14 mei 2016 - 6 min. lezen 5 reacties

Afgelopen week kwam het op verschillende plekken tot warmteonweer, zogenaamde ‘pulse storms’. Hoewel de organisatie van dit soort buien vaak minimaal is en er daardoor minder vaak randverschijnselen optreden, maakt juist de onvoorspelbaarheid deze buien gevaarlijk. In dit artikel zoomen we in op de gevaren van warmteonweders. Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door stormjager en blogger bij NoodweerBenelux, Paul Begijn.

Omslag naar warm lenteweer

Na een koude periode met zelfs op sommige plekken nog sneeuw, sloeg het weer vanaf 3 mei behoorlijk om. En wel in positieve zin te verstaan. Met een zuidoostelijke stroming werd warme lucht vanaf het Europese continent onze kant op geblazen. De aangevoerde lucht was niet alleen warm maar ook droog. Opvallend daarbij was dat de Benelux vorig weekend de warmste plek van Europa was. Vanaf het weekend werd de aangevoerde lucht stilaan wat vochtiger, met name boven Frankrijk en het zuiden van de Benelux. Een lagedrukgebied, dat vrijwel stationer lag boven Frankrijk, was verantwoordelijk voor de vochtigere en onstabielere lucht die maandag langzaam terrein veroverde in de Benelux.

onweer met arcusformatie

Op dinsdagavond trokken de restanten van een onweersbui Zeeuws-Vlaanderen binnen. Hoewel het onweer eruit was, trok er nog wel een fraaie arcus over Terneuzen.

Vocht en dagelijkse gang

Dat resulteerde op zaterdag in de namiddag al in een aantal warmteonweders tegen de Belgisch-Franse grens. De dagen er na kroop de vochtige laag wat noordelijker waardoor meerdere delen van België en zuidelijk Nederland met buien te maken kregen. Omdat er weinig stroming stond en er verder geen dynamische triggers waren om buien te laten ontwikkelen, ging het om zogeheten warmteonweer. Vocht en voldoende warmte aan de grond (aan de hand van dagelijkse gang) vormen dan de belangrijkste ingrediënten voor het ontstaan van onweer. De grens voor het ontstaan van warmteonweders liep tot Midden-Nederland. Alles regio’s ten zuiden maakten kans op een lokaal onweer. Over het algemeen gold wel, hoe zuidelijker, hoe groter de kans. De droge lucht boven Noord-Nederland maakte het ontstaan van onweersbuien vrijwel onmogelijk.

onweerformatie met virga

Afgelopen woensdag ontwikkelden zich enkele warmteonweders in de kom van de Oosterschelde in Zeeland.

Korte levensduur onweersbuien

Een belangrijk kenmerk van warmteonweer is het zogenaamde pulserende karakter. In de meteorologie worden deze buien ook vaak aangeduid als ‘pulse storms’. Dit type bui kan zich razendsnel ontwikkelen door snelle verticale stijgbewegingen in de cumulus wolk. Als er voldoende energie is kan een bui makkelijk doorschieten tot een hoogte van zo’n 10 kilometer. Vanaf 6 à 7 kilometer kan er ook onweer in de bui voorkomen. Maar zo snel als een bui zich ontwikkelt, zo snel kan een bui ook weer inzakken. De gemiddelde levensduur van deze ‘eencellige’ buien is hooguit 3 kwartier. Vaak zie je dat cumulus grenzend of in de buurt van de bui dan weer energie vinden om een nieuwe bui te vormen. Omdat de oude cel dan is ingestort, spreken we van een nieuwe bui.

