5 november 2020 - 6 min. lezen
0 reacties 0

De herfst van 2020 begon met de passage van enkele stevige stormen, zoals Odette in Frankrijk. Stormen zoals deze staan garant voor hevige windstoten en veel regen. Dat zorgt voor beklijvende taferelen: Door Odette woei het zand alle kanten op en zorgde ook hier en daar voor windschade. Met Alex in Frankrijk liep het erger af: de overstromingen en modderstromen zorgden voor verschillende doden. Nu klimaatverandering steeds zichtbaarder wordt, moeten we ons een belangrijke vraag stellen: zullen zo’n stormen vaker voorkomen door klimaatverandering?

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Het korte antwoord op die vraag luidt als volgt: het is ingewikkeld. Volgens de metingen van de windsnelheid, daalt het aantal stormdagen in West-Europa. De hoeveelheid extreme neerslagdagen neemt echter wel toe, wat zou kunnen betekenen dat het aantal stormen afneemt, maar de resterende stormen heviger zijn. In dit artikel zoekt Jorn Van de Velde, doctoraatstudent aan de UGent, naar antwoorden.

Minder stormen?

Om dat antwoord meer in detail te begrijpen, moeten we eerst naar de windsnelheid kijken. We spreken namelijk van een stormdag van zodra in het onderzochte weerstation de windsnelheid minstens éénmaal die dag de drempelwaarde van 80 km/u overschrijdt. In het recent verschenen Klimaatrapport van het KMI staat onderstaande grafiek, die het aantal stormdagen in Ukkel weergeeft.

Daar is op te zien hoe, ondanks een piek in de late jaren ’80, het gemiddelde aantal stormdagen per decennium met 4,5 afnam sinds 1981 (het begin van de huidige referentieperiode voor het klimaat).

Het KNMI is iets minder resoluut. In het overzicht van klimaatscenario’s dat in 2014 verscheen, is de langetermijntrend van stormdagen dalend, maar was er wel nog een grote piek tussen 1981 en 2010. Ondanks dat het op basis hiervan moeilijk is om uitspraken te doen, ligt dit wel in de lijn met de metingen van het KMI in België.

Volgens deze gegevens zijn er dus, zeker de laatste jaren, in zowel België als Nederland minder stormen. Dat er minder stormen zijn, wil echter niet zeggen dat de stormen minder hevig zijn of minder zware gevolgen hebben.

Hevigere stormen?

De hevigheid van stormen valt niet zomaar te beschrijven. Laten we er eerst de gemiddelde windsnelheid bij nemen. Voor België is het weerstation van Zaventem handig om die te bestuderen, omdat daar, in tegenstelling tot in Ukkel, minder omgevingsveranderingen geweest zijn. Omgevingsfactoren, zoals (toenemende) bebouwing kunnen de winsnelheid namelijk sterk beïnvloeden. Desondanks zien we in Zaventem min of meer dezelfde trend als in Ukkel: sinds de jaren ’80 is de gemiddelde jaarlijkse windsnelheid daar per decennium met 0,2 m/s verminderd.

In Nederland is de situatie iets onduidelijker en doet het KNMI geen uitspraken. Er wordt aangegeven dat de windsnelheid in het binnenland van Nederland ook daalt sinds de jaren ’60, maar vooralsnog valt het niet te duiden of dit aan klimaat- of bebouwingseffecten ligt. Aan de kust daalt de snelheid zelfs niet. Hierbij is het wel belangrijk om er rekening mee te houden dat de kustlijn van Nederland een stuk langer is dan deze van België, waardoor mogelijke veranderingen in windsnelheid zich anders zullen gedragen en een ander effect hebben.

Bijdrage van neerslag

Zoals al aangegeven, mogen we ons voor de hevigheid van de stormen niet alleen door de windsnelheid laten leiden. Hoewel wind een grote rol speelt bij stormschade, mogen we neerslag ook niet onderschatten. Afhankelijk van de neerslagintensiteit en -hoeveelheid, kunnen verschillende problemen ontstaan tijdens of na de doortocht van een storm. Zo zorgde storm Carmen in november 2010 naast schade in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Frankrijk ook voor overstromingen in België, met zelfs enkele doden tot gevolg. Enkele weken geleden zorgde storm Alex in Frankrijk nog voor ongeziene overstromingen en modderstromen.

Als we naar de neerslag kijken, vallen er in België verschillende trends te ontwaren. Het aantal dagen met hevige neerslag (> 20 mm/dag) is in Ukkel sinds 1981 met 2% toegenomen. Waar we enkele decennia nog tussen 10 tot 15% hevige neerslagdagen per jaar waarnamen, naderen we de laatste jaren gemiddeld 20% (wat neerkomt op 73 hevige neerslagdagen per jaar). In 2004 en 2011 waren er in Ukkel zelfs nooit eerder gemeten pieken rond 30%!

Ook de uurlijkse neerslag vertoont een gelijkaardige stijgende trend: sinds 1981 is de uurlijkse maximale neerslag met een gemiddelde van 3% toegenomen.

In Nederland heeft het KNMI gelijkaardige trends waargenomen. Waar in België dergelijke uitspraken nog niet gemaakt worden door het KMI, stelt het KNMI wel duidelijk dat de totale jaarlijkse neerslag gestegen is: het langetermijngemiddelde ligt nu op ongeveer 850 mm/jaar, waar dit in het midden van de 20e eeuw nog op ongeveer 770 mm/jaar lag. De procentuele toename tussen 1951 en 2013 bedroeg 14%, en tussen 1910 en 2013 zelfs 26%!

Als we in Nederland de zware neerslagdagen bestuderen (in de winter dagen met >10 mm neerslag), is het duidelijk dat deze ook toegenomen zijn: de relatieve verandering is in heel Nederland op lange termijn positief.

Kortom: als we naar de neerslag kijken, ziet het er wel naar uit dat we ons aan hevigere stormen kunnen verwachten. Afgaande op deze trends, zal de windschade afnemen (enkele extremen uitgesloten), maar zal de schade door neerslag toenemen.

Meer extreme neerslag

De stijging in extreme neerslaghoeveelheden is een trend die ondertussen wereldwijd waargenomen wordt, en fysisch vrij gemakkelijk te verklaren valt. Een opwarmende atmosfeer kan namelijk meer waterdamp vasthouden: zo’n 7% per 1°C waarmee de atmosfeer opwarmt. Deze relatie toont aan hoe de stijgende extreme neerslaghoeveelheden voorlopig zullen blijven toenemen.

Meer waterdamp in de atmosfeer betekent dat een storm meer water zal bevatten. Daardoor kan er dus meer regen vallen. Dat zal dan weer tot andere problemen leiden, zoals meer overstromingen, modderstromen, erosie…

Om nog een klein beetje meer uit te zoomen: meer neerslag sluit meer droogte niet uit. Integendeel: beide fenomenen zijn aan elkaar gelinkt. Dat de atmosfeer in natte periodes meer neerslag kan vasthouden, betekent ook dat ze in droge periodes meer neerslag kan vasthouden alvorens het gaat regenen. Dat heeft als gevolg dat we langere droge periodes krijgen, zoals we de afgelopen jaren al gemerkt hebben.

Kortom: in de winter zullen de stormen meer regen bevatten, in de zomer zullen de droogteperiodes langer duren.

Gastblog

Door Gastblog

Expert in weer en klimaat of een ander boeiende niche in de wetenschap? Geregeld worden wetenschappers aan het woord gelaten via een gastblog.


Verder lezen

Alles bekijken