoog) – en bijgevolg een zuidenwind.

Zuidenwind door Eurohoog
Een hogedrukgebied ligt vandaag nog boven Centraal-Europa (Eurohoog). Aangezien de wind rond een H met de wijzers mee draait, hebben wij momenteel een zuidenwind.

De situatie van komende zondag – hogedrukgebied over Scandinavië (Scandihoog) – en bijgevolg een noordoostenwind

Hogedrukgebied boven Scandinavië
Hogedrukgebied boven Scandinavië en bijgevolg een noordoostenwind in de Benelux.

En nog een voorbeeld van Wetterzentrale waar de letters (H=hoge druk en L=lage druk) er zelfs bijstaan. Nog gemakkelijker dus!

Drukkaart
Ook op de kaarten beschikbaar via de Wetterzentrale kunnen de grote drukgebieden eenvoudig getekend worden. Vervolgens bepaal je de luchtstromen en kan je aflezen uit welke richting de wind waait.

Het is dus een kwestie van zoeken naar de grote drukgebieden en vervolgens de luchtstromen te bepalen. Zo kan je zien uit welke windrichting de wind waait in de Benelux en meer bepaald vanwaar de lucht afkomstig is, die in de Benelux aankomt. Net dit is zeer belangrijk voor winterweer.

Kouder weer richting de winter

Het is dus mogelijk om op een eenvoudige manier de windrichting te bepalen en welke lucht helemaal tot in de Benelux stroomt. Vooraleer we wat dieper ingaan op de Russische Beer en een Scandihoog, nog kort even iets over stralingskoude.

De zon verliest tijdens de herfst snel aan kracht (haar energie wordt verspreid over een groter oppervlak door de tilt van de aarde) en schijnt minder lang (de dagen worden korter). Ze kan de aarde in ons land dus een pak minder energie geven dan tijdens de zomermaanden. Daarom wordt het ook, al schijnt de zon volop, toch steeds minder warm naarmate de winter vordert…ongeacht vanwaar de wind komt. Dat is normale afkoeling richting de winter.

Wie meer wil weten over de seizoenen en waarom ze bestaan, verwijs ik graag door naar dit artikel om eens na te lezen.

Kracht van de zon doorheen het jaar
De kracht van de zon fluctueert in de loop van het jaar met een duidelijke piek in de zomer en een dip in de winter. (RIVM)

Stralingskoude

Met weinig wind en een (quasi) heldere nacht bestaat er ook zoiets als stralingskoude. Ook al wordt er geen koude lucht aangevoerd, toch kan het ‘s nachts vriezen. De ideale omstandigheden daarvoor zijn: rustig weer (er staat weinig wind) zodat de luchtlagen zo min mogelijk gemengd worden en helder weer, zodat de aarde al haar straling kwijtgeraakt aan de atmosfeer.

Ontstaan van mist door stralingskoude
Tijdens de herfst ontstaat er vaak mist tijdens heldere nachten. De stralingsafkoeling zorgt ervoor dat de condensatie van de vochtiger lucht bereikt wordt en er nevel/mist ontstaat. (Pexels)

Wanneer hoge druk regeert over de Benelux, zijn de omstandigheden dus ideaal voor stralingskoude. Lagere gebieden (koude lucht is zwaar en zal daar verzamelen), landelijke gebieden (deze stralen meer uit dan stedelijke gebieden) en droge/zandgronden (verliezen sneller hun warmte) zijn algemeen het koudst bij stralingskoude.

Typische winterkaarten

We krijgen uiteraard niet enkel vrieskou door stralingskoude. De echte koude, de Russische Beer, de Polaire Inval, enzovoort… komen op gang door advectie. Advectie is de verplaatsing van koude lucht van de ene plaats naar de andere plaats. En het is eigenlijk simpel. Voor winterweer moet koude lucht zich verplaatsen (er moet dus advectie zijn) vanuit koude gebieden naar ons land.

Gelukkig zijn er meerdere gebieden waar het koud is en meerdere opties om die koude tot bij ons te krijgen. Tijdens de herfst koelt het in de noordelijke gebieden stelselmatig af. Groenland wordt kouder, het zee-ijs breidt uit, Siberië koelt af, er valt sneeuw in Scandinavië, etc. Dat betekent dat koude bastions (opgebouwde koude) zich aan het vestigen zijn in deze regio’s. Voor winterweer bij ons is het dus van groot belang dat de drukgebieden zich zodanig positioneren dat de koude lucht tot bij ons geraakt.

