11 april 2020 - 7 min. lezen 1 reacties

Februari en begin maart verliepen relatief nat, waardoor de watervoorraad in de Benelux “eindelijk” terug kon normaliseren. Het lenteweer van de afgelopen dagen in combinatie met het droge weer tijdens de tweede helft van maart hebben er echter voor gezorgd dat de watervoorraad weer snel aan het slinken is. Als we de langetermijnmodellen mogen geloven zullen ook de volgende maanden weer droger verlopen dan normaal. Keert het tij nog of krijgen we alweer een droog voorjaar en een droge zomer? We vroegen advies aan professor Patrick Willems van de KUL voor deskundige uitleg rond de actuele watervoorraad.

Deelnemen aan discussie?Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als liefhebber van het weer en klimaat aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Eerste maanden verliepen nat

De maanden in het begin van 2020 verliepen uiterst nat. Eindelijk leek de natuur te herademen met meer neerslag dan normaal. In tegenstelling tot de natuur, was iedereen de regen al snel beu.

Dagelijks kreeg professor Patrick Willems van de KUL dan ook de vraag: “Heeft het nu nog steeds niet voldoende geregend om de grondwaterreserves aan te vullen?”. “Nee”, was het antwoord. Grondwater heeft langzame regen, gespreid over de tijd, nodig om echt te herstellen. Dit gebeurt echt niet op een aantal weken.

In deze twee maanden viel er veel neerslag op korte tijd, met lokale overstromingen tot gevolg. Ook onze spaarbekkens liepen nog eens vol.

Terug afname in grondwaterstanden

Tijdens het begin van elke maand wordt de grondwaterstand in België gemeten. Uit de nieuwste grondwaterstanden (van april) blijkt dat we de grondwateraanvulling door de februari-regens (en begin maart) ondertussen grotendeels terug kwijt zijn op de meeste locaties. 45% van de meetlocaties staan – relatief voor de tijd van het jaar – terug op laag of zeer laag (zie figuur).

(data: DOV)

“Als het ook de volgende weken droger blijft dan normaal en we een zeer lage luchtvochtigheid krijgen waardoor alles extra snel uitdroogt, zullen de grondwaterstanden nog verder dalen en beginnen we ons opnieuw (net zoals de vorige 3 jaar) zorgen te maken over de waterbeschikbaarheid deze zomer. Maar uiteraard blijft alles afhangen van hoe droog het precies zal zijn de komende maanden”, aldus professor Patrick Willems. In het westen is de situatie momenteel het meest optimaal met daar de hoogste waterstanden.

In Nederland zien we een gelijkaardig patroon met momenteel een duidelijke stijging van het neerslagtekort. Evenwel geeft deze grafiek geen informatie over de totale watervoorraad.

Er valt momenteel duidelijk minder neerslag dan dat er verdampt en wegvloeit, waardoor het neerslagtekort terug aan het opbouwen is.

Cumulatieve neerslag telt

In de grafiek hieronder werd het cumulatief neerslagtekort geanalyseerd. Dit is berekend door vanaf het begin van het hydrologisch zomerseizoen, d.i. vanaf 1 april voor elk jaar, neerslag dag per dag te cumuleren en daar de verdamping van een Vlaams referentiegewas van af te trekken. De grafiek geeft dus een beeld van de bodemwaterbeschikbaarheid voor gewassen en andere vegetatie, maar ook van de grondwateraanvulling.

(KUL – Patrick Willems)

Meestal is er tijdens de winter een neerslagoverschot – dus meer neerslag dan verdamping – terwijl dat in de zomer vaak omgekeerd is. Voor de waterbeschikbaarheid is het belangrijk dat er tijdens de wintermaanden voldoende waterreserves opgebouwd worden, om die dan beschikbaar te hebben tijdens de (eventueel droge) zomermaanden en tijdens die zomermaanden loopt het neerslagtekort best niet te hoog op.

In de grafiek hieronder is aangeduid hoe sterk het neerslagtekort opliep in 2017, 2018 en 2019. Er is een vergelijking gemaakt met de zeer droge zomer van 1976 en met het neerslagtekort dat zich in de periode 1901 – 2000 eens om de 2, 20 en 50 jaar voordeed – volgens de metingen van het KMI te Ukkel.

