Het seizoen van Hollandse wolkenluchten
Het begint met een piepklein onschuldig wolkje. Als er veel energie in de lucht zit, kan dat piepkleine wolkje uitgroeien tot een onweersbui van grote omvang. Maar meestal blijft het bij een onschuldige stapelwolk. Eén ding is in ieder geval zeker: met het oplopen van de temperatuur zijn de Hollandse wolkenluchten in het voorjaar en zomer weer terug. Dit bericht werd geschreven door gastblogger Paul Begijn.
De Lage Landen staan bekend om hun prachtige wolkenformaties. Veel schilders zijn er groot mee geworden. Toch is de afgebeelde stapelwolk op schilderijen, die vaak wordt aangeduid als oer-Hollands helemaal niet zo Hollands als we zelf denken. Ze komen namelijk over de hele wereld voor en in sommige landen zelfs nog vele malen imposanter.
Het opwarmende land
Stapelwolken ontstaan vaak in het voorjaar en in de zomer als het land – en later in het jaar het zeewater – begint op te warmen. Warme opstijgende luchtpakketjes zorgen voor het ontstaan van zogenaamde cumuluswolken (stapelwolk). In het vroege voorjaar zien we dit effect vooral landinwaarts optreden. Het land warmt dan relatief snel op ten opzichte van de zee. Bij een wind van zee en een heldere start van de dag zie je in het voorjaar dan ook vaak wolken ontstaan boven het land, terwijl het aan zee helder is.
Wolkenstraten zijn vaak gerangschikt in west-oostwaartse banen, waarbij de grote wateren wolkenvrij zijn. Dit effect zie je mooi terug boven de Zeeuwse eilanden. In het najaar zie je het omgekeerde gebeuren. Dan is het zeewater relatief warm en kunnen zich boven het warme water ook makkelijker stapelwolken vormen, zeker als de bovenlucht daarbij koud genoeg is.
Verticale stijgbeweging
De meeste stapelwolken vormen zich op een hoogte vanaf 200 meter. Daar ligt de basis van een wolk. Doordat een stapelwolk vaak ontstaat door opwarming van de aarde, ontwikkelen wolken zich pas in de loop van de ochtend. Dan is het land immers voldoende opgewarmd om warme luchtpakketjes te laten opstijgen. Die verticale stijgbeweging zorgt ervoor dat wolken als het ware in de lucht ‘staan’. Als de avond invalt en de zon begint te zakken, zie je de activiteit vaak afnemen. Het land koelt dan langzaam af en de benodigde energie voor het ontstaan van stapelwolken valt weg.
Bloemkoolwolken
Wolken vertellen een verhaal. Aan de ontwikkeling van een wolk kun je vaak aflezen of zich uiteindelijk een bui kan vormen of dat het rustig weer blijft. We spreken van ‘mooi-weer-wolken’ als er weinig energie in de atmosfeer voorradig is en wolken aan de bovenkant worden afgeplat. Er treedt dan niet snel een weersverandering op. Blijft een wolk doorgroeien aan de bovenkant, dan weet je dat er wel meer energie voorradig is. In de volksmond worden deze wolken ook wel aangeduid als ‘bloemkoolwolken’ of ‘donderkoppen’.
Onweer
Als een wolk blijft doorgroeien en boven de 5 km grens komt, dan ontstaat er vaak een bui. Boven de 7 kilometer kan er ook onweer op de bui komen, al is die grens van 7 kilometer zeker niet heilig. Het hangt vaak per situatie af. In de Benelux worden bij extreem zware buien soms wolkentoppen van maar liefst 15 kilometer waargenomen (een gemiddeld vliegtuig vliegt op zo’n 11 kilometer). Deze buien kun je soms op een afstand van wel 200 kilometer zien hangen. In de zomer zijn er soms situaties waarbij zich pas cumuli beginnen te ontwikkelen op zo’n 5 kilometer hoogte.
Doordat de basis dan al direct vrij hoog is, ontstaat er ook snel onweer op een dergelijke bui. Dit soort buien worden op ‘midlevel niveau’ gevoed en vallen onder de categorie elevated buien. De voeding is dan ook van een heel andere aard dan bij cumuli die vanaf de grond ontstaan. Waar de voeding bij cumuli die vanaf de grond ontstaan vaak wegvalt in de avond, kunnen zogenaamde ‘midlevel buien’ ook in de nachtelijke uren ontstaan.
Zelf wolken observeren
Wil je dus weten of een stapelwolk mooi weer of slecht weer aankondigt, let dan vooral op de bovenkant van de wolk!