Wat zijn halo’s aan de hemel?
Haloverschijnselen zijn optische effecten die in onze atmosfeer ontstaan. Het is een vrij complex gebeuren want ze komen in vele vormen voor en ontstaan door breking en terugkaatsing van het licht in ijswolken. De ijskristallen kunnen het licht breken in een spectrum of gewoon reflecteren. Zo is het ene effect sterk gekleurd en het andere kleurloos.
- Voor extra weerfoto’s, check Instagram van NWBNLX
Deze halo’s aan de hemel (optische effecten) kan men vooral waarnemen bij de wolkensoorten Cirrus, Cirrostratus en Cirrocumulus. De voornaamste vormen die voorkomen zijn de kleine kring, grote kring, bijzon, bovenraakboog, circumzenitale boog, circumhorizontale boog en de parhelische ring. Bekijk onderstaand filmpje.
Optische verschijnselen
De kleine kring met een straal van 22 graden ziet men het meest rond de zon verschijnen. Vaak is dit bij Cirrostratus, de voorbode van een warmtefront. Men kan dus zeggen wanneer men een halo ziet dat er dikwijls een weersverslechtering aankomt. Ook rond de maan kan men deze halo’s soms waarnemen.
- Wist je dat een regenboog zonder kleuren bestaat?
Het is echter niet zo gemakkelijk om het mooi op foto te krijgen. Als de bewolking genoeg is aangedikt en de felste zonnestralen wat getemperd zijn lukt het best. Wanneer de zon te fel is kan je deze ook zelf afschermen door bijvoorbeeld een boom of gebouw voor de zon te brengen.
Halo’s aan de hemel
Ik zie een bijzon/parhelium
Naast de kleine kring is een bijzon/parhelium ook geregeld waar te nemen. Een bijzon valt wat meer op. Bijzonnen zijn vaak even groot en soms zelf groter dan de zon zelf (van op aarde gezien dan). Vaak is er maar 1 te zien, links of rechts van de zon. Men spreekt dan over een linker of rechterbijzon. Ook gebeurt dit langs beide kanten op hetzelfde moment en dit op gelijke hoogte van de zon.
Bijzonnen ontstaan wanneer het licht gebroken wordt door zeshoekige ijskristallen in de vorm van platte plaatjes waarbij het platte oppervlak horizontaal ligt. De positie van die plaatjes bepaalt of we een felle bijzon te zien krijgen met felle kleuren of juist niet. Wanneer de zon hoger staat dan 60° kan men geen bijzonnen meer waarnemen.