Meteorologische zomer start met sneeuw in de Alpen
Na twee jaar met uitzonderlijk weinig sneeuw in de Alpen is het witte goud (aan het eind van) deze winter meer dan normaal uit de hemel gevallen in het hoogste Europese gebergte. Te laat voor de wintersporters, maar wel uitstekend voor de gletsjers. En nog is het niet gedaan. Een afsnoerend lagedrukgebied dat naar het noorden van Italië beweegt zal de komende dagen voor veel extra sneeuw zorgen, bij de start van de meteorologische zomer. Lokaal kan de sneeuwgrens zelfs zakken tot (onder) 1500 m.
- Weerliefhebber? Volg ons via X en Facebook
- Volg de interessante weerberichten op Youtube
Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s uploaden.
Zwitserse gletsjers hebben 31% meer sneeuw dan normaal
Elk jaar in april en mei meten glaciologen, gletsjer/ijs-wetenschappers, de winterbalans (lees: sneeuwdikte) van verschillende gletsjers in de Alpen. Dat is nodig om te voorspellen wat de zomer zal brengen en om inzicht te krijgen in het gedrag van gletsjers. Nu de metingen in de Alpen zijn afgerond is het eindrapport gemaakt.
En wat blijkt? De gletsjers in Zwitserland hebben momenteel 31% meer sneeuw dan normaal. De cijfers van de andere alpenlanden zijn nog niet binnen, maar gezien de grootschalige weerpatronen verwacht ik ook daar positieve cijfers. En dat is lang geleden. Vorig jaar toonden de winterbalans metingen 20% en in 2022 zelfs 30% minder sneeuw dan normaal. Om een vergelijkbaar goed jaar te vinden moeten we terug naar 2018.
Uitstekend begin en einde van de winter(periode)
De oorzaak van de grote hoeveelheden sneeuw op de gletsjers is vooral de uitstekende start (veel sneeuw in november en begin december) en het uitmuntende einde (maart, april, mei). Door deze timing van de grote hoeveelheden sneeuw kon de wintersport er niet echt van profiteren. Integendeel, de wintersport in de Alpen beleefde (opnieuw) een matig tot slecht jaar. Regelmatig regen en hoge temperaturen zorgde voor beperkte sneeuwhoeveelheden op de pistes. Maar hoog genoeg, ter hoogte van de gletsjers (>2000-2500 m), bleef de impact van regen en smelt beperkt, en ligt er dus wel (nog) heel veel sneeuw.
Omslag naar smeltseizoen begint
Tussen half en eind mei slaat het weer in de Alpen meestal om. Het wordt dan warmer, er valt minder neerslag, en dat leidt er toe dat het smeltseizoen dan effectief wordt ingezet. Concreet betekent dit dat de gletsjers hun sneeuw beginnen te verliezen. Lagerop op de gletsjer komt het ijs bloot te liggen en begint de gletsjer ook ijs te verliezen. Een normaal proces, een cyclus die elk jaar wordt doorgemaakt. Als er vervolgens ‘s zomers evenveel massa (sneeuw en ijs) wegsmelt dan dat er in de winter gevallen is, is de gletsjer in evenwicht en groeit noch krimpt hij. We spreken dan over een gezonde gletsjer.
Niet ter verrassing zagen we de afgelopen jaren (decennia) meestal een groot onevenwicht door meer smelt dan sneeuw waardoor de gletsjers netto massa verloren en daardoor terugtrokken. In 2022 en 2023 samen verloren de Alpengletsjers ongeveer 10% van hun volume, een record. Vanzelfsprekend heeft meer wintersneeuw een positief effect op de massa balans. 1) Meer sneeuw betekent dat er minder snel ijs zal beginnen te smelten (grotere buffer/bescherming). 2) Sneeuw smelt trager dan ijs (reflecteert meer zon). Het betekent dus dat de gletsjers in de Alpen er best goed voorstaan dit jaar. We hebben 31% meer sneeuw dan gemiddeld tussen 2010 en 2020.
Sneeuw in de Alpen in aantocht
Nu het gemiddelde kantelpunt naar smeltseizoen gepasseerd is, en de start van de meteorologische nadert, lijkt het wel vanzelfsprekend dat de gletsjers hun wintervacht gaan beginnen verliezen. Toch lijkt het weer (alvast) nog een keer sneeuw van betekenis te voorzien voor de gletsjers. Onderstaande animatie toont een afsnoerend (hoogte)laag vanaf de Noordzee dat doorschuift naar het noorden van Italië. Dit zal in eerste instantie onstabiel weer opleveren met op donderdag al felle buien. Door de aanwezigheid van zachtere lucht vallen die als sneeuw vanaf ca. 2500 m.
Vrijdag stroomt er tussen de hogedruk en het afsnoerde lagedrukgebied markant koelere lucht uit het noorden naar de Alpen en in combinatie met opstuwing van vocht van de Middellandse Zee en een gegenstromung/tegenstroming kan dat (veel) sneeuw tot lagere hoogte opleveren.
Sneeuw tot 1500 m
Vrijdag (en zaterdag) zou de sneeuwgrens in de Oostelijke Alpen wel eens kunnen zakken tot 1600 m en lager. Enerzijds door de aanvoer van koele lucht, maar anderzijds ook door isothermie. In combinatie met een actieve neerslagzone die dan over de Alpen blijft slepen is veel sneeuw mogelijk. De meeste weermodellen tonen pieken tot 50-70 cm in het Berner Oberland (NW-stau) en in het zuidoosten (Tirol – Sudtirol).
Volgende week warmer en zomers?
Na een grote dip komende dagen toont de nulgradengrens in de Alpen volgende week een gestage opwaartse trend. Het ziet er naar uit dat het smeltseizoen dan echt van start zal gaan. Natuurlijk is de zomer allesbepalend voor de gletsjers. Als we een zomer zoals in 2021 krijgen, eindigen de gletsjers wellicht ongeveer in balans. Als we een zomer zoals in 2022 of 2023 krijgen (droog en warm in de Alpen) verliezen de gletsjers sowieso (veel) massa, maar minder dan de vorige twee recordjaren. Dat stemt alvast tijdelijk licht positief voor het ijs in de Alpen. Voor de gletsjers hopen we op een koele en natte zomer. Maar dat is misschien niet wat we zelf willen? In oktober kennen we het verdict.