16 september 2017 - 7 min. lezen 33 reacties

We bevinden ons midden in een periode met onbestendig weer. Elke dag komt het tot forse buien en daarbij ligt de temperatuur flink beneden de normale waarden. De kustgebieden van met name Nederland beleven daarnaast ook nog een kletsnatte maand met op veel plaatsen ruim 200 mm septemberneerslag. Bij veel mensen rest de vraag of het einde van dit weertype in zicht is.

Astronomische zomer als geheel zeer wisselvallig

Hoewel de meteorologische zomer van 1 juni tot en met 31 augustus loopt en dus al even voorbij is, loopt de astronomische zomer nog tot 22 september. We kunnen nu al stellen dat het een zeer nat seizoen was. Exact rond 21 juni, het begin van de sterrenkundige zomer, werd het warme weer uit het voorjaar verdreven. Daarvóór beleefden we een zeer warme meimaand en eveneens een warme eerst helft van juni.

Waar de stroming in het voorjaar veelal zuidelijk was, stelde zich echter rond de langste dag (21 juni) een westcirculatie in. Op enkele korte perioden in juli en augustus na, heeft deze westcirculatie zich eigenlijk tot vandaag weten te handhaven.

Vooral de laatste weken is het daarbij ook nog eens flink nat. Voor de natuur en landbouw kon de regen geen kwaad, aangezien er eind juni grote problemen ontstonden door droogte. Maar inmiddels is het op veel plaatsen zó nat geworden, dat de weilanden onder water beginnen te staan. Ook dit kan problemen geven voor de landbouw.

Onbestendig weer tot en met woensdag door hoogtelaag

De komende dagen hebben we in ieder geval nog te maken met onbestendig weer. Buien drukken een belangrijke stempel op het weerbeeld. Op grote hoogte (rond 5,5 kilometer) hebben we te maken met temperaturen rond -25°C, gevangen in een bel koude lucht. In meteorologische termen noemen we dit een hoogtelaag.

Het gevolg van een dergelijk hoogtelaag is dat het temperatuurverschil tussen het Noordzeewater en de bovenlucht zo groot is, dat de lucht onstabiel wordt. Op die manier stijgen er grote hoeveelheden lucht met grote snelheid op waardoor zich forse buienwolken kunnen vormen. Doordat de Noordzee warmer is dan het inmiddels fors afgekoelde Europese vasteland, is de mate van onstabiliteit ook grootst boven zee.

Dat zie je weer terug in het aantal buien: dat lag boven zee de afgelopen dagen aanmerkelijk hoger dan boven land. In dit neerslagpatroon zal tot en met woensdag weinig veranderen.

onbestendig weer
De temperatuur op 5,5 kilometer hoogte ligt ook de komende dagen rond -25°C. In combinatie met het zeewater van een graad of 18 levert dit een temperatuurverschil van 40°C op. Dit is de ideale combinatie voor onbestendig weer met veel buien.

Koude nacht, gevolgd door frisse zondag

In de nacht naar zondag hebben we even een droog intermezzo. Een rug van hogedruk zorgt ervoor dat het landinwaarts opklaart en de wind wegvalt. Daardoor koelt het behoorlijk af: dieper landinwaarts zijn minima tot 3°C haalbaar. Mogelijk komt het hierbij in het oosten van de Benelux tot vorst aan de grond, de eerste keer dit seizoen.

Tegelijkertijd vormt zich dichte mist. Als u morgenochtend de weg op gaat, is dit iets om rekening mee te houden! Aan zee is nog een enkele bui mogelijk en liggen de minimumtemperaturen rond 8°C.

minima zondag
Minima van lokaal 3°C in de nacht naar zondag

Zondag hebben we ‘s morgens te maken met mist. Deze lost maar heel langzaam op, maar uiteindelijk komt overal de zon erbij. Langs de kust kunnen er dan al enkele buien vallen. ‘s Middags hebben we in de hele Benelux een aantal buien met kans op onweer. Tussendoor zijn er ook droge en zonnige perioden.

De temperatuur loopt op naar 14 tot 16°C. Dat is mager voor deze tijd van het jaar, want de normale maximumtemperatuur ligt rond 18°C. Er staat weinig wind: zwak tot hooguit matig uit een zuidwestelijke richting.

