22 januari 2023 - 5 min. lezen
0 reacties 0

In ons gematigde zeeklimaat, en zeker binnen de context van de opwarming van de Aarde, lijkt de kans op een stevige en koude winter steeds zeldzamer te worden. De laatste jaren werden veelal gekenmerkt door kwakkelwinters waarin stevige vorst en sneeuw steeds minder en minder lijkt voor te komen. Maar komt deze indruk ook tot uiting in de statistieken? Hoe groot is de kans op vorst- en ijsdagen in ons huidige klimaat dan? En is die kans kleiner geworden doorheen de 20e en 21e eeuw? In onderstaande blog gaan we na hoe deze kansen veranderd zijn door de jaren heen.

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s opladen.

Wat zijn vorst- en ijsdagen?

Bij een vorstdag daalt de temperatuur onder het vriespunt op normale waarnemingshoogte van 1,5 meter boven de grond en in thermometerhut. Dit gebeurt meestal tijdens de nachtelijke uren of juist voordat de zon op komt. Vaak is het juist voor zonsopgang het koudste moment van de dag. Vorstdagen komen voor vanaf oktober tot en met april. Soms zakt de temperatuur ook in mei of september onder nul.

Een ijsdag is een dag waarop het de hele dag blijft vriezen, met andere woorden 24u/24u. Deze temperaturen worden eveneens gemeten op een normale waarnemingshoogte van anderhalve meter boven de grond en in thermometerhut. In november en maart komen er zelden ijsdagen voor. De meeste ijsdagen komen voor in de maanden december, januari en februari.

Statistiek met overschrijdingskansen

Om de hoofdvraag van het artikel duidelijker te beantwoorden gebruiken we data voor Ukkel (1833-2022) en De Bilt (1901-2022) gedurende het hele jaar, gecorrigeerd voor de open thermometerhut tot en met 1983. Hiermee berekenden we vervolgens een overschrijdingskans voor bepaalde temperaturen. Met andere woorden, we zochten de kans dat een minimum of maximumtemperatuur van, in dit geval, 0°C wordt overschreden.

We hebben deze kans geplot die als volgt geïnterpreteerd kan worden. De kans dat de minimumtemperatuur beneden +20°C (horizontale as) blijft is nagenoeg 100% (verticale as). Dagen waarop de minimale temperatuur hier boven blijft komen dan ook zeer weinig voor. De kans dat het kouder wordt dan 0°C is ongeveer 12.5% voor Ukkel (bovenste box) en 17.5% De Bilt (onderste box). Voor -5°C is dit ongeveer 3%, voor -10°C nog lager.

Overschrijdingskans voor bepaalde minimum temperaturen (data: KMI en KNMI).

Dezelfde redenering kan gemaakt worden voor de maximale temperatuur. De kans dat deze hoger uitvalt dan -10°C (horizontale as) is nagenoeg 100% (verticale as). Dagen waarop de maximale temperatuur hierboven blijft komen dan ook (zo goed als) niet voor. De kans dat het overdag kouder blijft dan 0°C is ongeveer 3% voor Ukkel (bovenste box) en De Bilt (onderste box). 

Overschrijdingskans voor bepaalde maximum temperaturen (data: KMI en KNMI).

Rekening houdend met het veranderende klimaat

Stijgende trend in de temperatuur

We hebben hierboven echter iets niet in rekening gebracht: het veranderende klimaat. Het is namelijk zo dat, indien we iets willen zeggen over hoe vaak vorst vandaag de dag voorkomt, data uit 1901 niet representatief meer zijn. Om een precieze analyse te maken, moeten we hier dus rekening mee houden. Dit werd reeds duidelijk in de eerste alinea van de tekst, maar wordt nog eens bevestigd in de onderstaande figuur. Er is namelijk een dalende trend zichtbaar wat betreft het aantal vorst- en ijsdagen. Onderstaande grafieken beantwoorden dus al deels onze onderzoeksvraag…

Aantal vorstdagen voor Ukkel (data: KMI).
Aantal vorstdagen voor De Bilt (data: KNMI).
Aantal ijsdagen voor Ukkel (data: KMI).
Aantal ijsdagen voor De Bilt (data: KNMI).

Komen vorst- en ijsdagen minder vaker voor dan vroeger?

We passen nu onze techniek van de overschrijdingskansen toe, maar delen de dataset eerst op in 2 delen. Enerzijds is dat het huidige klimaat (1993-2022) en anderzijds ook het vroegere klimaat (1893-1922 voor Ukkel en 1901-1930 voor De Bilt). We zien een heel duidelijk beeld als we kijken naar zowel de minimum- als maximumtemperaturen.

Voor het vroegere klimaat bedroeg de kans op nachtvorst voor Ukkel (bovenste box) zo’n 22%, terwijl dit in het huidige klimaat 15% is. De kansen op ijsdagen zijn gedaald van 4% (vorige klimaat) naar 2% (huidige klimaat). Met andere woorden, de kans dat zowel de minimale als de maximale temperatuur hoger uitkomt dan 0 graden is nu veel groter dan vroeger.

Voor De Bilt kan dezelfde analyse gemaakt worden (onderste box). Ook hier is de kans op vorst- en ijsdagen duidelijk kleiner geworden.

Conclusie

Worden vorst- en ijsdagen nu steeds zeldzamer? Zoals hierboven duidelijk werd kunnen we concluderen van wel. De kansen op vorst- en ijsdagen komen in het huidige klimaat zijn duidelijk afgenomen tegenover een vroegere klimaat. Deze trend wordt waargenomen in zowel Ukkel als De Bilt. Dit is uiteraard in lijn met wat te verwachten valt door de opwarming van de Aarde…

Yoni

Door Yoni

Afgestudeerd geograaf aan de KULeuven en doctorandus binnen klimatologie/glaciologie aan de VUBrussel. Binnen NoodweerBenelux ben ik vooral bezig met het schrijven van artikels en het programmeren van tools om bepaalde weerelementen te voorspellen.

Reacties zijn gesloten.


Verder lezen

Alles bekijken

Weersverwachting Ronde van Vlaanderen 2024

17 uren geleden - 6 min. lezen
13

Natte lente na een El Niño-winter

4 dagen geleden - 7 min. lezen