Koude lucht vanaf Rusland
De koude lucht in Rusland is de bron voor winterweer bij ons met een (noord)oostelijke luchtstroming. (Wetteronline)

Uiteraard, hoe kouder het in Rusland/Scandinavië is, hoe kouder de lucht zal zijn die ons land bereikt. Bovendien, hoe rechter de aanvoer is (geen omwegen a.u.b.), hoe kouder de lucht blijft, aangezien er minder opwarming plaatsvindt onderweg.

De Russische Beer

De eerste bekende manier om de winter in de Benelux op gang te brengen, is de Russische Beer. Dit is beeldspraak voor een krachtig hogedrukgebied dat zich elke winter ontwikkelt boven Rusland en Siberië. Als dit hogedrukgebied ver genoeg naar het westen opschuift en er bij voorkeur ook een lagedrukgebied ontstaat boven de Middellandse Zee (dat noemen we dan een trekpaard), dan kan de koude lucht met de wijzers mee uit Rusland oprukken tot in de Benelux.

De Russische Beer wordt dan wakker en het kwik in de lage landen gaat helemaal onderuit. Aangezien deze lucht continentaal is (noordoosten vanuit Rusland) blijft het wel meestal droog en zonnig. ‘s Nachts gaat het kwik dan volledig onderuit… ideaal voor de schaatsers!

Russische Beer
Russische Beer met koude lucht vanaf het oost-zuidoosten. Zakt het hogedrukgebied nog wat meer naar het zuiden, dan wordt de aangevoerde lucht plots warmer.

Vaak echter positioneert de Russische Beer zich zo dat de luchtstroming in de Benelux draait naar het zuidoosten en de aangevoerde lucht niet meer echt koud is. Uiteraard is dat niet positief voor winterweer in onze contreien.

Een Scandihoog

Een Scandihoog is de naam voor een hogedrukgebied dat zich ontwikkelt boven Scandinavië. Aangezien de wind rond een hogedrukgebied met de wijzers mee draait, betekent dit opnieuw een noordoostenwind voor de Benelux. Lucht vanaf Scandinavië en vanaf het westen van Rusland wordt zo aangevoerd naar de Benelux en het kwik gaat onderuit.

Scandihoog
Een prachtig voorbeeld van een Scandihoog met koude lucht die uitstroomt naar de Benelux vanaf Rusland.

In feite zijn dat de twee situaties die de winterliefhebbers het liefst zien verschijnen op de weerkaarten, althans voor droge vrieskou. Voor sneeuwzones moet er uiteraard een lagedrukgebied in de buurt zijn met bijhorende frontale zones. Voor sneeuwbuien, moet de koude lucht gepaard gaan met vochtigheid, waarvoor in de Benelux de Noordzee een ideale bron is.

Drukconfiguratie met sneeuwbuien vanaf het noorden

Een krachtig hogedrukgebied nabij IJsland en Groenland en lagedruk over Oost-Europa zorgt bij ons vaak voor een noordelijke luchtstroming. Koude lucht wordt aangevoerd en in combinatie met het vocht van de Noordzee levert dat winterse buien en/of sneeuwbuien op, afhankelijk van de temperaturen. Vooral de kuststreek krijgt dan meestal de volle laag.

Noordstroming
Noordstroming met winterse buien/sneeuwbuien.

Om winterkaarten te analyseren is het dus belangrijk om in eerste instantie de locatie van de grote drukgebieden te bepalen. Daarna wordt de luchtstroming bepaald om te zien vanwaar de lucht in de Benelux afkomstig is. Het hoeft dus niet meteen een arctische luchtsoort te zijn om het koud te laten worden in de Benelux. Het kan vriezen met behulp van de stralingskoude bij helder en rustig weer.

Komt de lucht vanaf het oosten-noordoosten met hoge luchtdruk ten noorden van ons, dan is die lucht meestal (ijs)koud en droog. We verwachten dan droog en kouder weer. Is de lucht afkomstig vanaf het noorden, met hogedruk ten noordwesten van de Benelux, dan is de aangevoerde lucht ‘s winters koud en vochtig en mogen we meestal winterse buien/sneeuwbuien verwachten. Is de aangevoerde lucht koud en is er een lagedrukgebied in de buurt, dan gaat de lamp voor sneeuwzones branden. 

Delen


Verder lezen

Alles bekijken