Buien worden begin volgende week geleidelijk minder actief

Ook maandag, dinsdag en woensdag hebben we nog altijd te maken met licht onbestendig weer. Het aantal buien wordt echter elke dag minder. Maandag begint de dag, net als zondag, met (dichte) mist en ontstaan er ‘s middags een aantal stevige buien. Bij deze buien is een klap onweer mogelijk. Tussen de buien door wordt het niet warmer dan 14-16°C bij een zwakke tot matige westenwind.

Dinsdag is er wederom overal in de Benelux een buienkans, maar ze zijn wel minder in aantal en ook minder stevig van karakter (geen onweer). De temperatuur klimt een graadje: 15 tot 17°C. Op woensdag is alleen het Waddengebied nog gevoelig voor een enkele lichte bui, maar de rest van de Benelux houdt het droog.

Stabilisering vanaf donderdag

Zo rond het midden van de week lijkt er dan toch definitief een einde te komen aan de periode met onbestendig weer. Het hoogtelaag trekt naar zuidoosten weg en vanuit het westen krijgen we te maken met een uitloper van het Azorenhoog. Ondertussen wordt boven Scandinavië een flink hogedrukgebied in de steigers gezet, die later samensmelt met de uitloper van het Azorenhoog.

Dit alles leidt ertoe dat de atmosfeer stabiliseert. De neerslag verdwijnt uit het weerbeeld en de zon komt vaker tevoorschijn. Op zowel donderdag als vrijdag zal de zon circa 7 uur schijnen. De wind is niet al te sterk uit een zuidelijke richting en belangrijker: het kwik gaat omhoog! Zowel donderdag als vrijdag hebben we maxima tussen 17 en 20°C, mogelijk lokaal 21°C. Daarmee zitten we eindelijk weer eens rond of boven de normale waarden voor de tijd van het jaar.

maxima vrijdag
Donderdag en vrijdag kan het in het zuiden en zuidoosten van de Benelux eindelijk weer eens 20°C worden. Een beetje nazomer dus.

Grote kans op droog vervolg, maar met welke temperatuur?

De drogere tendens lijkt ook volgend weekend aan te houden, maar de onzekerheid zit hem in de temperatuur. Duidelijk is dat hogedruk dominant wordt in onze contreien en een westcirculatie er voorlopig niet meer zit, maar de plek van hogedruk maakt veel uit voor de temperatuur. Bij een hogedrukgebied met de kern boven Engeland of de Atlantische Oceaan zal de wind bij ons uit het koele noordwesten komen, bij een positie boven het continent juist uit het warme zuiden/zuidoosten.

En een Scandihoog zal doorgaans koudere nachten met zich meebrengen dan een Azorenhoog. Op dit moment hebben de diverse weermodellen veel moeite om de uiteindelijke positie van het te vormen hogedrukgebied goed te schetsen. Daardoor is het temperatuurverloop vanaf zaterdag 23 september erg onzeker.

Focussen we ons op het weermodel GFS, dan zien we wel een aantal zaken naar voren komen. Het ensemblegemiddelde, oftewel de gemiddelde temperatuur van alle berekeningen, ligt vanaf zaterdag 23 september volstrekt rond normaal. Dat betekent een graad of 18°C overdag en 9°C ‘s nachts. Maar kijken we binnen die berekeningen, dan zien we grote verschillen:

  • Het grootste deel van de GFS-leden, circa 60-70%, gaat voor een sterk Scandihoog. De stroming komt hier uit het noordoosten en er is veel ruimte voor de zon. De temperaturen zullen hier echter niet meer zo hoog uitkomen. De maxima liggen in deze berekeningen rond 17 of 18°C en de nachten zijn al behoorlijk koud met minima tussen 7 en 10°C;
  • Ongeveer 20-30% van de leden berekent naast het Scandihoog een apart hogedrukgebied boven Centraal-Europa. Dit is de warmste optie, omdat de stroming dan uit het zuiden komt. Maxima boven 20°C en minima boven de 10°C;
  • Een kleine minderheid, circa 10%, berekent juist een hoogtelaag die gevangen raakt ten zuiden van het Scandihoog. Dit resulteert in lage maxima van 12-17°C. Kans op regen neemt weer toe.

Meer duidelijkheid over de temperatuurkoers vanaf 23 september zal in de loop van volgende week duidelijk worden.

gfs pluim
De temperatuurspreiding is goed te zien in de GFS-pluim geldig voor De Bilt. Op maandag 25 september kan het 23°C worden, maar evengoed maar 12°C. (meteociel.fr)

Delen


Verder lezen

Alles bekijken