6 december 2023 - 6 min. lezen
1 reacties 1

De Benelux heeft vorige week te maken gehad met een eerste winterprikje. Op veel plaatsen viel de eerste sneeuw van het winterseizoen, die plaatselijk ook even bleef liggen. Zelf ben ik drie keer op ‘sneeuwchase’ geweest. Daarbij werd alle drie de keren duidelijk dat kleine hoogteverschillen van enkele tientallen meters een groot verschil kunnen maken. In deze blog neem ik jullie mee op mijn drie sneeuwchases naar verschillende plaatsen in Nederland.

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s uploaden.

Wat is het effect van hoogte?

Doorgaans geldt dat hoe hoger een plaats ligt, hoe kouder het er is. Gemiddeld gaat het om ongeveer 6°C per kilometer bij omstandigheden met een hoge luchtvochtigheid. Dat is omgerekend een afkoeling van 0,6°C per 100 meter die je stijgt. Bij mijn sneeuwchases vorige week waren de hoogteverschillen vaak zo’n 30 meter, wat gemiddeld een afkoeling 0,2°C zou betekenen.

Een verschil van 0,2°C lijkt misschien heel weinig, maar in sommige gevallen kan een halve graad verschil al het onderscheid maken tussen natte sneeuw en droge sneeuw. Bovendien kunnen er nog meer zaken meespelen. Denk aan een lagere bodemtemperatuur of grotere afstand tot warmere steden of dorpen.

Tot slot kunnen hoger gelegen gebieden soms ook profiteren van hevigere neerslag door orografie. Hoe dat precies zit lees je hier, maar in het kort komt het erop neer dat de lucht door de aanwezigheid van een heuvel of berg omhoog wordt gelift en verder afkoelt. Koudere lucht kan minder vocht bevatten en zal daardoor sneller neerslag kunnen produceren.

In hoger gelegen gebieden valt op jaarbasis (veel) meer neerslag dan in het laagland, vooral dankzij orografie (KMI).

Drie praktijkvoorbeelden in één week

Vorige week ben ik drie keer op sneeuwchase geweest. Het begon met een eerste sneeuwsituatie op maandag 27 november in het oosten van Nederland. Een dag later was het raak op de Grebbeberg in Midden-Nederland en op 3 december bij de Skiberg in het westen van Nederland, nabij Rotterdam.

27 november: Tankenberg, Oost-Nederland

Ik was op 27 november speciaal voor de sneeuw met het openbaar vervoer vanuit Wageningen naar de regio Twente afgereisd. Langs de Duitse grens nabij Losser begon het als eerste te sneeuwen, maar de bodem was nog veel te warm om de sneeuw te laten accumuleren.

Met de bus reed ik naar de Tankenberg, de hoogste heuvel in Twente. Terwijl beneden op zo’n 50 meter hoogte vooral wat natte sneeuw viel met nauwelijks accumulatie, was het op 75 meter boven zeeniveau een beetje wit.

Vooral op het gras en andere vegetatie lag een dun laagje sneeuw. Door de lage intensiteit werd het gedurende de middag niet veel witter, maar ‘s avonds – toen ik eenmaal terug was gereisd – gebeurde dit wel.

Een foto genomen vanaf de Tankenberg richting het noordwesten.

28 november: Grebbeberg, Midden-Nederland

Een dag later was het plaatselijk weer raak. De neerslag viel in tegenstelling tot maandag meer in de vorm van (stevige) buien in plaats van stratiforme, lichte neerslag. In de kustgebieden was dat vooral regen of wat natte sneeuw, maar met behulp van isothermie viel landinwaarts op meerdere plekken enige tijd sneeuw.

Ik had het geluk dat er ‘s avonds laat een actieve buienlijn overtrok in de omgeving van Wageningen. Voor de zekerheid fietste ik naar de Grebbeberg om toch enkele tientallen meters hoger te zijn.

Aanvankelijk viel wat lichte regen of natte sneeuw, maar toen de neerslag intensiveerde transformeerde dit snel naar droge sneeuw. Bovenop de Grebbeberg viel in 30 minuten tijd maar liefst 2 à 3 centimeter, terwijl het een paar kilometer verderop in Wageningen zelf met veel moeite een klein beetje wit werd.

De dag daarna ben ik in mijn middagpauze van de universiteit nog even gaan wandelen. Bovenop de heuvels lag nog een laagje sneeuw, in de schaduw plaatselijk nog van enkele centimeters. Beneden in het dal van de Gelderse Vallei was de sneeuw toen al helemaal verdwenen.

Een foto genomen vanaf de Grebbeberg met zicht op de Gelderse Vallei.

3 december: Skiberg, West-Nederland

Voor zondag 3 december zat al enige tijd een sneeuwzone in de verwachting. Hoewel in de omgeving van Rotterdam minder winterse neerslag viel dan door de meeste modellen werd verwacht, lukte het ook toen weer om sneeuw te zien.

Daarvoor moest ik wel te voet naar een heuvel met kunstmatige skihelling in de buurt. Het is één van de hoogste punten in de provincie van Zuid-Holland, maar het absolute hoogteverschil is in het vlakke Hollandse landschap alsnog beperkt tot enkele tientallen meters.

Toch maakte het ook vorige week zondag weer veel uit of je rond of onder zeeniveau stond, of op ongeveer 25 meter hoogte. Waar beneden vooral natte sneeuw viel en de bodem (iets) te warm was voor accumulatie, was het bovenop de Skiberg gewoon een winterwonderland.

Het sneeuwde flink met een harde zuidoostenwind en gevoelstemperaturen dik onder het vriespunt. Er lag met 1 à 2 cm weliswaar geen dik pak, een witte wereld was het zeker wel. Een gigantisch verschil met de situatie beneden langs de Rotte, waar het één grote natte boel was met amper sneeuw(resten).

Links: Een foto genomen nabij de top van de Skiberg, een heuvel net ten noordenoosten van Rotterdam. Rechts: Een foto genomen op hemelsbreed nog geen 500 meter afstand, langs de Rotte.

Conclusie voor de sneeuwliefhebbers

Zoals ik vorige week maar liefst drie keer heb kunnen ervaren speelt hoogte dus echt een belangrijke rol als het gaat om de vorming van een sneeuwdek. En dan vooral in situaties waar een verschil van ±0,5°C kan bepalen of de sneeuw blijft liggen of niet. Hoe hoger, hoe groter de kans op sneeuw. In sommige gebieden van de Benelux – zoals de Ardennen, Zuid-Limburg en de Veluwe – is dat regelmatig merkbaar.

Echter, vorige week is het voor mij duidelijk geworden dat zelfs een hoogteverschil van enkele tientallen meters van belang kan zijn. Wil je zelf een keer op sneeuwchase? Zoek dan dus van tevoren alvast uit wat de hoogste heuvels in de omgeving zijn!

Jelmer van der Graaff

Door Jelmer van der Graaff

Ik volg momenteel de MSc Klimaatstudies aan de Wageningen Universiteit en ben vooral geïnteresseerd in (toekomstig) extreem weer. Ik deel mijn verhalen, inzichten en analyses graag met jullie op NoodweerBenelux.


Verder lezen

Alles bekijken