Warmteonweders van levensbelang voor Afrikaanse natuur
Wat begint als een prachtige dag met diepblauwe luchten, kan rond het middaguur snel omslaan. Piepkleine wolkjes groeien in sneltempo door tot forse regen- en onweersbuien. Het kenmerkt het weer in de periode november tot april in het noorden van Botswana. Stormchaser en reisblogger Paul Begijn bezocht de prachtige Okavangodelta en doet verslag van het veelzijdige klimaat. Eerder schreef hij ook over de Hollandse wolkenluchten en de tropische buien nabij de Caraïben. Ook zeker de moeite waard om te lezen!
Reisblog over klimaat in Noord-Botswana
Grote moerassen bedekt met waterlelies worden afgewisseld door meanderende riviertjes, eilanden vol palmbomen en kuddes wilde dieren die er hun bestaan hebben. Het is bijna een onwerkelijk beeld vanuit de lucht, een beeld dat zo in een goede documentaire van National Geographic zou passen. Dit is de laatste ongerepte wildernis van Afrika: de Okavangodelta in Botswana.
Grootste inlandse delta
De Okavangodelta in het noorden van Botswana is de grootste inlandse delta ter wereld. De omvang van het gebied wordt pas goed zichtbaar wanneer je per Cessnavliegtuigje boven de enorme oppervlakte wildernis vliegt. Door natuurkenners wordt de Okavangodelta ook wel de laatste ongerepte wildernis van Afrika genoemd die door de jaren heen ongemoeid is gelaten en waar de natuur vrij spel heeft.
Dat laatste is echter alleen maar mogelijk met steun vanuit de overheid en internationale erkenning voor de bijzondere status van het gebied. De overheid draagt duurzaamheid heel hoog in het vaandel. Ondanks het toerisme de voornaamste bron van inkomen is in het noorden van Botswana, wordt er alles aan gedaan om het gebied zo min mogelijk aan te tasten en het reizen zo duurzaam mogelijk te maken.
Zo hebben slechts enkele organisaties grond toegewezen gekregen in het hart van de Okavango om lodges te bouwen. Op die manier blijft het hart van de Okavango zeer exclusief en krijgt massatoerisme hier geen kans.
Vliegen in een Cessna
Mijn ontdekkeningstocht door het hart van de Okavangodelta begint op het vliegveld van Maun, waar tientallen Cessnavliegtuigjes naast elkaar geparkeerd staan om toeristen naar diverse uithoeken van de delta te vliegen. Het is mijn eerste vlucht in een type toestel Cessna en dus stap ik enigszins nerveus in een op het eerste oog klein vliegtuigje dat niet al te stabiel oogt. Dat gevoel verdwijnt echter als sneeuw voor de zon als we zijn opgestegen en er voor me een groene oase opdoemt van ongekende grootte.
Groene oase
Wat me vooral opvalt is dat de delta prachtig groen gekleurd is, een beeld dat niet meteen in je opkomt wanneer je aan Afrika denkt. Hoewel de delta gedurende het seizoen nooit zal veranderen in een kale savanne en steppe, is de frisgroene kleur niet twaalf maanden te zien. Ik ben in de gelukkige omstandigheden dat er afgelopen maanden veel regen is gevallen waardoor het gebied is veranderd in een groene oase.
Lagunes en kanalen staan gevuld met water en de talrijke eilandjes worden omgeven door water. En dat terwijl de grote vloed die de delta jaarlijks overspoelt, het hart van de delta nog moet bereiken. Gemiddeld is zo’n 75% van al het water in de delta afkomstig van de vloed die het land binnenkomt via de Okavangorivier en er enkele maanden over doet om uit te stromen over de hele delta.
Dit water is veelal afkomstig uit de bergen van Angola, waar enkele kleine stroompjes het begin van een indrukwekkend rivierensysteem vormen. Een kwart van het water is afkomstig van regenval die gedurende het regenseizoen in de delta valt. Gemiddeld loopt het regenseizoen van november tot april.
Lente in de winter
Hoewel de lagunes vol staan met water is het regenseizoen inmiddels voorbij en verlopen mijn eerste dagen in de Okavangodelta zonovergoten. Het is begin april en de nachten worden al aanmerkelijk kouder. En hoewel de planten er in de lagergelegen delen van de delta weelderig groen bij staan, is op de hogere delen goed te zien dat de natuur langzaam verkleurt.
Waar het bij ons in Nederland en België lente is, is het in Botswana volop herfst. De koudere nachten kondigen ondertussen al voorzichtig de winter aan die over een maand begint. De winter verloopt vaak droog waardoor de planten en bomen hun groene glans verliezen in de gebieden die niet worden gevoed met water van de Okavangorivier.
Waar de tropische bossen van het aangrenzende Chobe Nationaal Park verdorren, staan planten er in de delta in de wintermaanden weelderig groen bij. Pas als het water in de geulen van de delta opdroogt, verdorren ook grote delen van dit gebied.
