0

Waar de weermodellen eerder de koers van een berekende intense storm alle kanten op lieten gaan, van IJsland tot Frankrijk, zijn ze nu steeds consistenter met een koers over Groot-Brittannië. De precieze windsnelheden zijn daarbij onzeker, de koers kan nog veranderen waardoor Groot-Brittannië minder wordt getroffen. Sommige berekeningen deden mij echter wel wat verbazen vanwege de intensiteit. En dit bijna op de kop af 35 jaar na de Burns’ Day Storm, in de Benelux beter bekend als Daria.

Wat is de meteorologische situatie?

De straalstroom levert zijn bijdrage

De operationele run van ECMWF toont de straalstroom boven de Noord-Atlantische Oceaan.

Er wordt een straalstroom berekend boven de Noord-Atlantische Oceaan. Op sommige plekken, in de jet streaks, worden windsnelheden op 300 hPa gehaald van meer dan 160 knopen. Er is dus sprake van een behoorlijke intense straalstroom. Daarnaast is er een trog zichtbaar in de straalstroom. Deze trog levert een extra bijdrage aan explosieve cyclogenese door het genereren van een stevige positieve vorticiteitsadvectie (PVA). PVA wordt geassocieerd met cyclogenese binnen een extratropische cycloon.

De linkeruitgang van de jet is gepositioneerd rond Groot-Brittannië, waar ook het hoogtepunt van de extratropische cycloon wordt bereikt volgens de huidige modeluitvoer.

De ontwikkeling van een stevige storm

De operationele run van GFS berekent een sub-950 hPa lagedrukgebied met een sting jet signature.

Door een samenloop van omstandigheden kan er een behoorlijk intense extratropische cycloon ontwikkelen in de loop van donderdag 23 januari en vrijdag 24 januari. Bij de ontwikkeling hiervan is er een grote kans aanwezig dat er kan worden voldaan aan de criteria voor een explosieve cyclogenese. Daarvoor is er een daling van ≥24 hPa in 24 uur noodzakelijk.

In tegenstelling tot bij de meeste extratropische cyclonen, wordt er bij dit lagedrukgebied een warme kern berekend. Er gaat waarschijnlijk sprake zijn van een warme seclusie bij dit lagedrukgebied. Tevens wordt er een T-Bone structuur berekend, waarbij het koufront loodrecht op het warmtefront is gepositioneerd. Ook draait het occlusiefront in, een back-bent occlusie. Al met al is de kans groot dat er sprake gaat zijn van een extratropische cycloon die het Shapiro-Keyser conceptuele cycloonmodel gaat volgen.

Gaat er een sting jet ontwikkelen?

De gesimuleerde IR-satellietbeelden van GFS.

Een sting jet is een zone op het back-bent occlusiefront bij sommige Shapiro-Keyser systemen waarbij een luchtmassa vanuit de troposfeer daalt naar het aardoppervlak. Deze neemt ook de hoge windsnelheden mee uit die luchtlaag. Tevens nemen de windsnelheden toe vanwege de val van de luchtmassa en de afkoelingsverdamping. Het gevolg hiervan zijn extreme windstoten aan het aardoppervlak.

Meerdere weermodellen komen met de ontwikkeling van een sting jet. Dat is ook een plausibele uitleg voor de berekende windstoten in sommige modellen van tussen de 170 en 260 km/u. Als voorbeeld de gesimuleerde IR-satellietbeelden van GFS, daarin is een duidelijke sting jet signature te zien. Een dry slot is zichtbaar, oftewel een droge intrusie. Daarnaast is er een scorpion’s tail zichtbaar, dat is die stevige angelachtige formatie binnen het systeem. Door GFS worden er hierop windstoten berekent van 170 km/u.

Hoe heftig gaat het worden?

De berekeningen van het ARPEGE-model voor de storm.

Het ARPEGE-model kwam in de 18z-run met hallucinante windstoten tot 257 km/u en een 10-minuutgemiddelde wind van 196 km/u. Dit is equivalent aan een categorie 3 orkaan. De kans dat dit uitkomt is uiterst klein, het is maar een weermodel dat met windstoten van meer dan 250 km/u komt. Het is wel bizar en ik heb zeer zelden zulke kaarten gezien voor een extratropische cycloon. De 00z-run van ARPEGE is wat milder ten opzichte van de 18z-run met windstoten tot 220 km/u boven de oceaan.

De andere weermodellen zijn ook fors met windstoten tussen de 170 km/u en 230 km/u. De meeste modellen laten het hoogtepunt, dus het sting jet event, boven de Atlantische Oceaan gebeuren. Er zijn daarnaast ook wat modellen en individuele ensembleleden die het hoogtepunt boven Groot-Brittannië laten plaatsvinden. De PASCAL-kansen op windstoten van ≥200 km/u in Ierland en Noord-Ierland liggen op 12% op basis van het EPS van gisteravond. Ter vergelijking, het windstotenrecord in Ierland ligt op 200 km/u. Een meerderheid van de weermodellen en individuele ensembleleden komen met windstoten van tenminste 150 km/u in Groot-Brittannië.

Er is ook nog een kans dat het lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan plaatsvindt, dan gebeurt er niet zoveel bijzonders in Groot-Brittannië. Maar dat is een mogelijkheid die wordt ondersteund door een minderheid van de weermodellen. Op dit moment lijken mij zeer zware windstoten tot 150 km/u, of zelfs iets meer, wel een realistische mogelijkheid. Maar voor dit soort details moeten we dichterbij het event zitten.

Wordt dit storm Eówyn?

Indien deze berekeningen in de komende dagen bevestigd worden, dan zullen de Met Office en Met Éireann zeer waarschijnlijk code oranje afkondigen. Zelfs code rood is dan niet uitgesloten, maar dat is iets wat pas kort van te voren wordt beslist vanwege de inherente onzekerheid rondom een lagedrukgebied zoals deze. Als er code oranje wordt afgekondigd vanwege dit systeem, dan krijgt het de naam Eówyn.

Delen


Verder lezen

Alles bekijken