21 september 2016 - 3 min. lezen 4 reacties

In deze reeks rond klimaatverandering (klik op “Bart Devriendt” voor eerder geschreven artikels) konden we telkens terugvallen op wetenschappelijk vastgestelde feiten op basis van allerlei waarnemingen. Wat voor aandelen geldt (opbrengsten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst), geldt ook voor het klimaat: we kunnen allemaal maar simuleren wat er zou gebeuren indien… In dit artikel gaan we dieper in op de mogelijke verwachtingen van de klimaatverandering op korte en middellange termijn.

Klimaatmodellen

Tussen elk nieuw rapport van het IPCC door worden telkens verbeteringen aangebracht in de werking van deze modellen. Er worden dan telkens nieuwe factoren onder de loep genomen om de voorspellingen op termijn beter te maken. Voor het trekken van conclusies worden telkens 4 simulaties in rekening gebracht die telkens vertrekken van een andere grootte van verstoring van de energiebalans in het jaar 2100. Dit leidt tot scenario’s van sterke opwarming tot stagnering van de opwarming.

opwarming-aarde-afbeelding

Kritiek op deze veranderingen

Aangezien de simulaties uiteindelijk maar computermodellen zijn, worden deze af en toe aan kritiek onderworpen. Veelal krijg je te horen dat ze te alarmistisch zijn. De werkelijkheid is dat het al meermaals is voorgevallen dat de klimaatmodellen te conservatief waren. Als we bv. kijken naar de voorspellingen van de stijging van de zeespiegel in het derde rapport van het IPCC, dan zien we dat de werkelijke stijging op de bovenste limiet zit van wat ze vooropstelden.

SLR_models_obs
De grijze zone geeft de spreiding weer van de voorspellingen. De rode en blauwe lijn zijn de geobserveerde waarden.

Verwachtingen in enkele punten

Hieronder sommen we enkele belangrijke punten op uit de grote lijst van verwachtingen gesteld in het IPCC-rapport. Het meest conservatieve model buiten beschouwing gelaten.

  • Alle modellen voorspellen een temperatuurtoename van minstens 1,5°C tegenover 1900 en het ergste model gaat zelfs over de 2°C.
  • De temperatuurstijging zal groter zijn in de Arctische regio dan ergens anders.
  • Het contrast tussen droge en natte regio’s zal zeer waarschijnlijk groter worden met meer neerslag in natte regio’s en meer droogte in de droge regio’s.
  • El Niño zal in de toekomst blijven zorgen voor regionale afwijkingen in de Pacifische regio en deze afwijkingen zullen toenemen door de toegenomen vochtigheid.
  • De oceaan zal blijven opwarmen en deze warmte zal zich ook verspreiden naar de diepere delen. Hierdoor zullen de oceaanstromen verstoord worden.
  • Men is er vrij zeker van dat de warme golfstroom in de Atlantische Oceaan zal verzwakken met waarden tussen 11% en 34%.
  • De Arctische ijsmassa zou tegen het einde van de 21ste eeuw afgenomen zijn met 43% tot 94%.
  • Het is weinig waarschijnlijk dat de Antarctische ijsmassa zal afnemen tegen het einde van de 21ste eeuw.
  • Het niveau van de zeespiegel zou stijgen met 0,26 tot 0,98 m ten opzichte van de periode 1986 – 2005.
  • De pH-waarde (zuurtegraad) van de oceanen zou dalen met 0,06 tot 0,32 eenheden.
  • Zelfs bij het volledig stopzetten van uitstoot van broeikasgassen zal de klimaatverandering nog eeuwen verder gaan.
  • Over een periode van 1000 jaar zou een volledig verlies van de ijsmassa in Groenland zorgen voor een zeespiegelstijging van 7 m.

Conclusie

De aanwijzingen voor de opwarming zijn aanwezig in alle klimaatmodellen en insinueren dat de situatie wel eens erger zou kunnen worden. In een volgend en laatste artikel gaan we in op de gevolgen voor de mensheid en onze omgeving door deze klimaatwijziging.

Gastblog

Door Gastblog

Expert in weer en klimaat of een ander boeiende niche in de wetenschap? Geregeld worden wetenschappers aan het woord gelaten via een gastblog.


Verder lezen

Alles bekijken