Voorbeelden van inversiekou uit het verleden

We gaan een periode met hogedrukweer tegemoet, met afwisselend dooi en (licht-)winterse omstandigheden. Het vertrouwde Eurohoog doet weer zijn opwachting. Een goede gelegenheid om op het weer dat daarbij hoort in te gaan, en vooral voor een leerzame blik op de historie van hogedrukkou onder een inversie.
- Ontdek ons ook op Youtube (bijna 40.000 leden)
Inleiding
Vooral in december en januari als de zon nog weinig kracht heeft, kan zich onder een warmbloedig hoog aan de grond gemakkelijk een koude luchtlaag vormen. Als de voorgeschiedenis gunstig was, met koude polaire lucht die onder het hoog tot rust komt, kunnen de temperaturen behoorlijk onderuit gaan. Dauwpunten vormen een natuurlijke ondergrens: als de temperatuur maar genoeg daalt vormen zich nevel of mist en bij een dauwpunt onder nul ook rijp.
Met een sneeuwdek als uitgangssituatie blijft in het laatste geval langdurig op en top winters, ook al is het op anderhalve kilometer hoogte 5 tot 10 graden boven nul. We nemen een aantal situaties onder de loep, met De Bilt als referentiepunt.

Februari 1959
Einde januari vormde zich al een warmbloedig Eurohoog, onder een inversie vroor het licht tot matig in de nacht, 30 januari was een ijsdag. Na een kort intermezzo met Scandinavische kou stabiliseerde de atmosfeer opnieuw. Geen ijsdagen aanvankelijk door de krachtige zonneschijn, maar 6-14 februari zonder zon en met veel mist waren ijsdagen. Het resultaat: een onvervalste vorstperiode met in totaal 32,6 koudepunten. Een geringe dagelijkse gang, maar prachtige rijptaferelen.

December 1972
De eerste helft van december stond in het teken van een krachtige west- tot zuidweststroming. Zacht weer met veelvuldig temperaturen overdag in de dubbele cijfers. Halverwege de maand kromp de stroming naar zuid. De wind werd aflandig en de temperaturen gingen ondanks de nog steeds warme bovenlucht omlaag.
Vanaf 15 december vroor het de rest van de maan elke nacht (met uitzondering van de 27e), daags voor kerst zelfs een paar ijsdagen. Bijna de gehele tweede helft van december bleef de bovenlucht zacht, echter vroor het aan het eind van de maand ’s nachts op grote schaal matig, plaatselijk (Twente) zelfs streng.
Heerlijke schaatscondities al met al, die vanwege de aanlandige wind tot een triest einde kwamen toen een nieuw hogedrukgebied boven de Britse Eilanden de regie overnam. In Arnhem waar ik toen woonde dooi. Verder naar het zuiden keerde de lichte vorst nog wel kort terug.

Januari 1982
Een markante inversiesituatie is januari 1982, na een flinke koudegolf (6-11 januari, De Bilt) voorafgegaan door sneeuwval in Zuid-Nederland en Vlaanderen. Vanaf 13 januari ruimde de stroming naar het zuiden en de temperaturen op 850 hPa stegen van -10 °C op de twaalfde naar +4 °C op de 16e. In De Bilt handhaafde de inversie zich tot 15 januari, daarna liep het kwik overdag door menging vanwege de aantrekkende wind op tot meer dan 5 graden boven nul.
Maastricht, mede vanwege de lichte föhn en hoogteligging, mat in de ochtend nog strenge vorst (-11,7 °C), in de middag echter 8,0 graden boven nul. Dat ondanks de sneeuw. Tot de 20e bleef het in de zuidelijke stroming ’s nachts licht vriezen, bij temperaturen overdag ruim boven nul.

Januari 1997
Iets dergelijks deed zich ook voor in januari 1997. Na de koudegolf die de Elfstedentocht mogelijk had gemaakt, trad op 12 januari een flinke verzachting op. Die vertaalde zich snel naar hogere dagtemperaturen, in de nachten bleef het echter nog lange tijd licht (soms matig) vriezen. Op 14 januari scoorde De Bilt nog 0,5 koudepunt bij +5 °C op 850 hPa. Dankzij de dikke ijsvloer en lage natteboltemperatuur (onder het vriespunt), hebben wij in de schaduw van de zandafgraving in Maarn nog tot ver in januari door kunnen schaatsen.

December 2007
Een wat recenter maar ook minder spectaculair voorbeeld is december 2007. Daags voor kerst kwam het met van oorsprong koude, continentale lucht onder een warm hoog zowaar tot een vorstperiode, ook al was de bovenlucht op het laatst behoorlijk opgewarmd. Schaatsen op ondiepe plassen, aan het slot begeleid door een prachtige rijpsituatie. Met kerst was alles weer voorbij.

Januari 2017
Vriezend weer na polaire kou halverwege de maand, met daarop volgend twee keer zachtere bovenluchten met temperaturen op 850 hPa van 0-5 °C. Eerst rond de 21e met maxima in de weerhut rond +5 °C, maar nog steeds matige vorst in de nacht. De tweede keer rond de 26e, in de inversie maxima maar net boven nul en in de nacht matige vorst. Op de 28e betekende een koufrontpassage met daarna koudere bovenluchten het einde van de vorst, en dus ook van het schaatsplezier.


December 2024
Ook deze winter scoort goed in inversiekou, hoewel een vorstperiode of schaatsweer er (voorlopig) nog niet in zitten. Eerst eind december met vooral in België dalende temperaturen. Inversiekou vooral verder naar het zuiden. Het zuiden van Duitsland en de Alpen hadden na stevige sneeuwval daags voor kerst ideale skicondities. Boven de inversie scheen de zon volop, met droge dooi overdag. Onder de wolkenlaag op grote schaal ijsdagen.

Januari 2025
De komende week is het opnieuw raak, als het deksel erop gaat met vooral in het begin nog een koude grondlaag. Daar komt bij dat een groot deel van België en ook Zuidoost-Nederland nog steeds een sneeuwdek hebben. In de loop van de week maakt de koude polaire lucht plaats voor zachte subtropische lucht uit het zuidwesten. Temperaturen op 850 hPa ruim boven nul, maar opnieuw lijkt zich een inversie te gaan vormen. Zeker zuidelijk in de Benelux waar de aanlandige wind van dinsdag en vooral woensdag de minste invloed krijgt.

Weersituatie komende dagen
We zien vanaf donderdag een terugkeer van de vorst in de nacht, zelfs in het noorden van het land. De aangegeven amplitude kan in de lager gelegen gebieden echter tegenvallen als zich mist of laaghangende bewolking vormt. Hoe verder naar het zuiden, des te droger is de lucht. Zeker op de heuveltoppen in Vlaanderen en in de Ardennen lijkt de zon in de tweede helft van de week een grotere kans te maken.