Wateroverlast
De eerste week van mijn reis in het hart van de delta verloopt droog met nauwelijks wolkenvorming. Als ik met locals spreek, vertellen ze mij dat er de eerste helft van april zeker nog wel buien voorkomen in het noorden van Botswana. Zeker in dit jaar, dat in de boeken gaat als een bovengemiddeld goed regenseizoen. En dat was nodig, want afgelopen drie jaar viel er juist uitzonderlijk weinig regen en was het systeem grotendeels afhankelijk van water uit de bergen van Angola.
Als ik mijn reis vervolg naar het zuiden van de delta, waar zich de zoutpannen bevinden, zie ik pas goed de impact van de regenval van afgelopen weken. De hoofdroute naar de stad Maun wordt abrupt onderbroken door een ondergelopen weg. Over ruim een kilometer is de weg ontoegankelijk geworden. Gelukkig hebben lokale ondernemers daar slim op ingespeeld en kun je je auto tegen een vergoeding laten meerijden op een truck. Omdat mijn verzekering geen waterschade dekt, neem ik het zekere voor het onzekere en laat ik me per truck door het water vervoeren.
Onweerverklikkers
De volgende dag sta ik vroeg op voor een excursie naar de zoutpannen. In de zomer kan het hier ontzettend heet worden, met temperaturen die 40 graden kunnen bereiken. Omdat het volop herfst is, heeft de temperatuur al behoorlijk ingeleverd. Met name de nachten koelen goed af, terwijl de temperatuur overdag nog makkelijk 30 graden haalt.
Het is ruim 2 uur rijden naar de zoutpannen en daarom vertrekken we vroeg (05.30 uur). Als rond half 7 de zon opkomt, valt mijn oog vooral op de onstabiel ogende lucht. Een groot veld met altocumulus hangt boven de grassteppen. Zou het dan toch gaan gebeuren? Ik doel natuurlijk op onweer. De aanwezigheid van altocumulus (ac) duidt vaak op onstabiliteit. Ac-wolken worden ook wel onweerverklikkers genoemd, het is een mogelijke indicator voor onweer later op de dag.
Warmteonweer
Aan het einde van de ochtend beginnen zich in de eerste cumuluswolken te vormen. Aan de opbouw is te zien dat er redelijk wat energie aanwezig is om de wolken te laten doorgroeien. Nog voor we terug zijn van de excursie, zie ik aan de horizon enkele ijskappen tussen alle wolken door. Kennelijk is de atmosfeer zo onstabiel dat zich in sneltempo enkele buien hebben ontwikkeld.
De meeste buien die zich in Afrika vormen, zijn van het type warmteonweder (pulserend). Ze ontstaan vaak later op de dag als het land flink is opgewarmd en warme luchtpakketjes beginnen te stijgen. De verticale stijgbeweging zorgt voor de vorming van cumuluswolken die bij voldoende onstabiliteit kunnen uitgroeien tot onweersbuien. Typerend is dat deze buien zich vaak nauwelijks verplaatsen en de buien dus een lokaal karakter hebben.
Als meerdere buien zich beginnen te clusteren treedt er meestal wat meer organisatie op en spreken we van zogenaamde multicells. Deze buien zijn vaak wat zwaarder, houden het langer vol en verplaatsen zich ook meer.
Felle bliksems
Genietend van een wijntje word ik einde van de middag opgeschrikt door een dof gerommel. Bingo, onweer! Door de bomen zie ik een flinke cumulonimbus in de lucht hangen. Langzaam wordt de lucht steeds donkerder en klinkt er continu gerommel. Ik spoed mij naar een meertje waar ik mooi zicht heb.
De bui onttrekt zich helaas grotendeels aan mijn gezichtsveld door de bossen, maar met het gerommel op de achtergrond is de sfeer prima. Als de bui dichterbij kruipt, wordt de neerslagkern zichtbaar. In de neerslagkern zijn felle bliksems te zien, ondanks dat het nog licht is. Maar ook op de achtergrond ontwikkelen nog buien, te zien aan de wolkentoppen die hoger en hoger worden.
Terwijl de zon langzaam zakt wordt het kleurenspel steeds mooier. Als het onweer te dichtbij komt en de wind aanwakkert, ga ik terug naar de lodge. Daarvoor moet ik eerst nog door een stuk bos lopen. Helaas ontbreekt het me aan een goede locatie om foto’s te nemen bij het huisje, maar desalniettemin is het genieten geblazen. Het is de aanzet tot een week met prachtige buienluchten wanneer ik mijn reis vervolg naar de grens met Namibië en het noorden van Namibië.
Wie graag meer wil lezen, kan binnenkort terecht bij deel 2: Onweders verlengen regenseizoen in Namibië.