Gletsjers werden opnieuw kleiner in 2024

Na de extreme omstandigheden van 2022 en 2023, toen de Zwitserse gletsjers 10% van hun volume verloren, kende 2024 geen verlichting voor de Zwitserse gletsjers. Ondanks de uitzonderlijk grote hoeveelheden sneeuw in de winter en lente leidde een combinatie van hoge temperaturen, die in juli en augustus op bepaalde momenten zelfs recordhoogtes bereikten, en stof uit de Sahara tot een verlies van 2,4% van het gletsjervolume in Zwitserland. Zo zet de trend van steeds kleiner wordende gletsjers zich onherroepelijk verder.
- Weerliefhebber? Volg ons via X en Facebook
- Volg de interessante weerberichten op Youtube
Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s uploaden.
Wat is de massa balans ook al weer?
De jaarlijkse massa balans verwijst naar de totale hoeveelheid massa toegevoegd of verwijderd van elke gletsjer over 1 jaar, en komt overeen met de som van de winter accumulatie en de zomer smelt van sneeuw en ijs. In Zwitserland worden momenteel een twintigtal gletsjers gemonitord om de massa balans te bepalen.
Op elk van deze gletsjers is een netwerk aanwezig van 4/18 meetpunten om de lokale massa balans te meten. Aluminium of plastieken stokken worden in het ijs gedrild en voorzien een accurate lokale observatie van de ijslaag verwijderd op die plaats. Deze stokken worden elk jaar herdrild op hun oorspronkelijk plaats tijdens de late zomer om te compenseren voor gletsjervloei. In het accumulatiegebied, waar de gletsjer netto massa wint over een jaar, wordt gebruik gemaakt van een laag die verkleurd is met een soort van stof om de laag terug te vinden.

Vervolgens worden alle puntmetingen omgezet naar water-equivalent (de SI-eenheid) en ruimtelijk geëxtrapoleerd naar de gehele gletsjer met behulp van een model. Deze methode houdt dan rekening met de ruimtelijke variabiliteit en ongelijkmatigheden in de puntmetingen. Bovendien berekent deze aanpak de dagelijkse massa-balans van de gletsjer, waardoor de resultaten geharmoniseerd kunnen worden voor gemeenschappelijke, en dus vergelijkbare, tijdsperioden, zoals het hydrologische/balans jaar (1 oktober-30 september).
Uitzonderlijk veel sneeuw in de winter/lente
De winter van 2023/2024 werd gekenmerkt door een contrast tussen bergen en valleien aan beide zijden van de Alpen. Onder de 1.400 m waren de sneeuwdiktes duidelijk onder het gemiddelde, terwijl ze op hoogtes boven de 2.200 meter boven zeeniveau juist opvallend boven het gemiddelde lagen. Zware neerslag en relatief hoge temperaturen gedurende de zes maanden van de winter waren hiervoor verantwoordelijk. De gemiddelde sneeuwdieptes tussen november en mei behoorden tot de hoogste sinds het begin van de metingen.

De evolutie van de gletsjer massabalans gedurende het hydrologische jaar 2023/2024 begon met een uitzonderlijke smeltperiode in de herfst, die duurde tot half oktober. Daarna volgde een snellere groei van de sneeuwbedekking dan normaal, van eind oktober tot december 2023. Tegen het einde van februari 2024 neigde de sneeuwbedekking bijna weer naar het gemiddelde. De maximale sneeuwophoping werd bereikt op 3 juni, maar de smelt versnelde pas echt begin juli.
Warme zomermaanden doen sneeuw de das om
Tot de tweede week van september waren de smeltpercentages zeer hoog, zonder enige onderbreking. Dit contrasteert met vorige zomers, waarin gletsjers regelmatig konden profiteren van koelere dagen. De “glacier loss day” vond plaats op 11 augustus, enkele dagen later dan normaal. Op 15 augustus werd de massabalans voor 2023/2024 negatiever dan het gemiddelde van 2010-2020 en bleef tot het einde van het jaar onder dat niveau. Na de relatief late start van het smeltseizoen eindigde het ook vroeg en abrupt in september door kouder weer en herhaaldelijke sneeuwval.
De sneeuw verdween bijzonder snel door de zeer hoge temperaturen in juli en augustus, waarbij op de Jungfraujoch (3500 m), het hoogste weerstation van Europa, in augustus zelfs warmere temperaturen werden gemeten dan tijdens de hittegolven van 2003 en 2022. In augustus 2024 werd het hoogste massaverlies voor augustus sinds het begin van de metingen geregistreerd.

