18 maart 2016 - 5 min. lezen 6 reacties

Het voorjaar breekt aan, en dat betekent naast kans op mooi weer en hogere temperaturen ook een toenemende kans op onweer. Onweersjagers zitten te popelen om weer ‘de weg’ op te kunnen gaan. Maar wanneer begint het onweersseizoen en welke regio’s maken de meeste kans op een vroeg onweer? Onweerliefhebber Paul Begijn neemt je mee in de onweerskansen.

Het profiel van stormjagers in de Benelux?

“Jij bent toch stormchaser? Dan heb je nu vast wel de tijd van je leven.” Die opmerking kreeg ik november vorig jaar van een kennis. Hij verwees naar een reeks kort opeenvolgende najaarsstormen. Ik moest hem teleurstellen. “Stormen zijn interessant en soms ben ik wel eens aan zee te vinden om te fotograferen. Maar stormchasers is het vooral om de zomerse onweersbuien te doen. Daar gaat ons hart pas echt sneller van kloppen.”

Topmaanden voor onweer in België en Nederland

De top van het stormchaseseizoen ligt in hartje zomer. Juni, juli en augustus zijn vaak de maanden met de beste papieren als het om onweer en noodweer gaat. Gedreven door warmte kunnen buien tot grote hoogte doorgroeien. Bij extreem zware buien (supercells) bereiken onweersbuien soms een tophoogte van wel 15 kilometer. Hoewel er veel parameters van belang zijn voor het ontstaan van onweer, zegt de wolkenhoogte veel over de intensiteit van een bui. Over het algemeen geldt, hoe hoger de topghoogte, hoe zwaarder de bui.

Voorkeursgebied om te chasen

Onweer kan in de zomermaanden overal in de Benelux optreden. De zeewatertemperatuur is vaak al opgelopen richting 15 graden of meer, waardoor ‘koud’ zeewater niet langer een blokkade vormt voor het ontstaan van onweersbuien. Toch is de kans op zomers onweer groter landinwaarts. Daar weet de warmte vaak het langste stand te houden bij een invallende westenwind. Op de grens tussen koele en warme lucht is de kans op onweer vaak het grootst.

Nemen we de geografische ligging als uitgangspunt, dan vormt de lijn Kortrijk – Gent – Antwerpen – Breda – Den Bosch – Nijmegen vaak een target gebied voor onweersbuien. Ook de reliëfrijke Ardennen en de Veluwe hebben regelmatig met onweer te maken, evenals de zandgronden in de Kempen. Toch is dit slechts een indicatie, onweer laat zich vaak lastig voorspellen.

Zomer Valkenburg

Hartje zomer. De tijd waarin het flink los kan gaan, zoals op 27 juli 2013 in het Zuid-Limburgse Valkenburg.

Onweer Nederland voorkeursgebied

Voorkeursgebied onweer in Nederland (Bron KNMI)

Voorseizoen

April en mei vormen het voorseizoen. De landinwaarts gelegen regio’s maken vaak de grootste kans op onweer in het voorjaar. Doordat het land relatief snel opwarmt, kunnen zich makkelijker stapelwolken vormen waaruit een bui kan ontstaan. De zee is in het voorjaar relatief koud en heeft een remmende werking op het onstaan van buien.

De kustregio’s maken daardoor minder kans op onweer. Vorig jaar was 5 mei voor veel stormchasers de eerste dag om eropuit te trekken. Met een stevige zuidwestenwind werd zachte en onstabiele lucht over onze omgeving geblazen, waarin in de loop van de ochtend al snel de eerste buien vormden. Vooral in het zuidoosten van Nederland hadden enkele buien supercell-kenmerken.

Spektakel in het voorjaar

Over het algemeen komen er in het voorjaar minder ‘zwaar weer’ situaties voor en ook de kans op het zwaarste type onweersbui, de zogenoemde supercell, is kleiner. Toch kunnen de maanden april en mei soms garant staan voor ‘leuke’ onweerssituaties. Zeker als de straalstroom in de buurt van de Benelux ligt, kunnen buien fel uitpakken. 10 mei 2012 was zo’n situatie, waarbij op meerdere plekken een hoos werd gemeld. In het Noord-Brabantse Vierlingsbeek kwam het zelfs tot een heuse tornado.

Voorjaar baarle

Een hoos boven een boerderij in de buurt van de grensregio Nederland-Belgie bij Baarle-Hertog op 10 mei 2012.

Naseizoen en de rush naar de winter

Net als een voorseizoen, kennen we ook een naseizoen. De maanden september en oktober vormen de overgangsperiode richting de winter. In deze maanden kunnen er soms nog gevaarlijke situaties voordoen, maar de kans erop wordt met het verstrijken van de maand steeds kleiner. Het warme zeewater kan soms een belangrijke trigger zijn voor talloze onweersbuien in de kustregio’s.

Doorgaans zijn het fotogenieke buien omdat ze vaak in de heldere lucht voorkomen. Met een beetje geluk zie je zelfs een waterhoos. Toch zorgen deze buien in de praktijk zelden voor grote overlast.

Zwaarste buien landinwaarts

De zwaarste buien met randverschijnselen vinden we in het najaar meestal landinwaarts. Maar dan moeten alle puzzelstukjes natuurlijk wel op de goede plek vallen en zijn er meerdere triggers nodig om voor noodweer te zorgen. Voor praktijkvoorbeelden van onweersbuien die in het najaar voor overlast zorgden hoeven we niet zo gek ver terug. Meest in het oog springende situatie was de monster supercell van 11 september 2011.

Binnen no time ontstaan in de omgeving van Kortrijk en een uur later op volle sterkte in Zeeuws-Vlaanderen. Ruim 3000 auto’s in Terneuzen raakten beschadigd door grote hagelbollen.

Het najaar van 2013 was helemaal bijzonder en gedenkwaardig. Op 20 oktober 2013 trok een supercell over Midden-Brabant en produceerde een tornado in de omgeving van Elshout. Twee weken later was het opnieuw raak. Op 3 november ontstonden boven Midden-Nederland zelfs 2 tornado’s.

Najaar supercell Tilburg

Een supercell boven Tilburg, waarop korte tijd later een tornado werd waargenomen boven het Noord-Brabantse Elshout.

Voorlopig houden we het rustige en koude weertype. Pas als de wind uit zuidelijke richtingen gaat waaien, stijgen bij ons de onweerskansen. Die kans is voorlopig klein. Maar ach, het is tenslotte nog maar half maart.

Nicolas

Door Nicolas

Bezieler van NoodweerBenelux. Een onuitputtelijke passie voor het weer zorgt ervoor dat ik iedere dag met veel plezier aan het werk mag gaan.


Verder lezen

Alles bekijken