16 september 2021 - 3 min. lezen
10 reacties 10

El Niño en La Niña zijn twee natuurverschijnselen die te maken hebben met zeewater temperaturen langs de Evenaar in de oostelijke Stille Oceaan. In 2020-2021 kregen we een La Niña situatie met kouder zeewater. De langetermijnmodellen berekenen na een neutrale zomer nu opnieuw een afkoeling van het zeewater richting herfst-winter met daardoor een mogelijk deel 2 van La Niña. Wat zijn de effecten hiervan op het weer? En kunnen we al iets zeggen over tendensen richting de winter van 2021-2022?

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Grote kans op overgang naar La Niña

Momenteel bevinden we ons in een neutrale fase (m.a.w. zeewater temperaturen rond normaal). De modellen voorspellen een afkoeling van het zeewater langs de Evenaar in de oostelijke Stille Oceaan tijdens de volgende weken en maanden. Dit is in lijn met de indicaties dat de Walker circulatie tijdens augustus sterker werd met sterkere oppervlakte- en hoogtewinden over de westelijke Tropische Stille Oceaan. In combinatie met meer wolken en regen bij Indonesië lijkt dit te wijzen op een overgang naar La Niña. De laatste verwachtingen tonen nu een 70-80% kans dat een La Niña zich zal vormen tijdens het laatste kwartaal van 2021 en zich begin 2022 zal verderzetten. De piek wordt verwacht rond november-december.

Kans op ENSO. (Columbia Climate School, IRI)

Op basis van de meeste modellen zou het wel gaan om een zwakke (tot matige) La Niña waarvan de effecten dan ook kleiner zouden zijn. De onzekerheid blijft wel vrij groot en sommige weermodellen ondersteunen eenn sterke La Niña. Het laatste woord is hier absoluut nog niet over gezegd.

[Zodra de zeewatertemperatuur anomalie onder -0.5°C zakt spreken we over La Niña. Tussen -0.5 en -1°C is het een zwakke, tussen -1 en -1.5°C een matige en onder -1.5°C spreken we over een sterke La Niña.

De meeste modellen ondersteunen een overgang naar een zwak tot matig sterke La Niña. (NOAA).

Effecten van La Niña zichtbaar in de langetermijnmodellen

La Niña beïnvloedt het weer op wereldbasis, maar algemeen geldt wel dat “hoe verder van de Stille Oceaan, hoe kleiner de effecten”. Langetermijnmodellen tonen duidelijk drukpatronen voor komende maanden die te maken hebben met de vormende La Niña. Zo zien we voor december-januari-februari een krachtige hogedrukrug boven de Stille Oceaan, voor de westkust van Noord-Amerika. De straalstroom duikt hierdoor naar het zuiden over Alaska – Canada met in die regio’s een koudere winter.

Luchtdrukpatroon t.o.v. normaal op basis van verschillende langetermijnmodellen voor de maanden december-januari-februari. (C3S Climate Data Store)

Voor de oostkust van Noord-Amerika verhoogt eveneens de kans op een hogedrukrug welke het weer in Europa kan beïnvloeden. Voorlopig lijkt de invloed voor Europa echter klein te blijven (wellicht door de eerder zwakke La Niña die voorspeld wordt).

Vooral in het noordwesten van Noord-Amerika zou de aankomende La Niña voor een koude winter zorgen. Maar, de onzekerheid is nog zeer groot. (C3S Climate Data Store).

We houden jullie de volgende weken sowieso op de hoogte m.b.t de laatste ontwikkelingen van La Niña.

Lander

Door Lander

Postdoc glaciologie/klimatologie aan de ETH Zürich en VUB. Ik woon deeltijds in Zwitserland/België. Afgestudeerd fysisch geograaf aan de KU Leuven / VUB in de specialisatie weer- en klimaat. Sinds jongs af aan gepassioneerd door weer en klimaat focus ik mij binnen het team op het schrijven van weerberichten, blogs en het ontwikkelen van onze weerkaarten.


Verder lezen

Alles bekijken