Combinatie van factoren doet gletsjers opnieuw krimpen
De conclusie is dat drie cruciale factoren verantwoordelijk waren voor de aanzienlijke gletsjermassaverliezen in 2024, ondanks de overvloedige sneeuwval in de winter:
(1) De gemiddelde temperaturen in juli en augustus waren zeer hoog. Bij de hoogste weerstations lagen de waarden voor augustus zelfs boven die van 2003 en 2022, jaren die nog steeds worden herinnerd om hun intense hittegolven.
(2) In juli en augustus overheerste goed weer met hoge zonnestraling, en er viel geen verse sneeuw, in tegenstelling tot bijvoorbeeld 2023. Deze sneeuw kan normaal het smeltseizoen even onderbreken.
(3) In de winter en lente van 2024 brachten zuidwestelijke winden meerdere keren aanzienlijke hoeveelheden Saharastof naar de Alpen. Dit stof werd aanvankelijk bedekt door extra sneeuwlagen, maar kwam met het begin van het smeltseizoen aan de oppervlakte. De albedo, oftewel het weerkaatsend vermogen van het sneeuwoppervlak, nam hierdoor sterk af, waardoor de sneeuw sneller smolt. Dit effect versnelde de sneeuwafname en neutraliseerde de voordelen van de bovengemiddelde sneeuwhoogte op de gletsjermassabalans. Hoewel we de netto-impact van het Saharastof op het massaverlies in 2024 nog niet kunnen kwantificeren, lijkt een toename van de smeltsnelheid met 10-20% vergeleken met normale omstandigheden aannemelijk.

Gletsjers in Zwitserland verliezen 2.4% van hun ijs
De metingen van de gletsjers kunnen dan veralgemeniseerd worden voor alle Zwitserse gletsjers. Voor het hydrologische jaar 2023/2024 levert dat een gemiddelde massabalans van –1,25 m w.e. op. Dit is duidelijk minder negatief dan –3,1 m w.e. in 2022 en –2,3 m w.e. in 2023. Ook in 2018, 2017, 2015 en 2011 waren de jaarlijkse verliezen groter. Toch is het massaverlies in 2024 opmerkelijk gezien de overvloedige sneeuwval in de winter.

Aan het einde van het hydrologisch seizoen 2023/24 resteert er daardoor naar schatting nog 46,4 km³ gletsjerijs in Zwitserland, bijna 30 km³ minder dan in 2000. De Zwitserse gletsjeroppervlakte is nu ongeveer 775 km², een afname van 28% sinds 2000. Het jaarlijkse volumeverlies schommelde tussen –1% en –3% per jaar in de afgelopen twintig jaar. De extreme jaren 2022 (–5,9%) en 2023 (–4,4%) zorgden voor ongekende ijsverliezen. Het verlies in 2024 is met –2,4% duidelijk gematigder, maar nog steeds aanzienlijk.

Hoewel de relatieve ijsverliezen in 2022 en 2023 uitzonderlijk hoog waren, geven de absolute veranderingen aan dat de piek van waterafgifte door Zwitserse gletsjers waarschijnlijk voorbij is. Het ijsverlies in 2024 bedroeg –1,2 km³, vergelijkbaar met 2019, maar minder dan in 2017 en 2018.
Door de snelle afname van gletsjeroppervlak kan er ondanks intense smelt minder smeltwater worden geleverd aan benedenstroomse gebieden. Dit levert uitdagingen op voor waterbeheer in de toekomst, vooral tijdens droogteperiodes.