Hieruit blijkt dat in de zeer droge zomer van 2018 het neerslagtekort opliep tot een 350tal mm en het hydrologisch jaar eindigde met een tekort van 150 mm. In 2017 eindigde het hydrologisch jaar met een klein neerslagoverschot en 2019 had een status quo; dat laatste vooral dankzij de februari-regens.

Op dit ogenblik is het neerslagtekort terug aan het toenemen, terwijl er deze winter geen bijkomende reserves werden opgebouwd; van het historisch neerslagtekort van 2018 werd er dus niets weggewerkt. Dit verklaart waarom de grondwaterstanden historisch laag blijven. 

Tijdens de winter en herfstmaanden valt er meer neerslag dan dat er verdampt of gebruikt wordt door de planten. Daardoor groeit de watervoorraad aan. In de zomer is dat omgekeerd en slinkt de watervoorraad. Als de watervoorraad in de winter/herfst niet genoeg aangroeit, kan er een tekort ontstaan. (Ecopedia)

Kwetsbare waterhuishouding

Mensen vergeten vaak dat we in de Benelux normaal in de maanden maart en april in onze contreien te maken hebben met “maartse buien” en “aprilse grillen”. Door de klimaatverandering krijgen we nu echter steeds vaker te maken met langere, droge periodes, maar ook met meer intense regenval wanneer het regent.

De neerslag valt dus meer geconcentreerd in de tijd, wat zowel de kans op wateroverlast doet toenemen als onze watervoorziening in het gedrang brengt. Dit laatste is vooral het gevolg van onze hoge bevolkingsdichtheid waardoor we het beschikbare zoete water (ons regenwater,) over veel meer mensen moeten verdelen.

Projecties van de KUL tonen aan dat Vlaanderen de volgende jaren verder zal verdichten. Dit komt de infiltratiecapaciteit zeker niet ten goede. (KUL)

Bovendien hebben wij ook heel wat waterintensieve bedrijven en is er ook voor de landbouw veel water nodig. Bovendien hebben wij een groot aantal gronden die van nature uit nat zijn, sterk gedraineerd om voldoende landbouw mogelijk te maken en loopt een groot deel van ons regenwater door het grote % verharding weg en krijgt het niet de kans om in de grond te infiltreren. Onze kwetsbaarheid hierdoor is de afgelopen droge zomers (2017, 2018, 2019) heel duidelijk geworden.

Water vasthouden is de boodschap om het hoofd te bieden aan de droogte

Patrick Willems: “Wij zullen ons daarom als regio beter moeten wapenen tegen die toenemende droogte door onze kwetsbaarheid te verminderen. De oplossingen zijn bekend: véél meer water “vasthouden”: via groenblauwe voorzieningen, via wadi’s, ook in een stedelijke omgeving, in riviervalleien via wetlands, minder drainage, slimmere peilsturing waterlopen, regenwateropslag, kunstmatige infiltratie, … en uiteraard veel zuiniger omspringen met het schaarse watergoed, door ieder van ons en ook door de industrie en de landbouw.”

Krijgen we nu terug een droogte?

Net zoals we in oktober-november schreven, gaan we ons momenteel niet aan een uitspraak wagen wat betreft het weerbeeld van de komende maanden. Wat we met NoodweerBenelux wel doen, is kijken naar de verschillende langetermijnmodellen en bekijken of er suggesties, trends te detecteren zijn. Wat blijkt: de langetermijnmodellen voorspellen momenteel allemaal ‘een droger dan normaal’ verloop van de volgende weken en maanden.

Op basis van het ECWMF seizoensmodel zou april 2020 eindigen met een tekort van ongeveer 20 liter water per vierkante meter in de Benelux.

September zou de eerste maand zijn met meer neerslag dan normaal. We zullen dit de komende dagen/weken/maanden goed in de gaten moeten houden, want de aanzet tot een nieuwe droogte is er. Hopelijk hebben we de voorbije jaren veel bijgeleerd hoe we onszelf en onze landbouw in deze periodes moeten gedragen/aanpassen.

Sommige linkjes bevatten affiliate

Lander

Door Lander

Postdoc glaciologie/klimatologie aan de ETH Zürich en VUB. Ik woon deeltijds in Zwitserland/België. Afgestudeerd fysisch geograaf aan de KU Leuven / VUB in de specialisatie weer- en klimaat. Sinds jongs af aan gepassioneerd door weer en klimaat focus ik mij binnen het team op het schrijven van weerberichten, blogs en het ontwikkelen van onze weerkaarten.


Verder lezen

Alles bekijken