Veel zon dankzij hogedruk boven Noord-Europa en een negatieve NAO

Zon in de Benelux komt er opnieuw aan omdat droge lucht uit het oosten wordt aangevoerd en vochtige oceaanlucht geen kans krijgt. We leggen hier de bredere context uit met focus op hoe hoge- en lagedrukgebieden uit de Atlantische oceaan met elkaar interageren.
- Het weer in de Benelux voor begin april lees je hier in meer detail.
De normale toestand op de Atlantische Oceaan is dat het Azorenhoog en het IJslandlaag boven de plaatsen liggen waarnaar ze genoemd zijn. De wind tussen beide systemen stroomt dan sterk naar het oosten, richting Europa. We spreken dan van een positieve NAO of Noord-Atlantische Oscillatie.
Maar deze week is de situatie omgekeerd. Een hogedrukgebied vestigt zich boven Noord-Europa terwijl lagedruk zuidelijker een plaatsje vindt. Er bouwt zicht een negatieve NAO op.
- Meer over de NAO en hoe die het weer in Europa bepaalt.
De eerste tien dagen van april dagen krijgen we veel zon in de Benelux dankzij deze weerssituatie. De zonnige trend van maart zet zich dus voort.

Hogedrukgebied schuift op naar het noordoosten
Het hogedrukgebied dat zondag ten westen van Frankrijk lag, is opgeschoven. Vandaag ligt het op de Britse Eilanden en dinsdag bereikt het Scandinavië. Dit Scandihoog blijft op de regio hangen tot donderdag maar is niet erg standvastig. Het hoog gaat zich vestigen boven IJsland, waar de IJslanders voor de verandering verblijd zullen worden door wat zonniger weer, met een piek van zonneschijn op vrijdag 4 april in Reykjavik.
Intussen liggen ten westen van Spanje enkele lagedrukzones waardoor het opnieuw zal regenen in Spanje.



De normale situatie is dus tegenovergesteld ten opzichte van de meer normale gang van zaken boven de Atlantische Oceaan. Deze omgekeerde situatie visualiseert een negatieve NAO.

Meer droge lucht en dus zon in de Benelux door negatieve NAO
Het IJslandlaag en het Azorenhoog zorgen er normaalgezien voor dat lucht tussen beide richting Europa waait, omdat een hoog de wind in wijzerzin en een laag in tegenwijzerzin doet circuleren. De NAO is positief als boven IJsland de lage druk lager is dan normaal en boven de Azoren hoger dan normaal.
Maar nu is de NAO negatief. Boven IJsland is de druk veel hoger dan in de meer courante configuratie, en ten westen van Iberië veel lager.
Deze negatieve NAO ‘zuigt’ de luchtmassa’s tussenbeide naar het westen of verhindert dat oceaanlucht naar het continent wordt geblazen. Daarom wordt onder andere de Benelux gevrijwaard van vochtige zeelucht omdat er droge continentale lucht wordt aangevoerd. Ostgewitter noemt men deze aanvoer uit Oost-Europa ook.
Geopotentiaalhoogte op 500 hPa
De kaarten met drukvlakken op hoogte brengen de negatieve NAO nog beter in beeld.
De geopotentiaalhoogte op 500 hPa (5500 meter) is de hoogte waarop de luchtdruk 500 hectopascal bedraagt. Dit drukniveau wordt gebruikt om weersystemen te analyseren, waarbij hogere waarden duiden op warmere lucht en hogedrukgebieden, terwijl lagere waarden koude lucht en lagedruksystemen aangeven.

De anomalie toont de afwijking van deze hoogte ten opzichte van het klimatologisch gemiddelde. Positieve anomalieën wijzen op hogere dan normale drukniveaus, vaak geassocieerd met droog en warm weer, terwijl negatieve anomalieën kouder en onstabiel weer aangeven.
Dit helpt meteorologen bij het voorspellen van extreme weersomstandigheden en klimaatpatronen.
- Wat zijn drukniveaus in de meteo en hoe moeten we deze interpreteren?