Dit zegt ook meteen iets over de voorspelbaarheid van dit soort buien. Warmteonweders zijn vaak heel lokaal en duren kort. De functie in buienradar om de radar 2 of 3 uur vooruit te spoelen, heeft bij dit type buien geen enkele zin. Immers leeft een single cel maar 3 kwartier en kan zich binnen korte tijd op een andere plek alweer een nieuwe bui hebben gevormd.

windmast en onweerwolken

Deze bui bij Tholen ziet er op het eerste oog niet heel dreigend uit, maar produceerde wel enkele inslagen.

bliksemontladingen mei 2016

Moeilijk te chasen

Voor stormchasers is dit type buien vaak minder populair om te volgen. Ten eerst zijn de buien door de onvoorspelbaarheid lastig te chasen. Immers, zie je ergens een rode kern met onweer, tegen de tijd dat je bent gearriveerd is die rode kern vaak alweer verdwenen. Daarnaast tonen warmteonweders vaak weinig dynamische verschijnselen. Zware windstoten, hozen en grote hagel treden niet of zelden op. Daarmee is ook de structuur van een warmteonweder minder interessant om te fotograferen.

Levensgevaarlijke bliksem

Hoewel de zwaarste randverschijnselen ontbreken, schuilt het gevaar vooral in de onvoorspelbaarheid van bliksem. Bij goed georganiseerde buien is vaak duidelijk waar de bliksemhaarden zich bevinden. Door het observeren van de radarbeelden wordt dat ook vrij duidelijk en kun je tijdig een veilig heenkomen zoeken. Bij pulserende onweersbuien is er geen zekerheid over de onweershaard. Cumulus schieten op verschillende plekken als paddenstoelen in de lucht en van het ene op andere moment komt het tot onweer. De lucht ziet er daarbij ook niet heel onheilspellend uit maar is vaak wat rommelig van structuur. Bliksem kan ineens van wolk tot grond schieten en dat kan levensgevaarlijke situaties opleveren. Voorbeelden met slachtoffers in het verleden laten dat ook zien.

Een bekend voorbeeld is een situatie in Zeeland waarbij een voetballer op het voetbalveld van Kloetinge dodelijk werd getroffen door bliksem. De bliksem kwam volgens ooggetuigen ‘uit het niets’. Scheidsrechters kunnen in dat soort situaties ook moeilijk anticiperen. De wedstrijd uit voorzorg stilleggen omdat er eventuele onweersdreiging is, is vaak ook geen optie en zou ook op veel onbegrip stuiten. En toch blijkt maar weer dat we dit soort situaties bloedserieus moeten nemen. Het is daarom belangrijk om de bliksemradar voortdurend te refreshen om een nieuw beeld op te halen en de actuele situatie te kunnen zien.

opborrelende stapelbewolking

Warmteonweer heeft soms voorkeursgebieden voor een reliëf- of zandrijke omgeving. Zoals in mei 2012, toen een reeks warmteonweders ontstond boven de Veluwe.

Warmteonweer = wateroverlast

Een ander gevaar van warmteonweders is de grote hoeveelheid neerslag die in korte tijd kan vallen. De neerslaginhoud van warmteonweders is vaak enorm. Doordat er bovendien weinig stroming is en de buien zich maar nauwelijks verplaatsen, kan er in korte tijd veel neerslag vallen op dezelfde plek. De bui regent als het ware uit. Riolen kunnen zo’n grote hoeveelheid neerslag in korte tijd vaak niet aan waardoor straten en kelders blank komen te staan. Toch treden dit soort problemen minder op met de verbeterde waterhuishouding. Soms zit er ook hagel bij, maar vaak niet groter dan 1 centimeter.

Tijdelijke dip komende dagen

Na vrijdag raken we de warmteonweders kwijt. Koelere lucht uit het noorden wint terrein in West-Europa. Toch lijkt de dip minder lang te duren dan de vorige. Volgende week draait de wind richting het west tot zuidwesten en stroomt langzaam mildere lucht binnen. Dat levert waarschijnlijk een dynamischer weertype op dan de voorbije periode. Als er zich dan buien in onze omgeving bevinden, dan zijn het waarschijnlijk ook meer fotogenieke exemplaren. Hoewel het nog ver weg is, neemt de kans op een onweersbui langzaam toe volgend weekend. We houden het in de gaten!

Gastblog

Door Gastblog

Expert in weer en klimaat of een ander boeiende niche in de wetenschap? Geregeld worden wetenschappers aan het woord gelaten via een gastblog.


Verder lezen

Alles bekijken