Winterse taferelen in de ‘gouden driehoek’ in Nederland. Een sfeerverslag!

De drie noordelijke provincies in Nederland, Groningen, Friesland en Drenthe, zijn bijzonder vatbaar voor winterse condities, in het bijzonder sneeuwval, soms ook ijzel. Bij de weerliefhebbers wordt deze driehoek dan ook wel aangeduid als de gouden driehoek. We maken een uitstapje naar deze regio en kijken en passant naar het hoe en waarom van deze winterse uithoek.
- Ontdek ons ook op Youtube (bijna 40.000 leden)
Inleiding
Tijdens een weerkamp in Terschelling van de toenmalige Werkgroep Weeramateurs, inmiddels bekend staande als de Vereniging voor Weer en Klimaat (VWK), vroegen we ons af waarom nou juist het noordoosten van Nederland zo vatbaar was voor heftige winterse perikelen in de vorm van sneeuw en/of ijzel. Een antwoord kon niet zomaar gevonden worden, behalve dan dat die regio het dichtst bij de Scandinavische koudepoel gelegen is.
Er zijn echter een flink aantal scenario’s waarbij juist deze regio bevoorrecht is voor het ontvangen van het ‘witte goud’. Een aantal hiervan lichten we eruit. Aan het slot een impressie uit Buitenpost, in het noordoosten van Friesland.

Frontenkerkhof met transportkou
Eind december 1978 en een tweede keer rond 14 februari 1979 werd Noord-Nederland het strijdtoneel van opdringende kou uit het noordoosten en zachte lucht die tegengas bood uit het zuidwesten. Een frontenkerkhof, waarbij regen overging in ijzel en daarna sneeuw. Transportkou over de Noord-Duitse Laagvlakte. In de harde noordoosten wind woei de sneeuw meters hoog op, zowel in Frieland en Drenthe, maar het meest nog in Groningen. Dagenlang was het verkeer ontwricht.

Polar low
Een geheel ander weersituatie doet zich voor bij een polar low. Die kunnen de hele kustregio treffen, maar de Wadden en Noord-Nederland zijn wel bijzonder vatbaar hiervoor. Historisch veel viel er op 7 januari 1982, 20-25 centimeter op Vlieland, volgens sommige persberichten tot veertig centimeter. Maar geheel Noord-Nederland kreeg te maken met een aanzienlijk sneeuwdek.

Noordzeesneeuw
Bij voldoende koude bovenlucht vormen zich boven het relatief warme Noordzeewater sneeuwbuien die in een noordoostelijke stroming de Wadden aandoen en het noordelijke deel van Friesland en Groningen. In 1987 bracht dit compleet Siberische toestanden op de Wadden, zo veel sneeuw op de noordelijke Elfstedenroute dat deze ondanks extreme kou geen doorgang kon vinden. Ameland en Terschelling lagen in het epicentrum van de sneeuw, met sneeuwhoogtes van 30 cm (Buren) tot een halve meter (Hoorn).

Strijd tussen luchtsoorten
Een bijzonder geval maar niet zeldzaam is de winterse neerslag die valt als opdringende zachte lucht in botsing komt met naar het westen stromende koude lucht. De gouden driehoek is relatief vaak decor van die strijd, waarbij vaak de kou wint maar in het veranderende klimaat steeds vaker ook de zachte lucht.
Zeer bijzonder was de ijzel van 2 maart 1987, waarbij 25 tot 35 mm regen viel bij temperaturen aanhoudend onder nul, en met veel wind. Het strijdtoneel was ook dit keer de gouden driehoek, met het zwaartepunt boven Drenthe en Groningen, ook Oost-Friesland deed mee.

Convergentie van koudeputjes
Winters weer komt in alle vormen en maten en natuurlijk heeft de gouden driehoek niet het alleenrecht. Eerder dit jaar bijvoorbeeld viel er veel sneeuw in het zuidoosten van Nederland en in Vlaanderen en de Ardennen (10 en 11 januari). Tevens sneeuwde het op dinsdag 11 februari in de kern van een lagedrukgebiedje dat naar het noorden trok. Bij de gouden driehoek was het echter twee keer raak, eerst op het front van het eerste laag, daarna op een koudeput uit het noordoosten.

Sneeuwdek
Dat leverde een sneeuwdek op van maximaal circa twintig centimeter, dat in de koude lucht die vanuit het noordoosten over de Benelux uitstroomde dagenlang stand zou houden. Menig weerliefhebber ondernam de tocht naar het noorden, een barrage aan foto-verslagen was het resultaat. Aanleiding voor ondergetekende om ook een kijkje te gaan nemen.

Winterse impressie
In de trein van Utrecht naar Groningen zien we vlak voor Zwolle de eerste sneeuw, een poederlaagje overgebleven van de laatste sneeuwval van de avond ervoor. Pas bij Meppel zien we restanten van een dikker sneeuwdek, langzaam maar zeker wordt het meer als we richting Assen snellen. In en rond Assen is het compleet wit, in Groningen iets minder.
Het wordt echt indrukwekkend wit in het boemeltreintje richting Buitenpost. De wandeling naar en in het natuurgebied Veenklooster (Feankleaster) is een feest. Af en toe valt er een plop sneeuw van de takken, dooi is er amper, gedruppel helemaal niet. De kater na de zoveelste zachte winter gauw vergeten.

