Bijzondere storm op komst in de Atlantische Oceaan
De huidige uitvoer van de weermodellen berekenen voor zaterdag een bijzondere storm (”Bert”) in het noordelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan. De meteorologische parameters zijn daarbij gunstig voor een indrukwekkend lagedrukgebied. Bij dit lagedrukgebied is namelijk een explosieve cyclogenese mogelijk met een uiteindelijke luchtdruk dichtbij recordniveau. Daarbij worden extreme windstoten rondom de kern berekent. Niet alleen dat, maar de structuur van de storm is ook erg opvallend. Vooral Groot-Brittannië kan met storm Bert te maken gaan krijgen.
- Volg ons op Facebook en op X.
- Bekijk ook ons YouTube-kanaal voor de laatste video’s en livestreams.
De huidige situatie rondom het lagedrukgebied
Lagedrukgebied Bert heeft op dit moment, op het moment dat dit artikel wordt geschreven, een gemeten luchtdruk van 989 hPa. Door interpolatie wordt er een lagedrukgebied van 988 hPa vastgesteld in het lagedrukgebied. Het lagedrukgebied is op dit moment aan het uitdiepen met 1 hPa/u, maar het versnellen van de uitdieping in de komende 24 uur is zeer waarschijnlijk. Daarbij ontstaat er een zeer zware storm ten westen van Groot-Brittannië.
Wat is er allemaal betrokken bij de ontwikkeling?
De straalstroom levert zijn bijdrage
Op een hoogte van 300 hPa (8,2 – 9,6 km) staan er twee verschillende straalstromen. Een straalstroom ligt boven de Verenigde Staten en de andere straalstroom gaat van Groenland naar Groot-Brittannië en Europa. Tussen deze twee straalstromen is er sprake van een verbinding, deze vormt een connectie tussen de ene straalstroom en de andere straalstroom.
Het lagedrukgebied, wat uiteindelijk een forse storm genaamd Bert zal worden ten westen van Groot-Brittannië, maakt gebruik van die verbinding om te transporteren richting het noorden. Tijdens het transport is er zeer waarschijnlijk sprake van optimale interactie tussen het lagedrukgebied en de straalstroom, waardoor explosieve cyclogenese (uitdieping van ≥24 hPa/24u binnen een extratropische cycloon) vrijwel zeker is.
Invloed van vorticiteit op de ontwikkeling
Er is een hoge positieve vorticiteit betrokken bij dit lagedrukgebied op een hoogte van 700 hPa (2,4 – 3,2 km). Een hoge positieve vorticiteit geeft aan dat het lagedrukgebied snel tegen de klok in draait. Deze vorticiteit verplaatst ook, waardoor de vorticiteit toeneemt op plekken waar voorheen geen vorticiteit was, dit heet positieve vorticiteitsadvectie (PVA). Dit verschijnsel is inherent verbonden aan het ontstaan en ontwikkelen van een intense extratropische cycloon. In dit geval is niet alleen PVA gunstig voor ontwikkeling, maar ook de andere parameters. Dit is een duidelijke indicatie voor de kans op explosieve cyclogenese.
Op de vorticiteitskaart is duidelijk te zien dat er sprake is van een cyclonale draaiing binnen het lagedrukgebied, er is sprake van een grote intensiteit. De isohypsen, dat zijn de lijnen op de vorticiteitskaart die de hoogte aanduiden, tonen ook aan dat storm Bert gebruik gaat maken van de straalstroom. Dat vormt een ondersteuning voor dit lagedrukgebied zoals eerder beschreven in dit artikel.
Frontenontwikkeling binnen de stormdepressie
Bij een extratropische cycloon is er standaard sprake van frontogenese (FGEN), dat is de ontwikkeling van koufronten, warmtefronten en occlusiefronten. Bij deze extratropische cycloon is er vooral in het zuid- en westkwadrant een verhoogde kans op frontogenese. De kaart toont namelijk een FGEN-potentie van ≥9 K/100km aanwezig, wat een sterk verhoogde kans op frontogenese inhoudt.
Hoe intens zal het lagedrukgebied worden?
Het lagedrukgebied ondergaat een explosieve cyclogenese van 40-50 hPa/24u, waardoor er op zaterdag een zeer lage luchtdruk binnen de kern mogelijk is. Tijdens het hoogtepunt van de storm is er waarschijnlijk sprake van een luchtdruk tussen de 930 hPa en 940 hPa, dat is erg diep. De laatste keer dat een Europese storm zo’n lage luchtdruk had was in 2020. Voor de regio op de Atlantische Oceaan waar deze storm wordt berekend, is de laatste keer ruim 10 jaar geleden.
Door een extreme luchtdrukgradiënt, ik schat tussen de 10 en 15 Pa/km in het meest intense gebied, ontstaat er een intens windveld. In dit windveld is windkracht 10 á 11, wellicht 12, mogelijk. Daarbij is er kans op windstoten van 150-180 km/u. Gelukkig blijft dit extreme windveld boven de Atlantische Oceaan.
De hoge intensiteit van dit lagedrukgebied laat een bijzonder verschijnsel zien. Er is een erg klein veldje, in de kern van het lagedrukgebied, dat vrijwel windstil is. Het is zo klein, dat er in het geval van een tropische cycloon zou worden gesproken van een ‘pinhole eye.’ Een ‘pinhole eye’ is een heel klein oog bij een tropische cycloon. Dit is echter een extratropische cycloon, waardoor die benaming niet van toepassing is op deze situatie. Bijzonder is het wel.
De gevolgen voor Groot-Brittannië en de Benelux
In Groot-Brittannië trekt er de komende nacht een aantal fronten over, deze kunnen voor windstoten van meer dan 100 km/u zorgen lokaal. Ook de Benelux krijgt op zaterdag hiermee te maken, dan zijn er langs de kust windstoten mogelijk van 75-90 km/u in combinatie met neerslag.
Vanaf de nacht naar zondag vindt er een cyclolyse-proces plaats binnen het lagedrukgebied, dan zwakt de storm af. Vanaf zondagmiddag tot en met maandag zijn er in Ierland en Schotland zeer zware windstoten tot 120 km/u mogelijk, dan is het lagedrukgebied inmiddels afgezwakt tot 960 hPa.
Op maandagavond en dinsdagnacht zijn er langs de Nederlandse en Belgische kust windstoten tot 85 km/u mogelijk. Het daadwerkelijke windveld, met windstoten boven de 100 km/u, trekt waarschijnlijk ver ten noorden van Nederland langs.