Wat vertelt het nieuwste IPCC-rapport ons?
Begin april verscheen er opnieuw een IPCC-rapport. Deze keer gaat het rapport over “mitigatie” van klimaatverandering, waarin een overzicht wordt gegeven van de trend in de mondiale uitstoot van broeikasgassen en wat we moeten ondernemen om de uitstoot te beperken. Hét ultieme doel blijft nog steeds het behalen van de Parijsdoelstellingen, m.n. onder 1.5°C opwarming blijven tegen 2100. Dit doel lijkt echter steeds verder van ons weg te schuiven als we niet snel actie ondernemen. De 1.5°C lonkt achter het hoekje…
- De weerupdates op de voet via Facebook en Twitter
- Volgen jullie al de weerberichten op Youtube?
- Bekijk het weerbericht voor komende dagen
Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.
Wereldwijde uitstoot van broeikasgassen blijft stijgen
Het eerste deel van het IPCC-rapport handelt over de trends in de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Uit de analyse blijkt dat de netto CO2-uitstoot cumulatief is blijven stijgen sinds 1850 (het begin van de industriële revolutie). De menselijke uitstoot van broeikasgassen is ook blijven stijgen tijdens de laatste decade (2010-2019). Meer nog, deze was zelfs hoger dan in welke vorige decade dan ook. De groeisnelheid tijdens de laatste decade lag echter lager dan in de periode 2000-2009.
De netto-uitstoot van broeikasgassen blijft stijgen in alle globale sectoren, en ook een groter gedeelte van de uitstoot kan toegeschreven worden aan stedelijke gebieden. De vooruitgang op vlak van energie en technologie konden echter niet opwegen tegen de stijgende uitstoot a.g.v. toenemende activiteiten in verschillende sectoren (energie, industrie, transport landbouw en gebouwen). Het rapport spreekt ook over grote regionale verschillen in uitstoot.
Wat moeten we doen om de Parijsdoelen nog te halen?
De belangrijkste focus van het rapport ligt op “mitigatie”. Daarbij kijken we naar de vraag “Wat moeten we doen om de mondiale uitstoot in de toekomst te beperken?”. In het Parijsakkoord werd vastgelegd dat we de mondiale temperatuurstijging tegen 2100 willen beperken tot 1.5°C. Volgens het meest pessimistische geval bedraagt de temperatuurstijging 2°C. In het rapport wordt de huidige uitstoottrend vergeleken met deze doelen. En wat blijkt? We hebben nog een lange weg te gaan…. Maar de tijd tikt!
Volgens de inzichten van de wetenschappers zijn de huidige inspanningen van het mondiale beleid verre van voldoende om de Parijsdoelstellingen te halen. Na het Parijsakkoord stelden de verschillende deelnemende landen klimaatplannen op die om de zoveel tijd hernieuwd worden. Volgens het recente rapport zijn deze plannen (die voor de laatste COP26 werden opgesteld) lang niet voldoende om onder de 1.5°C grens te blijven. Volgens de beloofde inspanningen zouden we zelfs afstevenen op een temperatuurstijging van maar liefst 3.2°C!
Zo snel mogelijk naar netto-nuluitstoot
Als we onder de 1.5°C willen blijven, dan zou onze mondiale uitstoot voor 2025 moeten pieken en zou deze naar 2030 toe moeten halveren om richting 2050 klimaat-neutraal te worden (netto nul-uitstoot). Netto nul-uitstoot wil zeggen dat er nog beperkt CO2 mag uitgestoten worden, maar dat deze ook dient opgevangen en hergebruikt te worden met CCS-technieken (Carbon Capture and Storage). Niet enkel reductie in CO2 zal belangrijk zijn, ook een reductie in de methaanuitstoot.
Willen we onder 2°C blijven tegen 2100 dan hebben we tijd tot 2070 om klimaatneutraal te worden. Op basis van de huidige trend is het echter zeer aannemelijk dat we deze eeuw de 1.5°C zullen overschrijden. Als we onder 2°C willen blijven dan zullen we ook na 2030 grote inspanningen moeten leveren. Hoe sneller we de uitstoot drastisch naar beneden krijgen hoe beter… Vooral de inspanningen die we voor 2030 leveren worden cruciaal. Als we effectief de Parijsdoelen nastreven dan zullen snelle en drastische veranderingen nodig zijn in alle sectoren, aldus de wetenschappers die het rapport opstelden.
Alle sectoren moeten bijdragen!
Dan rest alleen nog de vraag hoe we de doelstellingen kunnen halen… Daarvoor moeten we inzetten op maatregelen in alle sectoren. Dat geldt o.a. voor de energie-, industrie-, transport-, en landbouwsector. In de energiesector kom het erop aan om in te zetten op hernieuwbare energie en fossiele brandstoffen te weren. Daarnaast moet ook ingezet worden op efficiëntie. Als fossiele energie nog gebruikt wordt, moet dat op een zo efficiënte manier.
Steden als duurzame hubs
Een speciale rol lijkt ook weggelegd voor de steden. Dit zijn echte hubs die de transitie kunnen versterken. Steden brengen veel sectoren samen en zijn dichtbevolkt, daar valt het verschil te maken. Dat kan o.m. dor bijvoorbeeld het gebouwenpatrimonium te herbestemmen energie-zuiniger te maken, in te zetten op hernieuwbare energie en door het transport duurzaam te maken (elektrisch, openbaar vervoer of door verplaatsingen te voet of met de fiets te doen). Tot slot speelt ook de land- en bosbouw een belangrijke rol in de transitie. Landgebruik is erg belangrijk! Natuur (groengebieden en bossen) vormt een belangrijke CO2-buffer. Co2 wordt daarbij op natuurlijke wijze opgeslagen in de bodem! Duurzame vormen van land- en bosbouw zullen dus ook cruciaal zijn.
Nog te veel fossiele investeringen, maar hernieuwbare energie boomt
Tot slot benadrukt het rapport nog, dat hernieuwbare vormen van energie de laatste 10 jaar sterk goedkoper zijn geworden dankzij schaalvergroting en innovatie. Dat heeft ervoor gezorgd dat er op vlak van mitigatie al heel wat gebeurd is. Er is wereldwijd al zeer veel hernieuwbare energie geïmplementeerd. De investeringen in hernieuwbare energie zijn een positieve trend, maar daar staat echter tegenover dat er nog steeds erg (en te) veel investeringen gaan in de richting van fossiele brandstoffen…